In deze zaak heeft klager, wonende in Curaçao, op 6 februari 2020 verzocht om benoeming in een functie binnen het KPC. Aangezien er geen beslissing volgde, heeft klager op 10 juni 2020 bezwaar gemaakt tegen het uitblijven van een beslissing. Het bezwaar is behandeld op 28 september 2020, waarbij klager werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. B.L. Lie Atjam, en verweerster door haar gemachtigde, mr. S.M. Concincion-Quirindongo. Het Gerecht in Ambtenarenzaken heeft vastgesteld dat de verweerster niet tijdig heeft beslist op het verzoek van klager, wat resulteert in een fictieve weigering om te beschikken. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het bezwaar van klager ontvankelijk is en gegrond verklaard. Verweerster is opgedragen om binnen drie maanden een beslissing te nemen op het verzoek van klager. Daarnaast is verweerster veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan klager ter hoogte van NAf 350,-.