In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 17 februari 2021 uitspraak gedaan over het bezwaar van de Gouverneur van Aruba, klaagster, tegen de beslissing van verweerder om haar verzoek om bevordering naar de rang van commies (schaal 8) met ingang van 1 oktober 2016 niet in te willigen. Klaagster had bezwaar gemaakt tegen de bestreden beschikking van 19 maart 2019, waarin werd gesteld dat haar verzoek niet voor inwilliging vatbaar was vanwege haar arbeidsongeschiktheid. Klaagster voerde aan dat zij gedurende de periode van 2011 tot en met 2016 elk jaar gunstig was beoordeeld en dat de periode van arbeidsongeschiktheid geen belemmering mocht vormen voor haar bevordering. Het gerecht oordeelde dat klaagster, bij een gunstige beoordeling, recht had op bevordering naar schaal 8 en dat de bestreden beschikking van verweerder onvoldoende gemotiveerd was. Het gerecht heeft het bezwaar van klaagster gegrond verklaard en de bestreden beschikking gewijzigd, waardoor klaagster met terugwerkende kracht naar 1 oktober 2016 werd bevorderd naar de rang van commies (schaal 8). Tevens werd verweerder veroordeeld in de kosten van het geding.