In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 15 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen klaagster, een ambtenaar, en de Minister van Onderwijs, Wetenschap en Duurzame Ontwikkeling. Klaagster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar bevorderingsverzoek door de verweerder, dat op 30 januari 2020 was gedaan. Klaagster stelde dat zij de bestreden beschikking pas op 10 februari 2020 had ontvangen, wat door de verweerder niet werd betwist. Hierdoor werd aangenomen dat het bezwaar tijdig was ingediend, en klaagster werd ontvankelijk verklaard in haar bezwaar.
De verweerder heeft in een nadere besluitvorming op 20 januari 2021 alsnog besloten om klaagster met terugwerkende kracht te bevorderen naar de rang van adjunct-commies, wat betekent dat de verweerder volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van klaagster. Het gerecht heeft het bezwaar van klaagster gegrond verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 700,-. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de mogelijkheid voor ambtenaren om in beroep te gaan tegen beslissingen van hun werkgever.
De uitspraak is gedaan door mr. M.E.B. de Haseth en is openbaar uitgesproken. Beide partijen hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.