In deze zaak gaat het om de bevordering van klaagster, een ambtenaar, naar de rang van hoofdcommies 1ste klasse (schaal 11) door de Gouverneur van Aruba. Klaagster was geplaatst in de functie van beleidsmedewerker bij de Directie Arbeid en Onderzoek (DAO) om het Arbo-project te leiden, ondanks dat deze functie niet in het formatierapport van de DAO was opgenomen. De Gouverneur heeft op 12 augustus 2019 besloten om klaagster met ingang van 1 april 2017 te bevorderen, maar klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, omdat zij meent dat zij recht heeft op een bevordering naar schaal 12.
De rechter heeft vastgesteld dat klaagster inderdaad de werkzaamheden van een arbo-beleidsmedewerker verricht, maar dat de functie van beleidsmedewerker niet in het formatierapport voorkomt. De rechter heeft overwogen dat de werkzaamheden van klaagster zijn gewaardeerd op het niveau van schaal 11 en dat er geen reden is om haar te bevorderen naar schaal 12, aangezien de functie van arbo-beleidsmedewerker niet dezelfde waardering rechtvaardigt als die van een beleidsmedewerker met een juridische achtergrond.
De rechter heeft het bezwaar van klaagster ongegrond verklaard en bevestigd dat de beslissing van de Gouverneur om klaagster niet te bevorderen naar schaal 12 terecht was. De uitspraak is gedaan op 10 mei 2021 en klaagster kan in hoger beroep gaan bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken.