In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 20 september 2021 uitspraak gedaan op het bezwaar van de Gouverneur van Aruba, hierna klaagster, tegen een beschikking van verweerder. De beschikking, gedateerd 13 juli 2020, wijzigde het Landsbesluit van 17 mei 2017, waarin aan klaagster een disciplinaire sanctie was opgelegd. De wijziging betrof de functieomschrijving van klaagster, waarbij 'afdelingshoofd' werd vervangen door 'administratief medewerker'. Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, stellende dat deze in strijd is met het motiveringsbeginsel en het verbod van détournement de pouvoir.
Het Gerecht heeft de zaak behandeld op 8 februari 2021, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. In de overwegingen van de rechter werd gesteld dat de functie en rang van een ambtenaar worden bepaald bij een plaatsings- of bevorderingsbesluit. Aangezien het Landsbesluit van 17 mei 2017 geen dergelijk besluit is, heeft de wijziging van de functieomschrijving geen invloed op de rechtspositie van klaagster. Hierdoor heeft klaagster geen procesbelang bij het bezwaar, wat leidt tot de conclusie dat het bezwaar niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak biedt klaagster de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen voor het indienen van het hogerberoepschrift.