ECLI:NL:OGAACMB:2021:94

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 oktober 2021
Publicatiedatum
28 oktober 2021
Zaaknummer
SXM202100393-GAZ 19/2021
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen oproep tot werkplek melding en procesbelang

In deze zaak heeft klager bezwaar aangetekend tegen een brief van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur (VROMI) van 25 februari 2021, waarin hij werd opgeroepen om zich op 1 maart 2021 te melden op de werkplek voor de tijdelijke functie van Hoofdmedewerker Beheer. Klager heeft zich op de werkplek gemeld, maar stelt dat hij dit onder voorbehoud van alle rechten en weren heeft gedaan. Het Gerecht in Ambtenarenzaken van Sint Maarten heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat klager geen procesbelang meer heeft, aangezien hij aan de oproep heeft voldaan. Het bezwaar gericht tegen de Gouverneur werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze niet in rechte betrokken was bij de brief waartegen bezwaar werd gemaakt. Het Gerecht concludeert dat de gronden die klager aanvoert met betrekking tot benoeming en terugplaatsing in een functie niet relevant zijn voor het procesbelang, aangezien de brief van VROMI niet betrekking heeft op benoeming of definitieve plaatsing. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 4 oktober 2021. Tegen deze uitspraak is hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

Zaaknummer: SXM202100393- GAZ 19/21
Datum: 4 oktober 2021
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN SINT MAARTEN
UITSPRAAK
In het geding van:
[klager],
klager,
gemachtigde: mr. M.N. HOEVE,
tegen
1. DE GOUVERNEUR VAN SINT MAARTEN,
verweerder,
gemachtigde: mr. Z.J.A. BARY,
2.
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING, MILIEU EN INFRASTRUCTUUR,
verweerder,
gemachtigde: mr. Z.J.A. BARY,

1.Aanduiding bestreden besluit

De brief van 25 februari 2021 waarbij klager wordt opgeroepen om op 1 maart 2021 zich op de werkplek te melden om de functie van Hoofdmedewerker Beheer tijdelijk te vervullen.

2.Het procesverloop

Op 24 maart 2021 is ter griffie van het gerecht in ambtenarenzaken (hierna: het gerecht) een bezwaarschrift met producties ingediend.
Op 5 mei 2021 heeft verweerder een contra- memorie met producties ingediend.
Mondelinge behandeling van het bezwaarschrift heeft plaatsgevonden op maandag 16 augustus 2021. Klager is in persoon verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Namens verweerder is voornoemde gemachtigde verschenen. Partijen hebben op schrift gestelde pleitaantekeningen overgelegd en voorgedragen.
Uitspraak is nader bepaald op heden.

3.De beoordeling

3.1.
Klager heeft bezwaar aangetekend tegen de brief van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Infrastructuur (hierna: VROMI) van 25 februari 2021.
3.2.
Het Gerecht overweegt dat klager in zijn onderhavige bezwaar voor zover gericht tegen de Gouverneur niet kan worden ontvangen nu deze niet in rechte is betrokken bij de brief waarvan bezwaar. Het bezwaar gericht tegen de Gouverneur zal dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden.
3.3.
Bij voornoemde brief van 25 februari 2021 is klager opgeroepen om zich op 1 maart 2021 te melden op de werkplek om de functie Hoofdmedewerker Beheer tijdelijk te vervullen.
3.4.
Ter zitting heeft klager bevestigd dat hij zich op de werkplek heeft gemeld. Dat klager dit zoals hij stelt heeft gedaan onder voorbehoud van alle rechten en weren, maakt een en ander niet anders.
3.5.
Onder voornoemde omstandigheden is het gerecht van oordeel dat, al zou klager in zijn rechtspositie zijn geraakt door voormelde brief, klager geen procesbelang meer heeft. Hij heeft immers kennelijk voldaan aan de oproep.
3.6.
De door klager aangevoerde gronden ten aanzien van benoeming en/of terugplaatsing in een functie maken ook niet dat er voor klager proces belang is. Voornoemde brief waarvan bezwaar ziet immers niet op benoeming dan wel definitieve plaatsing.
3.7.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat klager in zijn bezwaar gericht tegen de Minister van VROMI niet-ontvankelijk is.

4.Beslissing

Het Gerecht in ambtenarenzaken:
verklaart het bezwaar gericht tegen de Gouverneur niet-ontvankelijk;
verklaart het bezwaar gericht tegen de Minister van VROMI niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Ghrib, rechter in het gerecht in ambtenarenzaken van Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 4 oktober 2021.
Tegen deze uitspraak is hoger beroep mogelijk. Zie titel IV van de regeling Ambtenarenrechtspraak.