In deze zaak gaat het om de schorsing van een politieambtenaar, klager, door de Gouverneur van Aruba. Klager is beschuldigd van ongepast gedrag jegens een verdachte en een collega, waaronder het gebruik van onzedelijke taal en het schenden van zijn geheimhoudingsplicht. De schorsing is opgelegd op basis van artikel 87 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht (Lma), waarbij de Gouverneur oordeelde dat het in het belang van de dienst was om klager te schorsen tijdens een disciplinair onderzoek. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen deze schorsing, stellende dat de redenen voor de schorsing vaag en onduidelijk zijn, en dat zijn functioneren niet in gevaar komt door zijn terugkeer op de werkvloer.
Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat het disciplinair onderzoek inmiddels is afgerond en dat de collega's van klager, waaronder zijn leidinggevende, hebben aangegeven dat zij geen bezwaar hebben tegen zijn terugkeer. De rechter heeft overwogen dat de schorsing niet langer kan duren dan noodzakelijk en dat de belangen van klager zwaarder wegen dan het belang van de dienst, nu hij al lange tijd niet op het werk is verschenen. De rechter heeft daarom besloten dat de schorsing van klager zal duren tot twee weken na de uitspraak.
De rechter heeft het bezwaar van klager gegrond verklaard, het landsbesluit van 19 oktober 2021 vernietigd voor wat betreft de duur van de schorsing, en bepaald dat de schorsing tot uiterlijk twee weken na de uitspraak zal duren. Tevens is de Gouverneur veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op Afl. 1.400,- aan gemachtigdensalaris.