ECLI:NL:OGAACMB:2022:70

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
AUA202102933
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het bezwaar tegen de afwijzing van een schaarstetoelage aan een ambtenaar

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, een ambtenaar werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank van Aruba, tegen de afwijzing van zijn verzoek om een schaarstetoelage. Klager had op 7 augustus 2017 verzocht om een maandelijkse schaarstetoelage van 15% met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014. De minister van Toerisme en Volksgezondheid, als verweerder, heeft dit verzoek op 3 september 2021 afgewezen, met als argument dat klager niet voldeed aan de beleidsvoorwaarden omdat de SVb niet op de lijst van diensten stond die in aanmerking komen voor de toelage.

Klager heeft hiertegen bezwaar gemaakt en betoogd dat hij wel degelijk aan de vereisten voldoet en dat het gelijkheidsbeginsel geschonden is, aangezien andere collega’s van de SVb wel een schaarstetoelage hebben ontvangen. Tijdens de zitting op 5 september 2022 is de zaak behandeld, waarbij klager werd bijgestaan door zijn advocaat. Het gerecht heeft vastgesteld dat het beleid van de verweerder, dat de toekenning van de schaarstetoelage regelt, een wettelijke grondslag ontbeert en derhalve als buitenwettelijk begunstigend beleid moet worden aangemerkt. Dit betekent dat de rechterlijke toetsing beperkt is tot de vraag of het beleid consistent wordt toegepast.

Het gerecht heeft geconcludeerd dat de bestreden beschikking onvoldoende gemotiveerd is, omdat verweerder niet heeft aangetoond waarom klager niet in aanmerking zou komen voor de schaarstetoelage. Het bezwaar van klager is gegrond verklaard, de bestreden beschikking is vernietigd en verweerder is gelast om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek van klager. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij besluiten die ambtenaren raken, vooral als het gaat om financiële tegemoetkomingen.

Uitspraak

Uitspraak van 17 oktober 2022
Gaza nr. AUA202102933

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klager],

wonend in Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: de advocaat mr. H.F. Falconi,
tegen:

DE MINISTER VAN TOERISME EN VOLKSGEZONDHEID,

zetelende in Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. V. Emerencia (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij beschikking van 3 september 2021 (hierna: de bestreden beschikking) heeft verweerder het verzoek van klager om toekenning van een schaarstetoelage afgewezen.
Hiertegen heeft klager op 6 oktober 2021 bezwaar gemaakt bij dit gerecht.
Verweerder heeft een contramemorie ingediend.
Verweerder heeft nadere stukken ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 5 september 2022. Klager is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde voornoemd.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten

1.1
Klager is ambtenaar werkzaam bij de Sociale Verzekeringsbank van Aruba (SVb) in de functie van beleidsmedewerker.
1.2
Bij brief van 7 augustus 2017 heeft klager verzocht om hem met ingang van 1 januari 2014 een maandelijkse schaarstetoelage toe te kennen naar reden van 15%.
1.3
Bij de bestreden beschikking heeft verweerder voormeld verzoek van klager afgewezen.
De standpunten van partijen
2.1
Verweerder heeft aan de bestreden beschikking ten grondslag gelegd dat klager niet aan de beleidsvoorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor de verzochte schaarstetoelage, omdat de SVb niet vermeld is in de in het beleid opgenomen lijst met diensten en directies. Daarbij stelt verweerder zich voorts op het standpunt dat de directeur van de SVb geen advies heeft ingewonnen, naar eigen inzicht handelt en de toekenning van de toelage aan diverse personen niet correct is toegepast, zodat klager geen beroep op eenzelfde behandeling kan doen.
2.2
Klager kan zich niet met de bestreden beschikking verenigen, en betoogt daartoe dat hij voldoet aan de gestelde vereisten en het gestelde niveau om in aanmerking te komen voor een schaarstetoelage. Hij beroept zich voorts op het gelijkheidsbeginsel, en verwijst hierbij naar een aantal collega’s die de schaarstetoelage wel hebben ontvangen.
De beoordeling
3.1
Het beleid van verweerder ter zake van de schaarstetoelage, zoals neergelegd in het handboek onder paragraaf 4.1.14, luidt - voor zover hier van belang - als volgt:
4.1.14
Schaarstetoelage

Wie komen in aanmerking voor de schaarstetoelage?
Gekwalificeerde krachten welke, gezien de schaarste die er op Aruba heerst, moeilijk zijn aan te trekken voor de volgende diensten/directies (…):
  • Directie Financiën (DF);
  • Centrale Accountantsdienst (CAD);
  • Algemene Rekenkamer Aruba (ARA);
  • Belastingkantoor (…);
  • IT-personeel Directie Informatievoorziening en Automatisering (DIA) (…);
  • Juristen Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ) (…).
Aanvankelijk kwamen allen de ambtenaren werkzaam bij de DF, CAD, ARA en Belastingaccountantsdienst (BAD) met een opleiding HEAO (BE/AA/RA), volledige SPD, NIVRA opleiding tot en met de eerste fase, doctoraal bedrijfseconomie en registeraccountant, FEF, SEF, doctoraal bedrijfskunde (financieel-economische richting), doctoraal bestuurskunde (financieel-economische richting) en Master of Business Administration (MBA) in aanmerking voor de schaarstetoealge (…).
De kern van de regeling is: het toekennen van een toelage van 10% oplopend met 5% per jaar tot een maximum van 20% van de bezoldiging aan de zittende en nieuw aan te trekken gekwalificeerde krachten die aan de opleidingseisen voldoen en goed functioneren. (…).”
3.2
Het gerecht overweegt allereerst dat het beleid van verweerder ter zake van de schaarstetoelage een wettelijke grondslag ontbeert, en derhalve als buitenwettelijk begunstigend beleid dient te worden aangemerkt. Begunstigend wil in dit geval zeggen dat het beleid ruimte biedt een toelage te verstrekken die wettelijk niet mogelijk is. Naar vaste rechtspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken dient de ambtenarenrechter het bestaan en de inhoud van dergelijk beleid als een gegeven te aanvaarden en blijft de rechterlijke toetsing als gevolg daarvan beperkt tot de vraag of het beleid consistent wordt toegepast.
3.3
Volgens het gevoerde beleid komen personeelsleden van de SVb niet in aanmerking voor toekenning van een schaarstetoelage, nu deze dienst niet vermeld is in de daarin opgenomen lijst met diensten en directies. Voor het overige volgt uit het beleid dat het al dan niet toekennen van een schaarstetoelage afhankelijk is van de schaarste, en van de aard en zwaarte van de functie die de ambtenaar vervult.
Niet in geschil is dat aan enkele personeelsleden van de SVb niettemin een schaarstetoelage wordt toegekend. Voorts heeft verweerder zich in de bestreden beschikking niet op het standpunt gesteld dat en waarom de functie van klager niet aan de vereisten voor wat betreft de schaarste, aard en zwaarte voldoet om conform het beleid in aanmerking te komen voor de verzochte schaarstetoelage. Dit brengt met zich dat de bestreden beschikking, die is gegrond op de enkele stelling van verweerder dat klager niet in de in het beleid opgenomen functiegroep valt, en dat de directeur van de SVb naar eigen inzicht heeft gehandeld, onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd. Vanwege deze onvoldoende draagkrachtige motivering, kan het gerecht de vraag of het beleid consistent wordt toegepast, niet beoordelen. Het bezwaar is reeds om deze reden gegrond. Hetgeen klager voor het overige aanvoert, behoeft dan ook geen bespreking.
3.4
Het bezwaar is gegrond en de bestreden beschikking zal worden vernietigd. Verweerder zal worden gelast om met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen, binnen drie maanden na dagtekening hiervan, een nieuwe beslissing te nemen op het verzoek van klager van 7 augustus 2017.
3.5
Verweerder zal op de hierna te melden wijze in de proceskosten worden verwezen
3.6
Het vorengaande leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
  • verklaart het bezwaar gegrond;
  • vernietigt de bestreden beschikking;
  • bepaalt dat verweerder binnen drie maanden na dagtekening van deze uitspraak een nieuwe beslissing dient te nemen op het verzoek van klager van 7 augustus 2017, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in ambtenarenzaken te Aruba en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 17 oktober 2022, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.