In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan over het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering naar de rang van administrateur (schaal 13). Klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.P. Lee, had op 28 november 2019 verzocht om bevordering, maar dit verzoek werd op 19 januari 2022 door verweerder afgewezen. Klaagster maakte bezwaar tegen deze afwijzing, waarbij zij stelde dat haar functioneren onterecht negatief was beoordeeld. Het gerecht heeft de ontvankelijkheid van het bezwaar beoordeeld en vastgesteld dat klaagster haar bezwaarschrift tijdig had ingediend, omdat zij de bestreden beschikking pas op 28 januari 2022 had ontvangen.
De feiten van de zaak tonen aan dat klaagster ambtenaar is in dienst van het Land Aruba en dat zij in het verleden verschillende beoordelingen heeft ontvangen, waaronder een schriftelijke waarschuwing van de directeur van de Directie Natuur en Milieu. Het gerecht heeft de argumenten van klaagster en verweerder tegen elkaar afgewogen en geconcludeerd dat de afwijzing van het verzoek om bevordering onvoldoende was gemotiveerd. De bestreden beschikking is niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid en mist een deugdelijke motivering. Daarom heeft het gerecht het bezwaar gegrond verklaard en de beschikking van 19 januari 2022 vernietigd. Verweerder moet binnen drie maanden opnieuw op het verzoek van klaagster beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.