ECLI:NL:OGAACMB:2022:77

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
24 oktober 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
AUA202200757
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een bezwaar tegen de afwijzing van een bevorderingsverzoek in het ambtenarenrecht

In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, een gewezen ambtenaar, tegen de afwijzing van zijn bevorderingsverzoek. Klager had verzocht om met terugwerkende kracht per 1 oktober 2011 te worden bevorderd naar schaal 16. De verweerder, de Gouverneur van Aruba, had dit verzoek afgewezen op basis van het beleid dat bevorderingen niet meer dan drie jaren terug mogen werken vanaf de datum van registratie van het verzoek. Klager had zijn verzoek op 16 oktober 2018 ingediend, waardoor volgens het beleid de terugwerkende kracht pas vanaf 16 oktober 2015 zou gelden. Het gerecht heeft vastgesteld dat klager reeds per 1 juni 2013 was ingeschaald in schaal 16 en dat hij niet eerder dan op 16 oktober 2018 een expliciet bevorderingsverzoek had gedaan. Gelet op deze feiten heeft het gerecht het bezwaar van klager niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij niet kon aantonen dat hij belang had bij de gevraagde bevordering met terugwerkende kracht. De uitspraak benadrukt de geldigheid van het beleid van de verweerder en de noodzaak voor ambtenaren om tijdig hun verzoeken in te dienen.

Uitspraak

Uitspraak van 24 oktober 2022
Gaza nr. AUA202200757

HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA

UITSPRAAK
op het bezwaar van:

[Klager],

wonend te Aruba,
KLAGER,
gemachtigde: mr. C.R.A. Giel,
tegen:

DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,

zetelend te Aruba,
VERWEERDER,
gemachtigde: mr. Y.F.M. Kaarsbaan (DWJZ).

PROCESVERLOOP

Bij brief van 15 december 2021 (de bestreden beschikking), door klager ontvangen op 31 januari 2022, heeft verweerder klager bericht dat het bevorderingsverzoek om met ingang van 1 november 2011 naar schaal 16 te worden bevorderd niet voor inwilliging vatbaar is.
Daartegen heeft klager op 25 februari 2022 bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft op 3 augustus 2022 een contramemorie ingediend.
Het gerecht heeft de zaak behandeld ter zitting van 12 september 2022. Klager is verschenen bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De uitspraak is bepaald op heden.

OVERWEGINGEN

De feiten

1.1
Klager is gewezen ambtenaar.
1.2
Bij landsbesluit van 27 februari 2001 heeft verweerder besloten om klager met ingang van 1 januari 2000 te ontheffen uit de rang van hoofd luchtverkeersbeveiliging en te benoemen tot directeur Directie Luchtvaart onder toekenning van een bezoldiging en pensioengrondslag van Afl. 92.580,-.
1.3
Bij landsbesluit van 16 juli 2015 heeft verweerder besloten om klager met ingang van 1 juni 2013 te ontheffen uit de rang van directeur en te benomen in de functie van raadsadviseur in hoofdschaal 16.
1.4
Bij brief van 10 oktober 2018, bij verweerder ingediend op 16 oktober 2018, heeft de directeur Directie Luchtvaart verzocht om klager alsnog met ingang van 1 oktober 2011 in te passen in schaal 16. In het verzoek staat onder meer:
“(…)
Bij landsbesluit van 5 oktober 2012 (No. 30) is de nieuwe organisatie, Directie Luchtvaart Aruba, ingesteld welke terugwerkt tot de datum van 12 september 2011. Het personeel is met ingang van 12 september 2011 geplaatst in de nieuwe functies, waardoor de inpassing c.q. bevordering van het personeel per 1 oktober 2011 is geschied (…).
Het bovenstaande is voor heel het personeel van de Directie Luchtvaart geschied, behalve voor de toenmalige directeur, de heer [klager]. Op een of andere manier heeft de heer [klager] nooit zijn inpassings-Landsbesluit mogen ontvangen en ook niet zijn bevorderings-Landsbesluit naar schaal 16, die dan per 1 oktober 2011 moet zijn ingegaan.
(…)”.
1.5
Bij bestreden beschikking van 15 december 2021 heeft verweerder het onder 1.4 vermelde bevorderingsverzoek afgewezen.
De beoordeling
2.1
Verweerder voert het verweer dat volgens bestendig beleid bevorderingen niet meer dan drie jaren mogen terugwerken gerekend vanaf de datum van de officiële registratie van het verzoek daartoe. Het bevorderingsverzoek van klager is op 16 oktober 2018 geregistreerd waardoor, volgens voormeld beleid, klager eerst met ingang van 16 oktober 2015 eventueel in aanmerking komt voor een bevordering naar schaal 16. Op die datum was klager reeds als raadsadviseur in schaal 16 benoemd.
2.2
Het verweer slaagt. Volgens vaste rechtspraak doorstaat het door verweerder gehanteerde beleid van drie jaar terugwerkende kracht bij bevorderingen en toekenning van toelagen de rechterlijke toets. Uitgaande van dit beleid, kan klager met zijn bezwaar niet bereiken wat hij wenst te bereiken, te weten een inpassing en bevordering naar schaal 16 met ingang van 1 oktober 2011. Daarbij neemt het gerecht in aanmerking dat klager met ingang van 1 juni 2013 reeds was ingeschaald in schaal 16 (zie 1.3) en gesteld noch gebleken is dat klager eerder dan op 16 oktober 2018 een expliciet bevorderingsverzoek heeft gedaan.
2.3
Gelet hierop, zal het gerecht het bezwaar wegens het ontbreken van belang daarbij niet-ontvankelijk verklaren en komt het gerecht niet toe aan de aan de afwijzing gelegde motivering over het functioneren van klager, die overigens door klager gemotiveerd is weersproken.

BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, ambtenarenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 oktober 2022 in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen hoger beroep instellen bij de Raad van beroep in ambtenarenzaken. Daarbij dient de volgende termijn in acht te worden genomen:
  • Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
  • In de andere gevallen: binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
Het hogerberoepschrift moet worden ingediend bij:
De griffie van de Raad van Beroep in ambtenarenzaken
J.G. Emanstraat 51
Oranjestad
Aruba
U wordt verzocht bij het indienen van het hogerberoepschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het hogerberoepschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het hogerberoepschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener of de gemachtigde,
b. de datum van ondertekening,
c. waartegen u in hoger beroep komt,
d. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het hoger beroep).
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.