ECLI:NL:OGAACMB:2022:91
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot bevordering als Hoofdagent van politie met taakaccent hondengeleider
In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Sint Maarten uitspraak gedaan op het bezwaar van klager, die bevordering tot Hoofdagent van politie met taakaccent hondengeleider verzocht. Klager, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde de heer L.C.J. Lewis, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Minister van Justitie van Sint Maarten van 23 augustus 2021, waarin zijn verzoek tot bevordering werd afgewezen. Klager stelde dat er nieuwe feiten waren die aanleiding moesten geven tot herziening van het besluit, maar het Gerecht oordeelde dat deze feiten niet nieuw waren en dat er geen veranderde omstandigheden waren die de Minister tot herziening hadden moeten aanzetten.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat klager in 2015 was benoemd tot hondengeleider in de rang van Brigadier van Politie met een bezoldiging in schaal 6. Klager had verzocht om bevordering naar schaal 8p met terugwerkende kracht tot 1 februari 2015. Het Gerecht oordeelde dat het besluit van 25 oktober 2015, waarin klager in schaal 6 was geplaatst, in rechte vaststond en dat er geen rechtsmiddel tegen dit besluit was ingesteld. Hierdoor kon het Gerecht niet anders concluderen dan dat het bestreden besluit in stand kon blijven.
De uitspraak, gedaan op 20 juni 2022, concludeerde dat het bezwaar van klager niet-ontvankelijk was ten aanzien van de vergoedingen voor de politiehonden en ongegrond voor het overige. Het Gerecht heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.