In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 8 februari 2023 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, de Gouverneur van Aruba, tegen een disciplinaire straf van ontslag. Klager, werkzaam als bode bij het Bureau Interne Diensten, had bezwaar gemaakt tegen het landsbesluit van 28 oktober 2022, waarin hem ontslag werd verleend na beschuldigingen van ernstig plichtsverzuim. Klager was eerder strafrechtelijk veroordeeld voor eenvoudige mishandeling van zijn echtgenote, maar ontkende de ernst van de beschuldigingen en stelde dat de opgelegde straf disproportioneel was. Het gerecht oordeelde dat de disciplinaire straf van ontslag niet in stand kon blijven, omdat de gedragingen van klager in de privésfeer plaatsvonden en geen verband hielden met zijn functie. Bovendien was klager niet eerder aangesproken op zijn functioneren, wat een vereiste is voor ontslag wegens ongeschiktheid. Het gerecht verklaarde het bezwaar gegrond en vernietigde het landsbesluit, waardoor klager zijn functie kon behouden.