In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 27 februari 2023 uitspraak gedaan in het bezwaar van klaagster, de Gouverneur van Aruba, tegen de afwijzing van haar verzoek om bevordering naar de rang van hoofdcommies (schaal 10) met terugwerkende kracht naar 1 januari 2014. Klaagster, werkzaam bij de Directie Volksgezondheid, had eerder verzoeken ingediend voor bevordering, maar deze waren door verweerder afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat klaagster nooit formeel was geplaatst in de functie van inspectiemedewerker bij de Inspectie Gezondheidszorg, die per 1 januari 2017 was opgeheven. Verweerder stelde dat de functie van inspectiemedewerker bij de afdeling Juridische Zaken en Inspectietaken niet was gewaardeerd op schaal 10, maar op maximaal schaal 9, wat een vereiste is voor bevordering.
Tijdens de zitting op 13 februari 2023 was klaagster niet aanwezig, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het Gerecht heeft overwogen dat de afwijzing van het bevorderingsverzoek voldoende was onderbouwd door verweerder, die had aangetoond dat de Inspectie Gezondheidszorg niet had gefunctioneerd en dat klaagster niet voldeed aan de vereisten voor de functie van inspectiemedewerker. Klaagster had geen bewijs geleverd dat haar werkervaring de vereiste diploma's kon vervangen. Het Gerecht concludeerde dat de afwijzing van het bevorderingsverzoek terecht was, omdat de functie niet op het vereiste niveau was gewaardeerd.
De uitspraak van het Gerecht verklaarde het beroep van klaagster ongegrond, en beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken. De termijn voor het indienen van hoger beroep is dertig dagen na de uitspraak of na ontvangst van de uitspraak.