In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba op 3 juli 2023 uitspraak gedaan over het bezwaar van klager, een ambtenaar, tegen een landsbesluit van de Gouverneur van Aruba. Dit landsbesluit, dat op 11 oktober 2022 werd genomen, hield in dat klager met ingang van 1 maart 2018 werd overgeplaatst van de Dienst Gevangeniswezen Aruba (DGWA) naar het Bureau Guarda Nos Costa (BGNC) en dat hij werd ontheven uit zijn functie van ploegcommandant bij DGWA. Klager heeft op 23 november 2022 bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, waarbij hij aanvoerde dat hij nooit had verzocht om overplaatsing en dat deze aan hem was opgelegd.
Het gerecht heeft vastgesteld dat klager zijn bezwaarschrift tijdig heeft ingediend, ondanks dat dit na de reguliere termijn was, omdat hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij het bestreden landsbesluit op 4 november 2022 had ontvangen. De feiten van de zaak tonen aan dat klager sinds 1 maart 2018 feitelijk werkzaam is bij BGNC en dat hij geen rechtsmiddel heeft aangewend tegen zijn feitelijke overplaatsing. Het gerecht heeft geoordeeld dat de Gouverneur op goede gronden heeft besloten tot de overplaatsing en dat het bestreden landsbesluit in stand kan blijven. Klager's bezwaar werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om tijdig bezwaar te maken en de gevolgen van feitelijke overplaatsingen zonder rechtsmiddelen. Klager heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, waarbij specifieke procedures en termijnen in acht moeten worden genomen.