Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
in de zin van
[Klager],
DE MINISTER VAN JUSTITIE EN SOCIALE ZAKEN,
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
De feiten
Het gerecht overweegt daarom dat de korpschef zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het toekennen van klagers verzoek het belang en de continuïteit van de executieve kracht van het KPA zal kunnen schaden en dat dit nadelige kwalitatieve of kwantitatieve gevolgen voor de dienstverlening zal kunnen hebben. De korpschef heeft dan ook in redelijkheid kunnen oordelen dat er geen aanleiding is het verzoek van klager te honoreren.
Het gerecht stelt vast dat de door partijen verstrekte informatie over genoemde gevallen te summier is om te kunnen beoordelen of sprake is van gelijke gevallen. Het is aan de gouverneur om hier bij het voorbereiden en nemen van de beslissing op het verzoek op in te gaan. Indien de gouverneur zich op het standpunt stelt dat geen sprake is van gelijke gevallen dat dient dit oordeel draagkrachtig te worden gemotiveerd. Daarbij dient met name met betrekking tot [betrokkene 5] gemotiveerd te worden aangegeven waarom diens situatie niet gelijk is aan die van klager en wat rechtvaardigt dat het verzoek van [betrokkene 5] wel is gehonoreerd en dat van klager niet zou kunnen worden gehonoreerd. Mocht de gouverneur oordelen dat wel sprake is van gelijke, althans voldoende vergelijkbare gevallen, dan moet worden beoordeeld of het verzoek voldoet aan alle (overige) vereisten voor honorering, inclusief de modaliteiten van het bvvd.
BESLISSING
wijst het verzoek af.
- Als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: Binnen dertig dagen na de dag van de uitspraak;
- In de andere gevallen: Binnen dertig dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.