ECLI:NL:OGAACMB:2024:45

Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
CUR202401326
Instantie
Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • N.M. Martinez
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het bezwaar van een politieambtenaar tegen een tijdelijke opdracht en de vraag naar procesbelang

In deze uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao wordt het bezwaar van klager, een politieambtenaar, beoordeeld. Klager was tijdelijk belast met andere werkzaamheden door het waarnemend Hoofd, maar voert deze werkzaamheden sinds april 2024 niet meer uit. De kern van de zaak draait om de vraag of klager nog procesbelang heeft bij de beoordeling van zijn bezwaar tegen de bestreden opdracht die hem was gegeven op 13 september 2023. Klager heeft op 17 april 2024 bezwaar gemaakt, maar het Gerecht oordeelt dat het slagen van het bezwaar geen feitelijke betekenis voor klager kan hebben, aangezien zijn functie en bezoldiging niet zijn gewijzigd. Het Gerecht verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang meer is. De uitspraak benadrukt dat alleen een principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024, waarbij de rechter en de griffier aanwezig waren.

Uitspraak

GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN CURAÇAO

uitspraak
in de zaak van:

[Klager],

wonende in Curaçao,
klager,
gemachtigde: mr. A.C Herrera,
tegen

de Korpschef van het Korps Politie Curaçao,

hierna: de Korpschef,
gemachtigde: mr. C.A. Peterson, advocaat.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht het bezwaar van klager gericht tegen de op 13 september 2023 door het waarnemend Unithoofd Intake en Service mondeling aan klager gegeven opdracht (hierna: de bestreden opdracht).
1.1
Klager heeft daartegen op 17 april 2024 bezwaar gemaakt bij het Gerecht.
1.2
De Korpschef heeft een contramemorie ingediend.
1.3
Het bezwaar is op 26 juni 2024 tegelijkertijd met de zaken met nummers CUR2024201803 en CUR2024201804 ter zitting behandeld. Klager is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De Korpschef heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde die was vergezeld van [Hoofd Juridische Zaken], Hoofd Juridische Zaken bij het Korps Politie Curaçao (hierna: het KPC), [waarnemend Unithoofd], waarnemend Unithoofd Intake en Service bij het KPC en [Hoofd Politiedienst], Hoofd Politiedienst bij het KPC. Deze gemachtigde is ook mede namens de minister van Justitie en de Regering van Curaçao verschenen.

De beoordeling

2. Het Gerecht beoordeelt het bezwaar van klager tegen de bestreden opdracht.
3. Het Gerecht komt tot het oordeel dat klager geen belang heeft bij een beoordeling van zijn bezwaar tegen de bestreden opdracht waarbij hij is belast met de werkzaamheden van Intaker bij Wijkbureau Rio Canario. Dit omdat klager de werkzaamheden van Intaker sinds april 2024 niet meer uitvoert. Het Gerecht legt hierna uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat is relevant om te weten in deze zaak?
4.1
Klager is als politieambtenaar werkzaam en is benoemd in de functie van Dispatcher bij de gezamenlijke Meldkamer van de Unit Intake en Service.
4.2
Klager is op 13 september 2023 door het waarnemend Unithoofd Intake en Service tijdens een gesprek mondeling opgedragen zich per 16 september 2023 bij het Wijkteam Rio Canario te melden om daar de werkzaamheden van Intaker te gaan uitvoeren.
4.3
Klager heeft het waarnemend Unithoofd Intake en Service op 15 september 2023 via WhatsApp bericht dat hij het niet eens is met de opdracht om als Intaker bij Wijkteam Montaña, Rio Canario of elders te gaan werken en dat hij alles vast gaat leggen. De reactie van het waarnemend Unithoofd Intake en Service daarop via Whatsapp was dat klager zijn vastlegging aan haar en het Hoofd politiedienst moet mailen en dat hij zich voorlopig niet bij de Meldkamer mocht melden.
4.4
Klager heeft gevolg gegeven aan de bestreden opdracht en heeft zich bij Wijkteam Rio Canario gemeld. Hij heeft op 16 november 2023 aan de Korpschef verzocht om de bestreden opdracht vast te leggen en heeft datzelfde verzoek op 29 december 2023 aan de minister gedaan.
4.5
Klager is daarna in april 2024 bij de Unit Bijzondere Wetten gaan werken.
4.6
Er heeft op 23 mei 2024 een gesprek plaatsgevonden waarbij klager, het Hoofd Politiedienst, het waarnemend Unithoofd Intake en Service en het waarnemend Unithoofd Bijzondere Wetten aanwezig waren. Er is tijdens dat gesprek een op schrift gestelde dienstopdracht aan klager uitgereikt waarbij klager -kortgezegd- de opdracht is gegeven een begeleidingstraject bij de psycholoog van het ARBO consult te volgen voor de duur van 6 maanden met de mogelijkheid tot verlenging. Klager is daarnaast voor de duur van het begeleidingstraject tijdelijk ingedeeld bij de Unit Bijzondere Wetten als medewerker Bijzondere Wetten. Klager heeft op 27 mei 2024 bezwaar (CUR2024201804) gemaakt tegen deze dienstopdracht bij het Gerecht en een beslissing bij voorraad (CUR2024201803) verzocht.
4.7
De minister van Justitie heeft bij Ministeriële Beschikking van 26 juni 2024 (hierna: de MB), aan klager uitgereikt op diezelfde datum tijdens de behandeling bij het Gerecht, met toepassing van artikel 81 van het besluit Rechtspositie Korpspolitie Nederlandse Antillen (het BrKPNA) het volgende besloten, voor zover hier van belang:
- dat klager gerekend te zijn ingegaan op 16 september 2023 tijdelijk is belast met het opnemen van aangiftes bij Intake en Service van het wijkbureau Rio Canario, met behoud van de aan functie van Dispatcher, waarin hij benoemd is, verbonden salarisschaal;
- dat klager gerekend te zijn ingegaan april 2024 is geplaatst bij UBW met behoud van de aan functie van Dispatcher, waarin hij benoemd is, verbonden salarisschaal;
- dat klager gerekend te zijn ingegaan op 22 mei 2024, tijdelijk, voor de duur van zijn begeleidingstraject bij ARBO consult, met de mogelijkheid van verlenging, is geplaatst in de functie van Medewerker Bijzondere Wetten met behoud van de aan zijn functie van Dispatcher verbonden salarisschaal.
Is het Gerecht bevoegd kennis te nemen van het bezwaar?
5. De bestreden opdracht is aan te merken als een handeling waardoor klager rechtstreeks in zijn rechtspositioneel belang is getroffen. Op grond van artikel 35, eerste lid, van de Rar, staat dan ook bezwaar daartegen open bij het Gerecht. Het Gerecht is dus bevoegd kennis te nemen van het bezwaar.
Heeft klager belang bij een beoordeling van de bestreden opdracht?
6. Nog los van de vraag of klager tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen de bestreden opdracht, geldt dat klager geen belang meer heeft bij een beoordeling van de bestreden opdracht. Het Gerecht overweegt daartoe als volgt.
6.1
Volgens vaste rechtspraak van de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken (hierna: de Raad), zie bijvoorbeeld de uitspraak. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van 1 april 2021, ECLI:NL:ORBAACM:2021:4, en 10 december 2021, ECLI:NL:ORBAACM:2021:8, is voor het antwoord op de vraag of een betrokkene (voldoende) procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van een bezwaar bepalend of het resultaat dat de indiener van het bezwaar nastreeft ook daadwerkelijk kan worden bereikt en of het realiseren van dat resultaat voor de indiener feitelijke betekenis kan hebben. Het hebben van alleen een formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van procesbelang.
6.2
Klager voert sinds april 2024 niet meer de werkzaamheden van Intaker bij Wijkteam Rio Canario uit. Zijn functie en bezoldiging zijn ook niet gewijzigd. Dit betekent dat het slagen van het bezwaar geen feitelijke betekenis voor klager kan hebben. Een oordeel van het Gerecht over de vraag of het waarnemend Hoofd Unit Intake en Service bevoegd was om hem tijdelijk te belasten met de werkzaamheden van Intaker bij Wijkteam Rio Canario levert geen procesbelang op. Dat is een uitsluitend principieel belang. Zoals onder 6.1 is overwogen is een dergelijk belang onvoldoende voor het aannemen van procesbelang.

Conclusie en gevolgen

7. De slotsom is dat het bezwaar gericht tegen de bestreden opdracht niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
8. Voor een proceskostenveroordeling ziet het Gerecht geen aanleiding.

Beslissing

Het Gerecht in Ambtenarenzaken:
-
verklaarthet bezwaar
niet-ontvankelijk.
Aldus gedaan door mr. N.M. Martinez, rechter in ambtenarenzaken, en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024, te Curaçao, in tegenwoordigheid van de griffier, P.N.F. Pereira do Tanque.

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kunnen alle partijen hoger beroep instellen bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken (RvBAz) Het hoger beroepschrift moet worden ingediend
binnen 30 dagenna de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
De indiener van het hoger beroep moet in ieder geval:
- het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
- een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
- vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).
Partijen kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om binnen de gegeven hoger beroepstermijn te volstaan met een pro-forma hoger beroepschrift. Dit betekent dat de hoger beroepsgronden op een later moment kunnen worden ingediend.
Voor het instellen van hoger beroep is geen griffierecht verschuldigd.