Op 8 januari 2024 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in de zaak tussen klager, een ambtenaar, en de Gouverneur van Aruba. Klager had bezwaar gemaakt tegen een inhouding van Afl. 218,32 op zijn salaris van maart 2023, welke inhouding was vermeld op zijn loonstrook van 22 maart 2023. Klager stelde dat hij geen verzuim had gepleegd en dat de inhouding onterecht was. De verweerder, de Gouverneur, voerde aan dat klager niet was verschenen op een verplicht gesprek in het kader van zijn re-integratietraject, wat de inhouding rechtvaardigde.
Tijdens de zitting op 6 november 2023 werd duidelijk dat klager sinds 1 december 2022 werkzaam was bij de vakbond Seppa en dat de verweerder niet op de hoogte was van deze plaatsing. Het Gerecht oordeelde dat de inhouding van het salaris niet kon worden gerechtvaardigd, omdat er geen schriftelijk besluit van het bevoegd gezag was dat de inhouding voldoende motiveerde. De enkele vermelding op de loonstrook werd niet als een draagkrachtige motivering beschouwd.
Het Gerecht verklaarde het bezwaar van klager gegrond, vernietigde de bestreden beschikking en veroordeelde de verweerder tot betaling van de proceskosten van Afl. 1.400,-. De uitspraak werd gedaan door rechter N.M. Martinez en is openbaar uitgesproken. Beide partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van Beroep in ambtenarenzaken, met inachtneming van de gestelde termijnen.