In deze uitspraak van het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba, gedateerd 10 november 2025, wordt het bezwaar van klaagster, een politieambtenaar, tegen de ingangsdatum van haar bevordering behandeld. Klaagster was werkzaam bij het Korps Politie Aruba en had eerder een bevordering aangevraagd. De bestreden beschikking van de Gouverneur van Aruba stelde de ingangsdatum van haar bevordering naar de rang van hoofdagent (schaal P06) op 1 juli 2021, terwijl klaagster meende dat deze datum 1 januari 2020 had moeten zijn, omdat zij vanaf die datum de functie uitvoerde die de bevordering rechtvaardigde. Klaagster voerde aan dat het voorstel van de korpschef om haar te bevorderen door de pandemie was vertraagd en dat dit niet voldoende was meegewogen door de verweerder. Het gerecht oordeelde dat de ingangsdatum van de bevordering in overeenstemming was met het beleid dat bevorderingen niet verder terugwerken dan drie jaar voorafgaand aan de datum van indiening van het verzoek. Het bezwaar van klaagster werd ongegrond verklaard, en het gerecht benadrukte dat bevordering geen recht is, maar een discretionaire bevoegdheid van het bevoegde gezag. De uitspraak concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.