In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao het besluit van de Regering om klaagster, een politieambtenaar, met ingang van 3 juli 2025 te ontslaan. Klaagster ontving het ontslagbesluit op 20 augustus 2025 en maakte op 17 september 2025 bezwaar. Tijdens de zitting op 20 oktober 2025 werd het bezwaar behandeld, waarbij klaagster werd bijgestaan door haar gemachtigde en de Regering vertegenwoordigd was door mr. A.M. Faria. Het Gerecht oordeelt dat het ontslagbesluit onterecht was, omdat klaagster tegen het strafvonnis, dat leidde tot haar ontslag, gedeeltelijk hoger beroep had ingesteld. Dit betekent dat het strafvonnis nog niet onherroepelijk was en de Regering klaagster niet op basis daarvan kon ontslaan. Het Gerecht vernietigt het ontslagbesluit en oordeelt dat de Regering het salaris van klaagster met terugwerkende kracht moet hervatten. Tevens wordt de Regering veroordeeld in de proceskosten van klaagster, vastgesteld op Cg 1.400,-. De uitspraak werd gedaan door mr. N.M. Martinez en is openbaar uitgesproken op 31 oktober 2025.