Op 3 februari 2025 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba uitspraak gedaan in de zaken van drie klagers, allen werkzaam als city inspector bij het Bureau City Inspector (BCI). De klagers hadden bezwaarschriften ingediend tegen het uitblijven van beslissingen op hun verzoeken om bevordering, die zij op 12 juli 2023 hadden ingediend. De klagers stelden dat zij voldeden aan de vereisten voor bevordering, maar dat verweerder, de Gouverneur van Aruba, niet tijdig had beslist op hun verzoeken. Tijdens de zitting op 20 januari 2025 zijn de zaken gevoegd behandeld, waarbij de klagers in persoon verschenen en verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, mr. V.M. Emerencia.
Het gerecht oordeelde dat de bezwaren van de klagers gegrond waren, omdat verweerder had nagelaten tijdig een beslissing te nemen. De klagers hadden allen aangegeven dat zij voldeden aan de vereisten voor bevordering, en het gerecht concludeerde dat er geen belemmeringen waren om hen te bevorderen. De eis dat klagers over BOA-bevoegdheid moesten beschikken, kon niet worden tegengeworpen, aangezien deze eis niet gold op het moment van hun aanstelling en bevordering. Het gerecht heeft verweerder opgedragen om binnen drie maanden na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op de verzoeken om bevordering van de klagers.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige besluitvorming door de overheid in ambtenarenzaken en bevestigt dat de klagers recht hebben op een gemotiveerde beslissing op hun verzoeken. De beslissing is genomen door mr. B.J. van Ettekoven, bijgestaan door griffier mr. M.E.C. Bakker, en werd uitgesproken in een openbare zitting.