In deze zaak heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Curaçao op 23 april 2025 uitspraak gedaan over het disciplinair ontslag van klaagster, een dierenarts en waarnemend hoofd van de Veterinaire Dienst. Klaagster was ontslagen door de Regering van Curaçao op basis van plichtsverzuim en functionele ongeschiktheid. De aanleiding voor het ontslag was het inslapen van twee honden op 25 juni 2023, zonder dat er een geschikte quarantaine mogelijkheid was en zonder dat de eigenaren van de honden vooraf op de hoogte waren gesteld. Daarnaast heeft klaagster tijdens een onderzoek stukken uit het kantoor van de Veterinaire Dienst verwijderd, wat ook als plichtsverzuim werd aangemerkt.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat klaagster zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim door de honden in te slapen in strijd met de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Ook het verwijderen van documenten en materialen uit het kantoor tijdens een lopend onderzoek werd als ernstig plichtsverzuim beschouwd. Klaagster had niet voldoende onderbouwd waarom zij deze handelingen had verricht en het Gerecht oordeelde dat het ontslag niet disproportioneel was. Het bezwaar van klaagster tegen het ontslag werd ongegrond verklaard, en het Gerecht oordeelde dat het disciplinair ontslag in stand kon blijven.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren en de noodzaak om zich aan de geldende wet- en regelgeving te houden. Het Gerecht concludeerde dat de gedragingen van klaagster ernstige vormen van plichtsverzuim waren, wat een disciplinair ontslag rechtvaardigde. Klaagster had de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.