In deze uitspraak van 7 mei 2025 heeft het Gerecht in Ambtenarenzaken van Aruba het bezwaar van klager, een ambtenaar werkzaam bij het Cuerpo Especial Arubano (CEA), gegrond verklaard. Klager had verzocht om benoeming in de functie van ploegleider en bevordering naar schaal 7, maar zijn verzoeken waren eerder afgewezen door de Gouverneur van Aruba. Klager had zijn verzoeken herhaald in verschillende brieven, maar de Gouverneur had deze afgewezen op basis van een advies van het Departamento di Recurso Humano (DRH), dat aangaf dat er een reorganisatie gaande was binnen het CEA en dat klager niet in aanmerking kwam voor de gevraagde functies of een waarnemingstoelage.
Het gerecht oordeelde dat de afwijzing van klagers verzoeken niet voldoende gemotiveerd was. Het feit dat klager sinds 2010 de functie van ploegleider waarnam, zonder dat er een deugdelijke reden was gegeven voor zijn uitsluiting van benoeming, werd als onzorgvuldig en onredelijk beschouwd. Het gerecht stelde vast dat er nog vacatures voor ploegleiders waren en dat klager niet langer aan het lijntje gehouden kon worden. De bestreden beschikking van 14 februari 2024 werd vernietigd, en de Gouverneur werd opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen op klagers verzoeken, inclusief de beoordeling van de waarnemingstoelage.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij beslissingen van het bestuur en de rechten van ambtenaren in het kader van benoemingen en bevorderingen. Klager werd ook in het gelijk gesteld wat betreft de kosten van de procedure, die voor de Gouverneur kwamen te liggen.