Uitspraak
HET GERECHT IN AMBTENARENZAKEN VAN ARUBA
[Klager],
DE GOUVERNEUR VAN ARUBA,
INLEIDING
DE BEOORDELING
- i) hij zijn geheimhoudingsplicht niet heeft geschonden en evenmin misbruik heeft gemaakt van zijn functie;
- ii) het opstellen van de vergunningsaanvragen niet kan worden aangemerkt als nevenwerkzaamheden in de zin van de Lma;
- iii) hij geen (procedure)regels heeft geschonden.
Nu niet is gesteld of gebleken dat dit plichtsverzuim niet aan klager kan worden toegerekend, was verweerder bevoegd klager ter zake een disciplinaire maatregel op te leggen.
Het gerecht beantwoordt deze vraag ontkennend en overweegt daartoe het volgende.
5 oktober 2022 door de leiding van DVG is geconfronteerd met de verdenking van plichtsverzuim. Pas bij het bestreden landsbesluit van 29 januari 2025 heeft verweerder klager de disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag opgelegd, derhalve na een periode van ruim zevenentwintig maanden. Verweerder heeft zijn stelling dat de disciplinaire procedure langer heeft moeten duren wegens de complexiteit van de zaak en de noodzaak tot nader onderzoek naar aanleiding van de verantwoording van klager en de reactie van de dienst, niet nader onderbouwd. Gelet op het rechtszekerheidsbeginsel
is dit tijdsverloop onaanvaardbaar lang, temeer nu tussen de verantwoording van klager
(19 december 2023) en de oplegging van de straf (25 januari 2025) meer dan dertien maanden zijn verstreken.
CONCLUSIE
BESLISSING
mr. drs. A.A. Wever, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 20 oktober 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.
binnen 30 dagen:
- als de indiener van het hoger beroep of zijn gemachtigde bij de uitspraak aanwezig is geweest: binnen 30 dagen na de dag van de uitspraak;
- in de andere gevallen: binnen 30 dagen na de dag van de toezending of de terhandstelling van een afschrift van de uitspraak.
- het hoger beroepschrift indienen in tweevoud;
- een afschrift van deze uitspraak bijvoegen;
- vermelden waarom hij het niet eens is met de uitspraak (hoger beroepsgronden).