ECLI:NL:OGEAA:2010:BP2869

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K.G. no. 2995 van 2010
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van ordemaatregelen in kort geding met betrekking tot beslaglegging en gebruiksverbod

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, ging het om een kort geding waarin Unipa werd beschuldigd van het onttrekken van goederen aan beslag. De eiseressen, Cala Romana N.V. en Fair Play Universal Ltd., hadden conservatoir beslag gelegd op roerende zaken van Unipa. De procedure begon met een verzoekschrift van Unipa op 3 november 2010, gevolgd door een mondelinge behandeling op 4 november 2010. Tijdens deze zitting werd Unipa verboden de put te Budui te betreden zonder supervisie van de eiseressen en werd het gebruik van de productielijn van Fair Play aan Unipa verboden. Unipa had goederen overgespoten en van het terrein afgehaald, wat leidde tot de beschuldiging van onttrekking aan beslag. Het Gerecht oordeelde dat het verweer van Unipa ongeloofwaardig was en bevestigde de ordemaatregelen. Unipa werd ook veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor elke overtreding van de opgelegde verboden, met een maximum van Afl. 500.000,00. De vordering van Unipa om het beslag op te heffen werd afgewezen, omdat de goederen fiduciair in eigendom waren overgedragen aan Aruba Bank. De uitspraak werd gedaan op 17 november 2010, waarbij het vonnis uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 17 november 2010
K.G. no. 2995 van 2010
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Vonnis in kort geding:
1. de naamloze vennootschap CALA ROMANA N.V., gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Cala Romana
2. de vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden FAIR PLAY UNIVERSAL LTD, gevestigd te Britse Maagdeneilanden,
hierna ook te noemen: Fair Play,
gemachtigde: de advocaat mr. R.C. Samuels,
en
3. de naamloze vennootschap ARUBA BANK N.V., gevestigd te Aruba,
als gevoegde partij aan de zijde van eiseressen in conventie sub 1 en 2, hierna te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: mr. W.G.T.M. Kloes,
EISERESSEN in conventie en VERWEERSTERS in reconventie, hierna gezamenlijk: Cala Romana c.s.
tegen
de naamloze vennootschap ARUBA MINISTORAGE N.V. handelend onder de naam Unipa, gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE in conventie en EISERES in reconventie, hierna ook te noemen: Unipa,
gemachtigde: de advocaat mr. Ch. Van Esch.
1. DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 3 november 2010 met bewijsstukken;
- griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling ter openbare terechtzitting op 4 november 2010. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Aruba Bank bij incidentele conclusie verzocht zich te mogen voegen aan de zijde van Cala Romana en Fair Play. Dit verzoek is, nadat partijen daarover zijn gehoord, toegestaan. Vervolgens hebben de gemachtigden van partijen het woord gevoerd, onder verwijzing naar op voorhand overgelegde producties, waarna zij op elkaars stellingen hebben gereageerd. Unipa heeft tevens een (op voorhand toegezonden) eis in reconventie ingediend, waarover partijen zich eveneens hebben uitgelaten. Het gerecht heeft mr Samuels tijdens de behandeling erop gewezen dat pagina 2 van de overeenkomst tussen Fair Play en Unipa ontbrak bij de overgelegde stukken. Mr Samuels heeft vervolgens aangeboden deze te overleggen, waartegen door de andere partijen geen bezwaar is gemaakt. Na afloop van de zitting heeft mr Samuels de ontbrekende pagina aan het Gerecht, Aruba Bank en Unipa gefaxt.
2. DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1 In 2005 hebben Cala Romana en Unipa een exploitatieovereenkomst gesloten met betrekking tot de ontginning door Unipa van een mijn in Aruba (hierna: de put te Budui). In 2005 is tussen Fair Play en Unipa een huurkoopovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot een productielijn die nodig was om de put te Budui te ontginnen (de productielijn). Op grond van deze huurkoopovereenkomst moet de huurkoopprijs in maandelijkse termijnen van Afl. 9.000,- worden voldaan tot een totaal van US $ 300.000,00. De huurkoopovereenkomst bepaalt verder dat Fair Play eigenaar blijft van de productielijn zolang de laatste termijn niet is voldaan.
2.2 Bij overeenkomst van 8 april 2009 heeft Unipa tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen zij aan Aruba Bank verschuldigd is of te eniger tijd verschuldigd mocht zijn, alle aanwezige en in de toekomst door Unipa voor haar bedrijf te verkrijgen inventaris en/of machines in eigendom overgedragen aan Aruba Bank. Op grond van artikel 10 van deze overeenkomst is Unipa bij (onder meer) beslaglegging verplicht alle maatregelen te nemen welke tot het behoud van de rechten van Aruba Bank noodzakelijk zijn. In artikel 11.2 van de overeenkomst is bepaald dat Unipa niet bevoegd is zonder schriftelijke toestemming van Aruba Bank de aan haar overgedragen goederen, anders dan ter noodzakelijk herstel of onderhoud, buiten haar bedrijf te (doen) brengen. Krachtens artikel 12 mag Aruba Bank de overeenkomst (onder meer) opzeggen indien beslag op de overgedragen goederen wordt gelegd.
2.3 Bij overeenkomst van 8 april 2009 heeft [directeur] ten behoeve van Unipa met Aruba Bank een borgtochtovereenkomst gesloten, waarbij [directeur] zich jegens Aruba Bank als borg verbindt tot zekerheid van betaling van al hetgeen Aruba Bank van (onder meer) Unipa te vorderen heeft of zal krijgen, tot een maximum van Afl. 150.000,00 te vermeerderen met rente en kosten. [directeur] is directeur van Unipa.
2.4 Bij brief van 25 oktober 2010 heeft de raadsman van Fair Play aan Unipa onder meer bericht dat aan achterstallige huurkooptermijnen een bedrag van Afl. 91.350,00 open staat te vermeerderen met een vertragingsboete van Afl. 26.643,75. Deze brief luidt verder, voor zover hier van belang:
<small>‘Unipa wordt bij deze gesommeerd om deze achterstand uiterlijk 28 oktober 2010 volledig voldaan te hebben, inclusief de toepasselijke boete (rente), bij gebreke waarvan cliënte de huurkoopovereenkomst bij deze per 28 oktober 2010 buitengerechtelijk ontbonden zal beschouwen. (…)
In geval van ontbinding zal Unipa dan ook de machines en equipment zonder recht of titel onder zich hebben hetgeen als gevolg zal hebben dat het niet toegestaan zal zijn dezen te gebruiken danwel op enige mogelijke wijze erover te beschikken zonder nadere afspraken daartoe schriftelijk vastgelegd te hebben met cliënte.
Unipa zal alsdan de mogelijkheid krijgen om binnen 2 weken na 28 oktober 2010 de volledige achterstand in te halen door betaling van de verschenen termijnen, rente en kosten.
Indien de inlossing in de gemelde twee weken niet volledig heeft plaatsgevonden is daarmee de huurkoopovereenkomst dus definitief tot een einde gekomen als gevolg van de wanprestatie van Unipa. (…)’</small>
2.5 Bij brief van 25 oktober 2010 heeft Cala Romana de exploitatieovereenkomst met Unipa opgezegd tegen 31 december 2010 en heeft zij Unipa ondermeer erop gewezen dat Unipa een betalingsachterstand heeft van Afl. 225.440,00 in hoofdsom en Afl. 53.287,50 aan verbeurde boetes.
2.6 Op 28 oktober 2010 heeft Fair Play ten laste van Unipa conservatoir beslag doen leggen op de productielijn.
2.7 Op 29 oktober 2010 heeft Cala Romana ten laste van Unipa conservatoir beslag doen leggen op een aantal roerende goederen.
2.8 Een aantal van de onder het beslag van Fair Play en/of Cala Romana vallende roerende goederen, waaronder een Hydraram, zijn op 2 november 2010 door Unipa naar de transporteur Ocean Air Express vervoerd. De Hydraram is eerst overgespoten.
2.9 Bij brief van 4 november 2010 heeft D. Tachi, manager van Ocean Air Express, aan de raadsman van Cala Romana en Fair Play bericht dat Ocean Air Express van [directeur] (het gerecht begrijpt: [directeur]), het verzoek heeft gekregen om één machine en nog andere onderdelen naar Nederland te verschepen en dat deze goederen bij Ocean Air Express zijn afgeleverd en liggen opgeslagen.
2.10 Op 4 november 2010 heeft Aruba Bank conservatoir beslag doen leggen op de roerende goederen in de put te Budui en de goederen die door Unipa naar Ocean Air Express zijn vervoerd.
3. HET GESCHIL
<b>In conventie</b>
3.1 Op 4 november 2010 heeft dit gerecht Unipa, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren, bij wijze van ordemaatregel verboden om - totdat in kort geding hierop is beslist - de put te Budui te betreden, tenzij dit terrein wordt betreden onder de supervisie van vertegenwoordigers van eiseressen, welke daartoe op voorhand schriftelijk dienen te worden ingelicht door Unipa. Tevens is Unipa, ook als ordemaatregel totdat in kort geding is beslist, verboden de productielijn van Fair Play te gebruiken. Unipa is daarbij veroordeelt tot betaling aan eiseressen van een dwangsom van
Afl. 25.000,00 voor iedere keer dat zij in strijd mocht handelen met de voormelde verboden, met bepaling dat aan dwangsommen maximaal Afl. 500.000,00 kan worden verbeurd.
3.2 Cala Romana c.s. vorderen dat, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren, de in 3.1. genoemde ordemaatregelen in kort geding worden bevestigd en daarnaast vorderen zij Unipa te verbieden tot het nemen van enige stappen voor het vervreemden van enige zaken vanuit de put te Budui, zonder daartoe van Cala Romana c.s. schriftelijk toestemming te hebben verkregen, alles op verbeurte van een dwangsom van Afl. 25.000,00 per overtreding of poging tot overtreding van het gevorderde, of enige andere beslissing welke het gerecht vermeent te behoren, en met veroordeling van Unipa in de kosten van deze procedure.
3.3 Unipa concludeert dat de vorderingen moeten worden afgewezen, met veroordeling van Cala Romana c.s. in de kosten van de procedure. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, ingegaan.
<b>In reconventie</b>
3.4 Unipa vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Cala Romana en Fair Play te bevelen:
- het onder 2.7 genoemde en door Cala Romana gelegde beslag op te heffen binnen 24 uur na betekening van dit vonnis en
- Unipa tot 31 december 2010, althans tot 6 december 2010 de vrije toegang te verlenen tot de put te Budui, zodat Unipa de containers met ondermeer haar administratie, boekhouding en machines kan weghalen, althans een beslissing te nemen met betrekking tot het weghalen van goederen, welke het gerecht rechtvaardig acht, en voor zover van belang in goed overleg met Aruba Bank;
kosten rechtens.
3.5 Cala Romana c.s. concluderen dat de vorderingen moeten worden afgewezen, met veroordeling van Unipa in de kosten van de procedure. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, ingegaan.
4. DE BEOORDELING IN CONVENTIE EN RECONVENTIE
<i>Spoedeisend belang</i>
4.1 Unipa stelt dat de conventionele vorderingen bij gebrek aan spoedeisend belang moeten worden geweigerd. Zij voert daartoe aan dat zij goederen die onder het beslag vallen daaraan niet zal onttrekken en dat zij met ingang van 5 november 2010 de exploitatie van de put te Budui staakt, zodat zij de productielijn niet meer gebruikt. Hiermee gaat Unipa aan de stellingen van Cala Romana c.s. voorbij. Zij voeren immers aan dat Unipa in strijd met het fiduciaire eigendomsrecht (van Aruba Bank), respectievelijk de gelegde beslagen (door Cala Romana en Fair Play) goederen van het terrein heeft weggevoerd. Fair Play voert daarnaast aan dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de productielijn per 28 oktober 2010 is ontbonden, zodat Unipa die niet meer mag gebruiken. Aldus wordt, zo begrijpt het gerecht de stellingen van eiseressen, inbreuk gemaakt op de zekerheidsrechten van Cala Romana c.s. en op het eigendomsrecht van Fair Play. Daarmee is het spoedeisend belang bij de vorderingen in conventie naar het oordeel van het gerecht gegeven.
4.2 In reconventie heeft Unipa aangevoerd spoedeisend belang bij haar vorderingen te hebben omdat Aruba Bank in geval van beslag de overeenkomst van fiduciaire eigendomsoverdracht met haar mag opzeggen en dat Aruba Bank tevens gerechtigd is de hypotheekakte op te zeggen en tot uitwinning over te gaan. Dit is niet betwist en het spoedeisend belang is daarmee ook in reconventie gegeven.
<i>Met betrekking tot het terreinverbod</i>
4.3 Aan de conventionele vordering (de ordemaatregel te bekrachtigen) dat Unipa de toegang wordt verboden tot de put te Budui, leggen Cala Romana en Fair Play ten grondslag dat zij vorderingen hebben op Unipa, tot zekerheid waarvan zij beslagen hebben gelegd op goederen in de put te Budui en dat zij ermee bekend zijn geworden dat Unipa enkele van deze goederen aan het beslag heeft onttrokken doordat zij deze naar Ocean Air Express heeft vervoerd met het doel die goederen te exporteren. Aruba Bank legt aan het gevraagde terreinverbod ten grondslag dat alle onroerende goederen aan haar fiduciair in eigendom zijn overgedragen en dat zij heeft vernomen dat Unipa in weerwil hiervan een aantal van deze goederen zonder haar toestemming tracht te verkopen, dat ook zij beslag heeft laten leggen en dat zij onttrekking daaraan vreest.
4.4 Unipa heeft tegen deze vordering verweer gevoerd. Zij stelt dat zij de goederen niet aan het beslag heeft onttrokken. Omdat zij een forse schuld heeft bij Aruba Bank, wilde zij onderzoeken of zij de goederen in Nederland zou kunnen verkopen en wat dat zou kunnen opbrengen. In dat kader heeft zij een deel van deze goederen overgespoten om zo nette foto’s ervan te kunnen maken die zij aan potentiële kopers wilde laten zien. Vervolgens heeft zij de goederen naar Ocean Air Express vervoerd, omdat deze in de put te Budui in de weg lagen en zij bij Ocean Air Express konden worden opgeslagen. Als inderdaad zou blijken dat zij een goede prijs ervoor zou kunnen krijgen, zou zij hierover vooraf met Aruba Bank in overleg zijn getreden, aldus Unipa, waarna Ocean Air Express de goederen naar Nederland zou kunnen verschepen. Ook voert Unipa aan dat zij nooit tot onttrekking aan het beslag zal overgaan, alleen al omdat haar directeur persoonlijk borg staat voor haar schulden aan Aruba Bank.
4.5 Dit verweer van Unipa komt het gerecht voorshands volstrekt ongeloofwaardig voor. Onweersproken hebben Cala Romana en Fair Play aangevoerd dat de deurwaarder bij het leggen van het beslag erop heeft gewezen dat Unipa de goederen niet mocht weghalen. Ook valt niet in te zien waarom de goederen tijdens het beslag niet in de put te Budui konden blijven, waar zij zich steeds hadden bevonden. Voorts is van belang dat Cala Romana en Fair Play de onder 2.9 genoemde brief hebben overgelegd waaruit blijkt dat de directeur van Unipa opdracht heeft gegeven de bij Ocean Air Express gebrachte goederen naar Nederland te vervoeren. Unipa heeft aangevoerd dat deze brief niet klopt, maar voor bewijslevering op dat punt is in het kader van deze kort geding procedure geen plaats. Tenslotte acht het gerecht van belang dat Aruba Bank onweersproken heeft aangevoerd dat Unipa al eerder zonder enig overleg met Aruba Bank en dus zonder haar toestemming, goederen heeft verkocht. Dat Aruba Bank, zoals Unipa zelf stelt, fiduciair eigenaar is, zodat Unipa beschikkingsonbevoegd was, hield haar daarbij kennelijk niet tegen. Voorlopig wordt dan ook geoordeeld dat het er alle schijn van heeft dat Unipa een aantal goederen gereed heeft gemaakt voor verkoop en deze naar Ocean Air Express heeft laten vervoeren om ze op afzienbare termijn het land uit te voeren zonder medeweten van Cala Romana c.s.
4.6 Bovendien gaat Unipa met haar verweer eraan voorbij dat van onttrekking aan beslag reeds sprake is zodra de beslagene de goederen verplaatst naar een plek waarvan de beslaglegger geen weet heeft. Van verkoop van de goederen hoeft dus (nog) geen sprake te zijn. Door de goederen op het terrein van Ocean Air op te slaan, zonder dit aan Cala Romana te melden, heeft zij de verhaalsmogelijkheden met betrekking tot deze goederen beperkt en daarmee aan het beslag onttrokken.
4.7 Daar komt nog bij dat Aruba Bank terecht en onweersproken erop heeft gewezen dat uit artikel 11.2 van de overdrachtsakte volgt dat het Unipa niet is toegestaan de fiduciair in eigendom overgedragen goederen buiten haar bedrijf te (doen) brengen zonder schriftelijke toestemming van Aruba Bank. De borgstelling door [directeur] voor schulden van Unipa ten gunste van Aruba Bank doet daaraan, anders dan Unipa meent, niet af. Bovendien is aan deze borgstelling een maximum verbonden van Afl. 150.000,00, terwijl Aruba Bank onbetwist heeft aangevoerd dat Unipa bij haar een schuld heeft van circa Afl. 484.000,00.
4.8 In reconventie heeft Unipa gevorderd dat het beslag van Cala Romana moet worden opgeheven omdat het is gelegd op goederen die fiduciair in eigendom zijn overgedragen aan Aruba Bank en dat zij op grond van de betreffende overeenkomst gehouden is opheffing van het beslag te vorderen, omdat Aruba Bank anders tot uitwinning van de hypotheek mag overgaan. Cala Romana heeft deze reconventionele vordering slechts bestreden door aan te voeren dat Unipa niets opschiet met het opheffen van het beslag, omdat Unipa ook bij opheffing niet vrij over de goederen zal kunnen beschikken gelet op het dan nog klevende beslag van Aruba Bank. Zij gaat daarbij echter aan de stelling van Unipa voorbij. Omdat de goederen, voor zover die niet in eigendom zijn van Fair Play, fiduciair in eigendom zijn overgedragen aan Aruba Bank, zal Cala Romana deze goederen niet kunnen uitwinnen. Zij heeft dan ook geen belang bij het laten voortduren van dit beslag, terwijl Unipa wel een contractueel belang heeft bij opheffing. In reconventie zal het door Cala Romana gelegde beslag dan ook worden opgeheven. Gelet hierop zal ook (de bevestiging van) het terreinverbod worden afgewezen, voorzover gevorderd door Cala Romana.
4.9 Fair Play (als eigenaar/huurverkoper van de productielijn) en Aruba Bank (als fiduciair eigenaar van de andere goederen) hebben belang bij het voortduren van de door hen gelegde beslagen ter zekerheid van hun vorderingen. Gelet hierop hebben zij ook belang erbij dat herhaling van onttrekking aan het beslag wordt voorkomen door middel van een terreinverbod. Nu het gevraagde terreinverbod zodanig is geformuleerd dat Unipa onder toezicht van Fair Play en Aruba Bank in staat kan worden gesteld goederen die niet onder het beslag vallen weg te halen, weegt het belang van Unipa bij afwijzing van het terreinverbod minder zwaar dan de belangen van Fair Play en Aruba Bank bij toewijzing ervan. De ordemaatregel met betrekking tot het terreinverbod zal jegens hen dan ook worden bevestigd. De reconventionele vordering van Unipa om haar vrije toegang te verlenen tot de put te Budui wordt, gelet op het voorgaande, afgewezen.
<i>Met betrekking tot het gebruiksverbod van de productielijn</i>
4.10 Het gebruiksverbod (dat wil zeggen de bevestiging van de opgelegde ordemaatregel) wordt afgewezen voorzover gevorderd door Cala Romana en Aruba Bank. Gesteld noch gebleken is immers welk belang zij bij deze vordering hebben.
4.11 Fair Play stelt dat Unipa niet langer gerechtigd is de productielijn te gebruiken, nu zij de huurkoopovereenkomst bij brief van 25 oktober 2010 per 28 oktober 2010 buitengerechtelijk heeft ontbonden (zie 2.4). In die brief staat tevens dat in geval van ontbinding, Unipa de productielijn niet langer mag gebruiken, terwijl gebleken is dat Unipa in ieder geval tot en met 3 november 2010 de productielijn nog steeds in gebruik had, aldus Fair Play. Uit de betreffende brief van Fair Play blijkt dat de ontbinding pas definitief wordt indien Unipa binnen twee weken na 28 oktober 2010 de betalingsachterstand (inclusief rente en kosten) niet heeft ingehaald. Voorlopig wordt dan ook geoordeeld dat de huurkoopovereenkomst eerst per 11 november 2010 is ontbonden. Unipa heeft zich tegen deze vordering verweerd door aan te voeren dat zij met ingang van 5 november 2010 niet langer zal produceren en dus ook geen gebruik meer zal maken van de productielijn. Kennelijk beoogt zij zo aan te voeren dat Fair Play geen belang heeft bij de vordering. Gelet echter op de onder 4.5 en 4.6 geconstateerde onttrekking aan het beslag en de belangen van partijen tegen elkaar afwegend, is bevestiging van het als ordemaatregel opgelegde gebruiksverbod van de productielijn op zijn plaats, mede omdat daaraan een dwangsom kan worden verbonden als prikkel tot nakoming van dit verbod (zie hierna 4.13).
<i>Met betrekking tot het vervreemdingsverbod </i>
4.12 Cala Romana c.s. hebben gevorderd Unipa te verbieden om stappen te nemen voor het vervreemden van zaken vanuit de put Budui, zonder hun schriftelijke toestemming. Dit verbod is gericht, zoals Cala Romana c.s. hebben aangevoerd, op het voorkomen dat goederen worden vervreemd en opnieuw aan het beslag worden onttrokken. Omdat het beslag van Cala Romana zal worden opgeheven en van onttrekking aan dat beslag dus geen sprake meer kan zijn, wordt deze voorziening afgewezen voor zover door Cala Romana gevorderd. In hetgeen is overwogen onder 4.5 tot en met 4.7 ziet het gerecht aanleiding deze vordering jegens Fair Play en Aruba Bank toe te wijzen. Hoewel Unipa gelet op de fiduciaire eigendomsoverdracht en de gelegde beslagen al niet bevoegd is de goederen te vervreemden, acht het gerecht dit verbod toch op zijn plaats, omdat hieraan een dwangsom kan worden verbonden. Met betrekking tot die dwangsom overweegt het gerecht als volgt.
<i>Overige</i>
4.13 Unipa heeft zich verzet tegen het opleggen van dwangsommen. Alle belangen van partijen tegen elkaar afwegend en mede gelet op hetgeen onder 4.5 tot en met 4.7 is overwogen is er aanleiding aan de bezwaren van Unipa voorbij te gaan en de vordering ook in zoverre toe te wijzen. Wel zal aan de dwangsom een maximum worden verbonden van Afl. 500.000,00.
4.14 Gesteld noch gebleken is dat Unipa de voor Cala Romana beslagleggende deurwaarder op de fiduciaire eigendomsoverdracht van de goederen aan Aruba Bank heeft gewezen, zodat dit beslag buiten schuld van Cala Romana ten onrechte is gelegd. Dit leidt ertoe dat Unipa in conventie niet alleen zal worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Fair Play en Aruba Bank, maar ook in de kosten van Cala Romana. De kosten aan de zijde van Fair Play en Cala Romana worden, tot op heden, gezamenlijk begroot op Afl. 2.211,00 (Afl. 1.500,00 aan salaris gemachtigde + Afl. 450,- aan griffierecht + Afl. 261,00 aan exploitkosten). De kosten aan de zijde van Aruba Bank worden tot op heden begroot op Afl. 1.500,- aan salaris gemachtigde.
4.15 De kosten in reconventie zullen voor Unipa Fair Play en Cala Romana worden gecompenseerd en voor Aruba Bank begroot op nihil.
4.16 Het vonnis in conventie zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard op de minuut en op alle dagen en uren, nu daartegen geen verweer is gevoerd. Het vonnis in reconventie wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat ook daartegen geen verweer is gevoerd.
5. DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
In conventie:
- bevestigt de op 4 november 2010 door dit gerecht uitgesproken ordemaatregel in zoverre dat het Unipa is verboden de put te Budui te betreden, tenzij dit gebeurd onder supervisie van Fair Play en Aruba Bank, welke daartoe op voorhand schriftelijk dienen te worden ingelicht door Unipa;
- bevestigt de op 4 november 2010 door dit gerecht uitgesproken ordemaatregel die Unipa verbiedt de productielijn van Fair Play te gebruiken;
- verbiedt Unipa enige stappen te nemen voor het vervreemden van enige zaken vanuit de put te Budui, zonder daartoe van Aruba Bank en Fair Play schriftelijk toestemming te hebben verkregen;
- veroordeelt Unipa tot betaling aan eiseressen van een dwangsom ten bedrage van Afl. 25.000,00 voor iedere keer dat zij in strijd mocht handelen met de hierboven bevestigde en gegeven verboden, met bepaling dat aan dwangsommen maximaal Afl. 500.000,00 kan worden verbeurd;
- veroordeelt Unipa in de kosten van dit geding, aan de zijde van Cala Romana en Fair Play (gezamenlijk) tot op heden begroot op Afl. 2.211,00 en aan de zijde van Aruba Bank tot op heden begroot op Afl. 1.500,-;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad op de minuut en op alle dagen en uren;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
In reconventie
- heft op het door Cala Romana op 29 oktober 2010 ten laste van Unipa gelegde conservatoir beslag;
- compenseert de kosten van het geding aldus dat Unipa, Fair Play en Cala Romana de eigen kosten dragen;
- begroot de proceskosten aan de zijde van Aruba Bank op nihil;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 17 november 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.