ECLI:NL:OGEAA:2011:BP2925

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K.G. no. 3467 van 2010
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursverkiezingen en selectiecriteria binnen de Cooperatieve Vereniging Aruba Beach Club

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderden de eisers, Kevin Daniel Foley en Barry Nolan Burke, dat de Cooperatieve Vereniging Aruba Beach Club (ABC) hen op de kandidatenlijst voor bestuursfuncties zou plaatsen. De eisers stelden dat de werkwijze van het bestuur van de ABC geen vrije bestuursverkiezingen mogelijk maakte, omdat er geen vooraf kenbare selectiecriteria werden gehanteerd bij de benoeming van kandidaten. Het Gerecht oordeelde dat de ABC geen actie mocht ondernemen die de plaatsing van leden op de kandidatenlijst zou beperken zonder dat de selectiecriteria voorafgaand aan de verkiezingen duidelijk en objectief bekendgemaakt werden. Het Gerecht verbood de ABC om enige actie te ondernemen die de mogelijkheid voor leden om zich kandidaat te stellen zou beperken en gebiedde de ABC om Foley op de lijst van verkiesbare kandidaten te plaatsen. Tevens werd de ABC veroordeeld tot het verstrekken van een volledige en bijgewerkte ledenlijst aan de eisers. Het Gerecht oordeelde dat de eisers belang hadden bij hun vorderingen, aangezien de termijn voor het indienen van kandidaten voor de aanstaande algemene ledenvergadering snel naderde. De rechter legde een dwangsom op voor het geval de ABC niet aan de uitspraak zou voldoen, en veroordeelde de ABC in de proceskosten van de eisers. Dit vonnis benadrukt het belang van transparantie en eerlijkheid in bestuursverkiezingen binnen verenigingen.

Uitspraak

Vonnis van 13 januari 2011 (bij vervroeging)
K.G. no. 3467 van 2010
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Vonnis in kort geding tussen:
KEVIN DANIEL FOLEY, wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
en
BARRY NOLAN BURKE wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
EISERS, hierna samen te noemen: Foley en Burke,
gemachtigde: de advocaat mr. R.C. Samuels,
en
de COOPERATIEVE VERENIGING ARUBA BEACH CLUB, gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: de ABC,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix.
1. DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 16 december 2010;
- het proces-verbaal van behandeling ter openbare terechtzitting op 5 januari 2011, waar de gemachtigden van partijen het woord hebben gevoerd aan de hand van de overgelegde pleitnotities en (op voorhand reeds toegezonden) bewijsstukken en waar zij op elkaars stellingen hebben gereageerd. Ter zitting hebben Foley en Burke eerst bij (op voorhand reeds toegezonden) akte hun eis gewijzigd en vervolgens, na het debat tussen partijen, verminderd.
2. DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1 Foley en Burke zijn lid van de ABC. De ABC wordt bestuurd door een Board (het bestuur) van een vijftal leden. De ABC houdt jaarlijks een algemene ledenvergadering (ALV). De ALV voor 2011 zal worden gehouden in april 2011 en tijdens deze vergadering zal worden gestemd over twee nieuwe bestuursleden.
2.2 De Statuten van de ABC luiden, voor zover hier relevant:
Artikel 14
Lid 1: ‘De algemene ledenvergadering is het hoogste bestuursorgaan van de vereniging. (…)’
Lid 2: ‘De jaarlijkse algemene ledenvergadering zal worden gehouden binnen zes (6) maanden na het einde van het boekjaar van de vereniging. In zodanige vergadering zullen onder andere: (…) d. In vacatures in het bestuur worden voorzien.’
Artikel 16
Lid 6: ‘Ieder lid is bevoegd voorstellen of onderwerpen ter behandeling in de algemene ledenvergadering schriftelijk aan het bestuur op te geven, mits deze opgave wordt getekend door tien procent (10%) van het totaal aantal leden en niet in strijd is met de wet- en regelgeving van Aruba. Alle opgaven moeten tenminste vier maanden voor de vergadering worden ingediend.’
Artikel 18
Lid 2: ‘De voorzitter, de penningmeester, de secretaris en alle andere leden van het bestuur moeten leden van de vereniging zijn, (…).’
Lid 3: ‘De bestuursleden worden gekozen door de algemene ledenvergadering (…).’
lid 4: ‘De kandidaatstelling en de werkzaamheden der bestuursleden worden geregeld bij huishoudelijk reglement.’
Artikel 25
Lid1: ‘In het kantoor der vereniging op Aruba wordt een door de Rechter in eerste Aanleg, Zittingsplaats Aruba, vooraf gekentekend en gewaarmerkt ongezegeld register door het bestuur gehouden, behelzende: (…) b. een voldoende aanwijzing van de namen en adressen der leden met aantekening van hun kapitaalsdeelname en veranderingen daarin. (…)’
Lid 2: ‘Ieder heeft gedurende de tijd, dat het kantoor geopend is, recht op kosteloze inzage van het register en kan daar voor zijn rekening afschrift of uittreksel bekomen.’
2.3 De <i>By-laws</i> (het huishoudelijk reglement) van de ABC luiden, voor zover hier relevant:
IV (The Board)
Lid 1: ‘Members of the Board shall delegate their duties among themselves by mutual consent, on the understanding that the final administration must be kept in Aruba. (…)’
V (Election of board members)
Lid 1: ‘ To be held at the Annual General Meeting of Members. Prior to any election of Board members both the Board and the general members may make nominations for any vacancies. Nominations must be directed to the Board of Directors. The period for nominations shall close four (4) months prior to the date of the Annual General Meeting.’
Lid 3: ‘A list of approved candidates for vacancies shall be submitted with the Convocation to members, with instructions on how to vote.’
2.4 Het bestuur benoemt uit zijn midden een ‘nominating committee’ dat de leden van het bestuur adviseert over de selectie van kandidaten. Het bestuur beslist vervolgens welke kandidaten op de kieslijst zullen worden geplaatst.
3. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 Na eiswijziging en, ter zitting, eisvermindering, vorderen Foley en Burke bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
- de ABC te verbieden enige actie uit te voeren welke beperkt dat een lid op de kandidatenlijst voor beschikbare bestuursfuncties geplaatst kan worden zonder dat daartoe in een redelijke periode daaraan voorafgaand duidelijk en objectief kenbaar is gemaakt welke criteria gehanteerd worden;
- de ABC te gebieden Foley en andere kwalificerende leden op de lijst van verkiesbare kandidaten voor bestuursfuncties te plaatsen waaromtrent op de ALV in 2011 gestemd zal gaan worden en hem – in de newsletter van de ABC welke aan de verkiezingen vooraf gaan – in dat kader even veel aandacht te geven als enige andere kandidaat;
- de ABC te gebieden in dit verband een alfabetische lijst aan te houden bij het opsommen van de kandidaten;
- de ABC te gebieden aan Foley en Burke binnen 24 uur na dit vonnis een kopie over te leggen van een volledige en bijgewerkte ledenlijst c.q. register te overleggen op de voet van artikel 25 lid 1 onder b en lid 2 van de Statuten;
- alles op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van Afl. 20.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat de ABC weigert dienovereenkomstig te handelen;
- althans enige andere beslissing en
- met veroordeling van de ABC in de proceskosten van dit geding.
3.2 De ABC concludeert dat het gerecht Foley en Burke niet-ontvankelijk zal verklaren in de vorderingen, althans die vorderingen zal afwijzen, met veroordeling van Foley en Burke in de kosten van de procedure. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.
4. DE BEOORDELING
4.1 Het spoedeisend belang is niet betwist en vloeit voort uit de stellingen van Foley en Burke.
4.2 Foley en Burke stellen dat door de werkwijze van het bestuur geen sprake is van vrije bestuursverkiezingen. Dit is met name zo doordat het bestuur gebruik maakt van een <i>nominating committee </i>die een voorselectie maakt van alle leden die hebben aangegeven belangstelling te hebben voor een bestuursfunctie en doordat het bestuur vervolgens beslist welk van de aangemelde kandidaten bij de verkiezingen aan de leden worden gepresenteerd. Daarbij komt, aldus Foley en Burke, dat het bestuur niet vooraf kenbaar maakt welke selectiecriteria hierbij worden gehanteerd. Volgens hen is dit in strijd met democratische grondbeginselen en met de statuten die in artikel 14 bepalen dat de ALV het hoogste bestuursorgaan van de vereniging is. Verder wordt het vrije karakter van de verziekingen door de werkwijze van het bestuur ondermijnd, aldus Foley en Burke, doordat het bestuur bij de presentatie van de verkiesbare leden bij de door hem geprefereerde kandidaten een aanbeveling (een <i>recommendation</i>) doet om op deze kandidaten te stemmen. Daarbij hanteert het bestuur bovendien de werkwijze dat hij de door hem aanbevolen kandidaten als eerste op de kieslijst vermeldt, zodat andere kandidaten geen eerlijke, gelijke kans maken om te worden gekozen. Door dit alles staat het beginsel onder druk dat het bestuur door de leden uit de leden wordt gekozen, aldus Foley en Burke. Hierover wordt als volgt overwogen.
4.3 Uit artikel 18 van de Statuten volgt dat de kandidaatstelling en de werkzaamheden van het bestuur worden geregeld in het huishoudelijk reglement. Volgens artikel IV lid 1 van het huishoudelijk reglement verdelen de bestuursleden hun taken in onderlinge overeenstemming. In deze bepaling ligt, anders dan Foley en Burke voorstaan, de bevoegdheid besloten dat de bestuursleden uit hun midden een commissie (zoals de <i>nomitation committee</i>) benoemen voor het uitvoeren of voorbereiden van bepaalde bestuurstaken. Tegen het <i>nominating commitee</i> bestaan dan ook geen wettelijke bezwaren, noch is dit in strijd met de Statuten of het huishoudelijk reglement, zodat dit op zichzelf niet leidt tot toewijzing van het gevorderde.
4.4 Uit de Statuten volgt verder dat het bestuur bestaat uit leden van de ABC en dat in de ALV wordt voorzien in vacatures in het bestuur. Zowel de leden als het bestuur kunnen kandidaten aandragen voor het bekleden van de bestuursfuncties die beschikbaar komen, zo volgt uit artikel V lid 1 van het huishoudelijk reglement. Uit artikel V lid 3 van het huishoudelijk reglement volgt dat een lijst van goedgekeurde bestuurskandidaten (<i>a list of approved candidates for vacancies</i>) samen met de oproeping voor de ALV en steminstructies wordt verzonden. In de Statuten noch in het huishoudelijk reglement zijn echter bepalingen te vinden over hoe, door wie en op basis van welke criteria deze lijst moet worden samengesteld, aan welke eisen een goedgekeurde kandidaat moet voldoen en of deze eisen aan verandering onderhevig zijn, bijvoorbeeld afhankelijk van de openvallende bestuursfunctie. Onweersproken hebben Foley en Burke aangevoerd dat de lijst van goedgekeurde kandidaten thans door het bestuur wordt samengesteld en dat niet alle leden die zich aanmelden voor een bestuursfunctie ook op deze lijst terecht komen. Met andere woorden: het bestuur maakt een selectie uit de kandidaten en de leden kunnen alleen uit deze selectie nieuwe bestuursleden kiezen. Eveneens hebben Foley en Burke onweersproken aangevoerd dat de criteria die het bestuur hanteert bij het selecteren van de goedgekeurde kandidaten aan de leden niet kenbaar worden gemaakt; de leden weten niet aan welke criteria zij moeten voldoen om door het bestuur te worden goedgekeurd. Het gerecht is van oordeel dat hierdoor door de leden niet valt te controleren of het terecht is dat bepaalde kandidaten door het bestuur niet zijn goedgekeurd. Ook valt hierdoor het bestaan van willekeur bij het selectieproces niet uit te sluiten. Nog los van de vraag of het bestuur de bevoegdheid toekomt de selectiecriteria te bepalen, of dat dit een bevoegdheid is die aan de ALV toekomt (de Statuten en het huishoudelijk reglement bepalen daar niets over), moet voorshands worden geoordeeld dat zolang de selectiecriteria niet vaststaan en inzichtelijk zijn gemaakt, door het bestuur geen voorselectie mag worden gemaakt en dat ieder lid dat zich kandidaat stelt tot de bestuursverkiezingen moet worden toegelaten door plaatsing op de (in artikel V lid 3 bedoelde) lijst van goedgekeurde kandidaten.
4.5 Het voorgaande brengt mee dat Foley en Burke belang hebben bij toewijzing van de vordering de ABC te verbieden enige actie uit te voeren welke beperkt dat een lid op de kandidatenlijst voor beschikbare bestuursfuncties geplaatst kan worden, zonder daartoe in een redelijk periode voorafgaand aan de sluitingstermijn voor het opgeven van kandidaten duidelijk en objectief kenbaar is gemaakt welke criteria worden gehanteerd voor het goedkeuren van kandidaten. Hierdoor wordt immers voorkomen dat een voorselectie kan worden gemaakt op basis van criteria die bij de leden niet bekend zijn, hetgeen – anders dan de ABC voorstaat met haar stelling dat voor deze vordering geen juridische grondslag bestaat – in strijd is met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid volgens welke maatstaven het bestuur en de leden van de ABC zich jegens elkaar hebben te gedragen.
4.6 Foley en Burke hebben nog gevorderd dat de ABC zal worden geboden Foley en andere kwalificerende leden op de lijst van verkiesbare kandidaten voor bestuursfuncties te plaatsen waarover op de ALV van 2011 gestemd zal gaan worden. Foley en Burke hebben echter niet gesteld wat zij in deze vordering verstaan onder ‘andere kwalificerende leden’ zodat deze vordering voor dit deel wordt afgewezen. De vordering wordt wel toegewezen voor zover die betrekking heeft op Foley. De ABC heeft gesteld dat Foley geen belang heeft bij het gevorderde omdat het bestuur van de ABC nog helemaal geen beslissing heeft genomen over de lijst van goedgekeurde kandidaten. Hierin kan de ABC niet worden gevolgd. Zolang immers niet duidelijk is wat de selectiecriteria zijn en of Foley tot deze lijst wordt toegelaten, heeft Foley, die zich kandidaat heeft gesteld voor het bestuur, belang bij deze vordering. Foley en Burke hebben onweersproken aangevoerd dat de volgende ALV half april 2011 zal worden gehouden terwijl uit artikel V lid 1 van het huishoudelijk reglement volgt dat de termijn voor het opgeven van bestuurskandidaten vier maanden voor de ALV sluit (dat is dus half januari 2011). Dit betekent dat het niet meer mogelijk is dat de ABC vóór het sluiten van de kandidaatstellingstermijn selectiecriteria aan de leden kenbaar kan maken. Uit hetgeen is overwogen in 4.4 volgt dat Foley daarom op de lijst van goedgekeurde kandidaten moet worden geplaatst, zodat ook deze vordering zal worden toegewezen. De (deel)vordering dat aan Foley in de nieuwsbrief van de ABC welke aan de verkiezingen voorafgaat in het kader van de verkiezingen aan hem evenveel aandacht moet worden gegeven als aan enige andere kandidaat, hangt samen met de vordering dat de kandidaten in alfabetische volgorde zouden moeten worden gepresenteerd. Over deze vorderingen wordt als volgt overwogen.
4.7 Hoewel het redelijk voorkomt dat in het kader van een democratische verkiezing in uitgaven die door de ABC worden bekostigd aan alle kandidaten evenveel aandacht wordt gegeven, hebben Foley en Burke onvoldoende gesteld om te kunnen oordelen dat dit thans anders is. Zij voeren ter onderbouwing van hun stelling slechts aan dat het bestuur de door hem aanbevolen kandidaten naar voren schuift door deze bijvoorbeeld in de laatste nieuwsbrieven voorafgaand aan de ALV voor te dragen. Uit de door Foley en Burke overgelegde bewijsstukken blijkt echter dat niet alleen de door het bestuur aanbevolen kandidaten, maar ook de andere (goedgekeurde) kandidaten in ongeveer evenveel bewoordingen zijn gepresenteerd. In het kader van dit kort geding is voor verdere bewijslevering op dit punt geen plaats, zodat deze (deel)vordering wordt afgewezen. Foley en Burke vorderen verder de ABC te gebieden bij het opsommen van de kandidaten voor het bestuur de alfabetische volgorde te hanteren. Zij stellen hiertoe dat het bestuur de door hem geprefereerde kandidaten steeds bovenaan plaatst in de nieuwsbrief van de ABC en op het stembiljet, waardoor deze automatisch de meeste stemmen krijgen. Zo wordt het democratisch proces negatief beïnvloed, aldus Foley en Burke. Voor deze vordering is echter geen wettelijke grondslag, noch volgt uit de Statuten of het huishoudelijk reglement dat een alfabetische volgorde moet worden gehanteerd of dat het bestuur haar eigen kandidaten niet bovenaan de lijst zou mogen plaatsen. Zonder verdere onderbouwing, welke ontbreekt, valt ook niet in te zien dat kandidaten die als eerste staan vermeld automatisch de meeste stemmen krijgen. Ook op dit punt is voor verdere bewijslevering in dit kort geding geen plaats. Indien de stelling van Foley en Burke zou worden gevolgd (en de vordering zou worden toegewezen), zou dat bovendien betekenen dat kandidaten wier naam begint met een letter uit het begin van het alfabet steeds een grotere kans hebben om te worden gekozen dan kandidaten wier naam begint met een letter achterin het alfabet. Ook een alfabetische rangschikking levert aldus een willekeurige, maar niet te rechtvaardigen beïnvloeding op van het democratische proces. Tenslotte komt het voorshands niet onredelijk voor dat het bestuur de door hem geprefereerde kandidaten als eerste presenteert in nieuwsbrieven en kiesbiljetten en daar een aanbeveling bij doet. Het bestuur is immers statutair belast met de leiding van de vereniging, hetgeen behelst dat hij de belangen van de vereniging en haar leden zo goed mogelijk behartigt. Daar hoort bij dat hij zich een oordeel vormt over de kandidaten die zich ter verkiezing hebben aangediend en dat hij daarover een aanbeveling doet bij de leden, zodat die weten welke kandidaten naar de mening van het zittende bestuur het geschiktst zijn voor het uitvoeren van de bestuurlijke taken. Zolang ook aan de andere kandidaten evenveel aandacht wordt besteed in door de ABC bekostigde uitgaven (zoals nieuwsbrieven) en zij ook op de kiesbiljetten vermeld staan, valt niet in te zien dat het bestuur door het voorop plaatsen van de door hem geprefereerde kandidaten (en het doen van een aanbeveling) tekort doet aan het democratisch proces. De vordering zal worden afgewezen.
4.8 In overeenstemming met artikel 11 lid 3 van de Landsverordening op coöperatieve verenigingen bepaalt artikel 25 lid 2 van de Statuten dat de ABC gehouden is ieder kosteloze inzage in het register te geven en daarvan, voor zijn rekening, een afschrift of uittreksel te verstrekken. De ABC stelt dat zij Burke al in januari 2010 een afschrift heeft verstrekt en dat Burke ook ervoor heeft getekend dat hij een volledige afschrift heeft ontvangen, zodat Foley en Burke geen belang hebben bij deze vordering die daarom moet worden afgewezen. Nog daargelaten dat inmiddels bijna een jaar is verstreken sinds Burke een afschrift heeft ontvangen, waardoor wijzigingen kunnen zijn opgetreden in het ledenbestand (in het aantal leden en in hun adresgegevens), gaat de ABC er daarbij aan voorbij dat, zoals ter zitting is erkend, in januari 2010 alleen een afschrift is verstrekt van alle stemgerechtigde leden. Nu de ABC ook niet stemgerechtigde leden heeft en het register volgens de Statuten bovendien de namen en adressen moet bevatten van de leden, is destijds dus geen volledige ledenlijst verstrekt. Dat Burke heeft getekend voor ontvangst van een volledige ledenlijst doet daaraan niet af. Foley en Burke hebben ook voldoende belang bij het gevorderde. Het verkrijgen van een volledig ledenbestand is immers noodzakelijk voor het berekenen van de in artikel 16 lid 6 van de Statuten genoemde 10%, die nodig is voor het aanbrengen van agendapunten voor de ALV. Bovendien is het, gelet op het grote aantal leden, waarvan het merendeel – zoals onweersproken is gesteld – bovendien niet actief is, voor de actieve leden noodzakelijk om te kunnen beschikken over een bijgewerkte en volledige adressenlijst voor het vergaren van steun voor hun voorstellen, om zo de vereiste 10% te kunnen behalen. De ABC zal dan ook worden veroordeeld tot verstrekking van een volledige bijgewerkte ledenlijst (inclusief adresgegevens), c.q. register, zoals gevorderd, met dien verstande dat de termijn waarbinnen deze gegevens moeten worden verstrekt wordt verlengd tot twee dagen na betekening van dit vonnis, nu de redelijkheid dit bepaaldelijk vordert.
4.9 Tegen het opleggen van een dwangsom is geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat deze vordering zal worden toegewezen. Wel is er aanleiding de vordering te beperken in die zin dat dwangsommen wordt verlaagd naar Afl. 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan en dat de dwangsommen zullen worden gemaximeerd op een bedrag van Afl. 100.000,00.
4.10 De ABC zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Foley en Burke tot op heden begroot op Afl. 2.195,00 (Afl. 1.500,00 aan salaris advocaat + Afl. 450,00 aan griffierecht + Afl. 245,00 aan exploitkosten).
5. DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
- verbiedt de ABC enige actie uit te voeren welke beperkt dat een lid op de kandidatenlijst voor beschikbare bestuursfuncties geplaatst kan worden zonder dat daartoe in een redelijke periode daaraan voorafgaand duidelijk en objectief kenbaar is gemaakt welke criteria gehanteerd worden;
- gebiedt de ABC Foley op de lijst van verkiesbare kandidaten voor bestuursfuncties te plaatsen waaromtrent op de ALV in 2011 gestemd zal gaan worden;
- gebiedt de ABC aan Foley en Burke binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een kopie over te leggen van een volledige en bijgewerkte ledenlijst c.q. register;
- veroordeelt de ABC tot betaling aan Foley en Burke van een dwangsom van Afl. 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat de ABC niet handelt overeenkomstig het hiervoor vermelde verbod en de hiervoor vermelde geboden, met bepaling dat aan dwangsommen maximaal Afl. 100.000,00 kan worden verbeurd;
- veroordeelt de ABC in de proceskosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van Foley en Burke begroot op Afl. 2.195,00;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, en is (bij vervroeging) uitgesproken ter openbare terechtzitting op 13 januari 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.