Vonnis van 29 juni 2011
Behorend bij AR no. 1178 van 2010
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
de besloten vennootschap INSEL AIR INTERNATIONAL B.V., gevestigd te Curaçao,
EISERES IN CONVENTIE, VERWEERSTER IN RECONVENTIE, hierna ook te noemen: Insel Air,
gemachtigde: de advocaat mr. P.R.C. Brown,
1. de naamloze vennootschap ALAS DE A.R.A. N.V., handelend onder de naam R. REPRESENTATION gevestigd te Aruba,
hierna te noemen: Alas,
2. [gedaagde sub 2], wonende te Aruba,
Hierna te noemen: [gedaagde sub 2],
3. [gedaagde sub 3], wonende te Aruba,
hierna te noemen: [gedaagde sub 3],
GEDAAGDEN IN CONVENTIE, EISERS IN RECONVENTIE, hierna samen te noemen ALAS c.s.,
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Oedjaghir.
1. DE PROCEDURE IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 12 mei 2010 met producties en beslagbescheiden;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende vermeerdering van eis, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met bewijsstukken;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie met bewijsstukken;
- de akte uitlating producties in conventie, tevens conclusie van dupliek in reconventie.
Vervolgens hebben partijen vonnis verzocht.
2. DE VASTSTAANDE FEITEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
2.1 Tussen Insel Air en Alas is in 2007 een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan Alas in Aruba diensten verleende aan Insel Air, tegen een vaste tweemaandelijkse vergoeding.
2.2 [gedaagde sub 3] is statutair directeur van Alas, [gedaagde sub 2] is haar echtgenoot.
2.3 Op 7 april 2010 heeft Insel Air de overeenkomst mondeling beëindigd. Dit is bij brief van 13 april 2010 schriftelijk aan Alas c.s. bevestigd.
2.4 Insel Air heeft Alas c.s. bij brief van 20 april 2010 gesommeerd uiterlijk binnen zeven dagen het bedrag te voldoen van Afl. 206.096,17, wegens het niet uitkeren van gelden aan Insel Air. Alas c.s. hebben aan deze sommatie niet voldaan.
3. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
3.1 Insel Air vordert in conventie, na vermeerdering van eis, dat Alas c.s. bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling van Afl 326.522,45, te vermeerderen met buitengerechtelijke incassokosten volgens het liquidatietarief en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 april 2010, met veroordeling van Alas c.s. in de kosten van deze procedure.
3.2 Alas c.s. voeren hiertegen verweer, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van Insel Air, dan wel afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Insel Air in de proceskosten.
3.3 Alas c.s. vorderen in reconventie dat Insel Air bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal worden veroordeeld tot betaling van Afl. 994.086,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van Insel Air in de proceskosten.
3.4 Insel Air voert tegen de vordering in reconventie verweer, dat strekt tot de niet-ontvankelijkverklaring van Alas c.s., dan wel afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Alas c.s. in de proceskosten.
4. DE BEOORDELING IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
4.1 Insel vordert betaling van door Alas c.s. niet afgedragen gelden en tevens vergoeding van schade die het gevolg is van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door Alas c.s. Alas c.s. erkennen dat Alas gelden die zij Insel Air verschuldigd was niet heeft afgedragen, maar zij stellen dat Alas dat heeft gedaan omdat de overeengekomen vergoeding na verloop van tijd veel te laag bleek te zijn om rendabel te kunnen zijn, zodat zij gedwongen werd om gelden niet uit te keren. Zij stelt op grond hiervan ook een vordering op Insel Air te hebben wegens achterstallige betalingen voor bewezen diensten. Daarnaast stelt zij dat Insel Air verantwoordelijk is voor een bedrag van Afl. 64.700,00 dat uit een bureaulade van haar kantoor is verdwenen nadat Insel Air haar de toegang tot het kantoor heeft ontzegd. Aldus doen Alas c.s. in conventie kennelijk een beroep op verrekening met de vordering die zij op Insel Air stellen te hebben. Aangezien het succes van dit verweer afhankelijk is van het oordeel over de vordering van Alas c.s. in reconventie, zal de reconventionele vordering eerst worden beoordeeld.
4.2 De vordering betreft volgens de stellingen van Alas c.s. enerzijds achterstallige betalingen voor de geleverde diensten en anderzijds een uit een bureaulade van Alas verdwenen bedrag van Afl. 64.700,00 aan contanten. Deze onderdelen van de vordering zullen hieronder afzonderlijk worden beoordeeld.
4.3 De vorderingen worden afgewezen voor zover ingesteld door [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2]. Alas c.s. stellen immers dat aan hun vordering de door Alas bewezen diensten ten grondslag liggen en dat het geld uit de bureaulade van Alas was. Nu zonder verdere toelichting, welke ontbreekt, niet blijkt van enige (andere) grondslag op grond waarvan [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] aanspraak kunnen maken op betaling door Insel Air van het gevorderde, zullen de door hen ingestelde vorderingen worden afgewezen. Over de vorderingen van Alas het volgende.
4.4 Met betrekking tot de vordering tot betaling van achterstallige betalingen voor geleverde diensten wordt als volgt overwogen. Alas c.s. stellen dat zij vanaf augustus 2007 tot het moment van opzegging van de overeenkomst door Insel Air in april 2010 steeds heeft gewerkt tegen de tweemaandelijkse vergoeding welke in 2007 werd overeengekomen. Alas c.s. stellen dat die vergoeding al snel niet realistisch bleek als gevolg van de snelle toename van het dagelijks uitgevoerde aantal vluchten door Insel Air. Daardoor is het aantal personeelsleden van twee in 2007 gestegen naar negen tot het moment van opzegging in 2010. Alas c.s. stellen dit probleem herhaaldelijk bij Insel Air te hebben aangekaart, die het echter heeft genegeerd. Alas c.s. stellen haar accountant te hebben gevraagd een eindafrekening op te stellen in verband met de aldus ontstane achterstallige betalingen, op grond waarvan zij nu Afl. 994.086,00 vorderen. Uit de overige stellingen van Alas c.s. blijkt echter dat dit bedrag mede omvat het bedrag van Afl. 64.700,00 aan gelden die uit een bureaulade zijn verdwenen, zodat het bedrag aan achterstallige betalingen Afl. 929.386,00 betreft.
4.5 Voorop wordt gesteld dat is gesteld noch gebleken dat Alas met betrekking tot de overeengekomen vergoeding voor haar diensten in de overeenkomst enig voorbehoud heeft gemaakt, bijvoorbeeld door op te nemen dat de vergoeding zou moeten worden aangepast bij toename van het aantal vluchten van Insel Air, of bij toename van het aantal benodigde personeelsleden. Evenmin is gesteld dat Alas de overeenkomst heeft opgezegd toen die, wegens veranderende omstandigheden, onrendabel werd. Tenslotte is ook niet aangevoerd of gebleken dat Insel Air expliciet met een verhoging van de vergoeding heeft ingestemd.
4.6 Voor zover Alas c.s. beogen te stellen dat Alas erop heeft mogen vertrouwen dat Insel Air instemde met een verhoging van de vergoeding, geldt het volgende. Niet gesteld of gebleken is dat Alas ooit concrete voorstellen heeft gedaan voor verhoging van de vergoeding en voor het moment waarop die verhoging dan zou ingaan, of dat Insel Air ooit de gevraagde verhoging heeft voldaan. Alas c.s. stellen wel dat Alas de salarisproblematiek geregeld heeft aangekaard bij Insel Air, maar zij heeft dat gemotiveerd betwist. Alas c.s. hebben hierop hun stelling slechts herhaald, maar zij hebben dit niet nader onderbouwd, bijvoorbeeld door correspondentie over te leggen waaruit dat blijkt, of door duidelijk te maken wanneer die gesprekken hebben plaatsgevonden, wie daarbij aanwezig zijn geweest en wat daarbij precies is besproken. Wel wijzen Alas c.s. op een brief van Alas van 8 april 2010, maar, nog daargelaten dat in die brief Insel Air niet wordt uitgenodigd om in gesprek te gaan met Alas over het personeelskostenprobleem, op die datum was de overeenkomst, zoals Insel Air onweersproken heeft aangevoerd, al opgezegd. Voor zover Alas c.s. met hun verwijzing naar deze brief beogen aan te geven dat daarin staat vermeld dat hierover al eerder gesprekken hebben plaatsgevonden, wordt overwogen dat ook in de brief van 8 april 2010 niet concreet wordt gemaakt wanneer die gesprekken dan hebben plaatsgevonden en tussen wie. Ter onderbouwing van hun standpunt hebben Alas c.s. verder nog erop gewezen dat Insel Air het goed heeft gevonden dat Alas de opbrengsten van de contante verkopen van december 2009 tijdelijk heeft aangewend voor de betaling van salarissen. Insel Air heeft echter gemotiveerd weersproken dat dit zou moeten worden opgevat als een instemming met een verhoging van de vergoeding, door erop te wijzen dat zij eerst in januari 2010 toestemming heeft gegeven (dus achteraf) om de gelden van december 2009 later aan haar te betalen, omdat Alas c.s. haar hadden meegedeeld dat het geld snel zou worden terugbetaald nadat het beslag door een derde op een rekening van [gedaagde sub 2] zou zijn opgeheven. Alas c.s. hebben hierop hun standpunt slechts herhaald, maar zij hebben hun stellingen ter zake niet nader onderbouwd, zodat daaraan wordt voorbij gegaan. Alas c.s. hebben aangevoerd dat Alas maandelijks factureerde – hetgeen door Insel Air overigens gemotiveerd is betwist –, maar Alas c.s. stellen zelf: ‘steeds heeft Insel Air de meer betalingen genegeerd’. Ook hieraan heeft Alas aldus niet het vertrouwen kunnen ontlenen dat Insel Air instemde met een verhoging van de vergoedingen. Gelet op het voorgaande is niet gebleken van feiten en omstandigheden waaraan Alas gerechtvaardigd het vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat Insel Air op enig moment heeft ingestemd met een verhoging van de vergoeding voor de geleverde diensten.
4.7 Gelet op hetgeen is overwogen in 4.5 en 4.6, in onderling verband en samenhang beschouwd, wordt geoordeeld dat het voor rekening en risico van Alas komt dat zij ondanks een volgens hen te lage vergoeding is doorgegaan met het leveren van diensten. De vordering voor dit deel wordt dan ook afgewezen.
4.8 Met betrekking tot de verdwenen gelden uit de bureaulade wordt als volgt overwogen. De vordering zal worden afgewezen voor zover deze is ingesteld door [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3], zoals al overwogen onder 4.3, nu niet duidelijk is wat de grondslag is van hun vordering. Alas legt aan haar vordering ten grondslag dat op 12 april 2007 (het gerecht begrijpt: 12 april 2010) bleek dat het bedrag van Afl. 64.700,00 verdwenen was uit een van haar bureaulades, terwijl Alas op 7 april 2010 door Insel Air uit haar kantoor was gezet en Alas toen meerdere keren heeft getracht om haar administratie, computer en gelden die in de bureaulade lagen in ontvangst te nemen. Alas c.s. laten na te stellen waarom Insel Air verantwoordelijk is voor vergoeding van de uit de bureaulade verdwenen gelden, maar het gerecht begrijpt dat zij kennelijk beogen te stellen dat Insel Air onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en dat zij de daardoor ontstane schade vergoed wil zien. Insel Air heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd. Zij stelt dat zij op 7 april 2010 contant geld uit handen van [gedaagde sub 2] heeft ontvangen betreffende de nog af te dragen airport tax van die dag, alsook Afl. 4.000 aan contante verkopen van 6 april 2010. Deze gelden kwamen volgens Insel Air uit de bureaulade van [gedaagde sub 2]. Daarbij is gezien dat er nog meer geld in de lade lag, maar [gedaagde sub 2] stelde dat dat geld niet van Insel Air was, zodat het is blijven liggen. Insel Air voert verder aan dat geen van de voor Insel Air aanwezige personen de vier enveloppen heeft gezien die bij brief van 12 april 2010 door Alas zijn genoemd (de enveloppen met het bedrag van in totaal Afl. 64.700,00). De bureaulade is volgens Insel Air op 7 april 2010 onafgesloten achter gelaten. Op 12 april 2010 heeft een persoon voor Insel Air samen met [gedaagde sub 3] geïnventariseerd hoeveel geld er nog in de la lag. De bureaulade zat toen wel op slot en moest worden opengebroken omdat Insel Air niet over een sleutel beschikte. Pas toen heeft [gedaagde sub 3] volgens Insel Air melding gemaakt van vier enveloppen met geld die er nog hadden moeten liggen. Insel Air voert verder aan dat zij de stellingen van Alas c.s. ongeloofwaardig acht omdat [gedaagde sub 2] op 7 april 2010 herhaaldelijk zou hebben gezegd dat er niet meer geld in het kantoor aanwezig was, zodat hij ook niet aan het verzoek van Insel Air kon voldoen om direct Afl. 90.000,00 te betalen (Afl. 40.000,00 aan niet afgestorte sales van de week ervoor en Afl. 50.000,00 aan achterstallige stortingen voor tickets in de voorgaande maanden), terwijl daarmee de beëindiging van de overeenkomst en het ontzeggen van de toegang mogelijk zou zijn voorkomen. Insel Air voert aan dat zij het verder ongeloofwaardig vindt omdat Alas ook niet eerder dan 12 april 2010 melding heeft gemaakt van de vier enveloppen met geld. Tegenover deze gemotiveerde betwisting heeft Alas slechts herhaald dat zij op 12 april 2010 schriftelijk kenbaar heeft gemaakt dat er vier enveloppen met in totaal Afl. 64.700,00 waren verdwenen, maar zij heeft haar stelling niet nader onderbouwd, bijvoorbeeld door aan te voeren waarom zij niet eerder dan 12 april 2010 heeft gesteld dat er zoveel geld in de lade lag, door aan te geven wanneer dat geld daar is neergelegd, door wie en dergelijke. Mede in het licht van de omstandigheid dat als het geld inderdaad in de bureaulade lag – hetgeen door Insel Air is betwist – het ook door iemand anders kan zijn weggenomen dan door (een medewerker van) Insel Air, terwijl Alas ook niet heeft gesteld dat Insel Air het geld zelf heeft weggemaakt, wordt de vordering aldus als onvoldoende (nader) onderbouwd afgewezen. Aan een bewijsopdracht op dit punt wordt om die reden dan ook niet toegekomen, nog daargelaten dat Alas c.s. op dit punt ook geen concreet bewijsaanbod hebben gedaan.
4.9 De slotsom van het voorgaande is dat de reconventionele vordering integraal zal worden afgewezen. Alas c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van dit deel van de procedure. Gelet op de samenhang van de stellingen in conventie en reconventie wordt de puntentelling van het liquidatietarief gehalveerd. Aldus worden de kosten in reconventie aan de zijde van Insel Air tot op heden begroot op Afl. 4.900,00 (2 halve punten x tarief Afl. 4.900,00).
4.10 Alas c.s. stellen dat Insel Air niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen omdat in het petitum van haar verzoekschrift Valero staat vermeld als eiser, in plaats van Insel Air. Gelet op de aanhef van het verzoekschrift, het lichaam ervan en de overgelegde producties is zonder meer duidelijk dat de eisende partij in het onderhavige geschil Insel Air is en dat bij het opstellen van het petitum kennelijk gebruik is gemaakt van een ander verzoekschrift, waardoor Valero daarin als eisende partij terecht is gekomen, in plaats van Insel Air. Naar het oordeel van het gerecht is aldus sprake van een kennelijke schrijffout, die als zodanig ook evident (her)kenbaar is voor gedaagden. Het verzoek Insel Air niet ontvankelijk te verklaren wordt dan ook afgewezen.
<i>Onrechtmatige daad</i>
4.11 Insel Air heeft haar vorderingen tegen Alas c.s. ondermeer gegrond op onrechtmatige daad. Zij stelt hiertoe slechts dat Alas c.s. de gelden van Insel Air hebben verduisterd, waarvan zij ook aangifte heeft gedaan. Uit haar stellingen, noch uit de door Insel Air overgelegde aangifte blijkt hoe [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] precies bij de verduistering betrokken zijn geweest. Omdat dit ook relevant is voor een strafrechtelijk verwijt ten aanzien van de rechtspersoon Alas, wordt geoordeeld dat Insel Air op dit punt niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen voor zover gegrond op onrechtmatig handelen bestaande uit verduistering door Alas c.s.
4.12 Voor zover Insel Air heeft beoogt te stellen dat [gedaagde sub 3] als bestuurder van Alas persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van Alas aan haar uit hoofde van artikel 6:162 BW wegens ernstig verwijtbaar handelen, heeft zij ook daartoe onvoldoende gesteld.
<i>Niet naleven van de overeenkomst</i>
4.13 Insel Air heeft gesteld dat de vorderingen zich mede tegen [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] richten, omdat deze vereenzelvigd moeten worden met Alas, waarmee Insel Air de overeenkomst had. Vereenzelviging kan slechts worden aangenomen op basis van zodanig bijzondere omstandigheden dat feitelijk het identiteitsverschil tussen de betrokken rechts- en natuurlijke personen kan worden weggedacht. Dit is volgens vaste rechtspraak slechts bij hoge uitzondering het geval. De omstandigheden dat [gedaagde sub 3] statutair directeur is van Alas en dat zij, samen met haar echtgenoot [gedaagde sub 2], de feitelijke leiding voert over Alas, maakt nog niet dat [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2] met de rechtspersoon Alas moeten worden vereenzelvigd. Dat geldt ook voor de omstandigheden dat de werknemers bij Alas tewerk zijn gesteld via een arbeidsovereenkomst die zij met [gedaagde sub 2] persoonlijk hebben en voor de omstandigheid dat de facturen naar Insel Air werden verstuurd via een eenmanszaak van [gedaagde sub 3]. Ook in onderling verband en samenhang bezien maken deze omstandigheden naar het oordeel van het gerecht nog niet dat sprake is van vereenzelviging. Nu [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] geen partij zijn bij de overeenkomst, worden de vorderingen jegens hen afgewezen voor zover die hun grondslag vinden in het niet naleven van de overeenkomst.
4.14 Insel Air voert ten aanzien van Alas aan dat zij toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door de gelden van Insel Air niet af te dragen zoals overeengekomen. Alas heeft niet betwist dat zij gelden die zij onder zich had niet aan Insel Air heeft afgedragen. Zij voert echter aan dat te hebben gedaan omdat haar verliezen structureel doorgingen zodat zij genoodzaakt was ‘de gelden die zij van Insel Air bij zich had, te moeten aanwenden voor deze kosten, om zodoende enigszins haar verplichtingen na te kunnen komen’. Omdat zij te weinig vergoeding heeft ontvangen, heeft zij ook een reconventionele vordering terzake ingediend. Gelet op hetgeen daarover in reconventie is overwogen, treft dit (verrekenings)verweer in conventie echter geen doel, zodat de vordering in beginsel voor toewijzing gereed ligt.
4.15 Alas c.s. hebben de hoogte van het gevorderde bedrag betwist door aan te voeren dat het ter onderbouwing van die vordering door Insel Air overgelegde overzicht nauwelijks leesbaar is en een onderbouwing van het gevorderde bedrag ontbreekt. Daarop heeft Insel Air een goed leesbaar overzicht overgelegd en heeft zij haar vordering post voor post nader gespecificeerd. Alas c.s. hebben vervolgens gesteld geen idee te hebben hoe Insel Air aan het bedrag van Afl. 326.522,45 is gekomen. Vervolgens stelt zij alleen de door Insel Air gegeven toelichting bij haar vordering te betwisten. Door haar verweer met betrekking tot de hoogte van de vordering slechts te herhalen en verder niet te onderbouwen, bijvoorbeeld door aan te geven hoeveel geld zij volgens haarzelf niet aan Insel Air heeft afgestaan en/of hoe dit moet worden berekend, wordt hieraan als onvoldoende gemotiveerd voorbij gegaan, gelet op de onderbouwde en gespecificeerde vordering van Insel Air.
4.16 Alas heeft nog wel betwist de kosten te moeten vergoeden die Insel Air stelt te hebben gemaakt ten gevolge van het beëindigen van de overeenkomst, omdat dit volgens Alas c.s. niet aan hen is te wijten. Niet valt echter in te zien dat de beëindiging van de overeenkomst aan Insel Air is te wijten, nu die beëindiging het rechtstreeks gevolg is van het toerekenbaar tekort schieten door Alas. Insel Air was gelet daarop ook gerechtigd de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen op grond van artikel artikel 24 van de overeenkomst, zoals Insel Air onweersproken heeft aangevoerd. Het daarmee gemoeide bedrag aan schade hebben Alas c.s. verder ook niet (gemotiveerd) betwist.
4.17 Vast staat dat Alas c.s. bij brief van 20 april 2010 in gebreke zijn gesteld en dat zij in verzuim zijn gekomen doordat zij niet hebben voldaan aan het verzoek tot betaling. De slotsom van het voorgaande is dat de vordering tot betaling van het bedrag van Afl. 326.522,45, gelet op de onderbouwing daarvan en bij gebrek aan deugdelijk gemotiveerde betwisting door Alas, zal worden toegewezen.
4.18 Tegen de verschuldigdheid van de wettelijke rente is geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat deze vordering in beginsel voor toewijzing in aanmerking komt. Bij brief van 20 april 2010 zijn Alas c.s. gesommeerd uiterlijk 27 april Afl. 206.096,17 te voldoen. Over dat bedrag is Alas dan ook rente verschuldigd vanaf 28 april 2010 (de datum waarop zij in verzuim is geraakt). Bij het inleidende verzoekschrift is het gevorderde bedrag verhoogd tot Afl. 277.922,45, zodat over het bedrag van Afl. 71.826,28 (Afl. 277.922,45 minus Afl. 206.096,17) wettelijke rente verschuldigd is vanaf de datum van indiening van het inleidende verzoekschrift, dat wil zeggen vanaf 12 mei 2010. Bij conclusie van repliek heeft Insel Air het gevorderde nog eens vermeerderd tot Afl. 326.522,45, zodat Alas over het bedrag van Afl. 48.600,00 (Afl. 326.522,45 minus 277.922,45) nog eens wettelijke rente verschuldigd is vanaf 13 oktober 2010 (de datum van indiening van de conclusie van repliek).
4.19 Tenslotte heeft Insel Air nog Afl. 10.000,00 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Insel Air heeft ook een globale specificatie gegeven van die kosten. Zo stelt zij dat het daar bij niet gaat om de reis- en verblijfkosten die al zijn verdisconteerd in de gevorderde hoofdsom, maar dat er voor haar vele andere kosten en werkzaamheden zijn opgekomen om tot invordering te komen van de schade en dat met name de vaststelling van de hoogte van de schade vele uren in beslag heeft genomen evenals het uitzoeken van de verhaalsmogelijkheden. Deze specificatie is echter onvoldoende om te kunnen oordelen dat het gaat om meer dan een enkele (eventueel herhaalde) sommatie, het enkel doen van een niet aanvaard schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Ook is door het gebrek aan specificatie onvoldoende duidelijk of de gevraagde kosten niet al vallen onder de gevorderde (en toegewezen) schadevergoeding. Nu een geding is gevolgd, moeten de gevorderde kosten worden aangemerkt als kosten waarvoor het bepaalde in de artikelen 60 tot en met 63 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering al een vergoeding pleegt in te sluiten. De betreffende vordering zal dan ook worden afgewezen.
4.20 Alas zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie aan de zijde van Insel Air, tot op heden begroot op:
Begrote kosten van de procedure in conventie
4.21 Insel Air zal als de ten aanzien van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten aan hun zijde. Deze worden echter begroot op nihil, gelet op de omstandigheid dat zij dezelfde raadsman hebben als Alas en gelet op de inhoud van de door hen gezamenlijk overgelegde processtukken.
5. DE UITSPRAAK IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
De rechter in dit gerecht, recht doende:
- veroordeelt Alas tot betaling aan Insel Air van Afl. 326.522,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over Afl. 206.096,17 vanaf 28 april 2010 tot aan de voldoening en te vermeerderen met de wettelijke rente over Afl. 71.826,28 vanaf 12 mei 2010 tot aan de voldoening en te vermeerderen met de wettelijke rente over Afl. 48.600,00 vanaf 13 oktober 2010 tot aan de voldoening;
- veroordeelt Alas in de kosten van deze procedure aan de zijde van Insel Air, tot op heden begroot op Afl. 16.410,00;
- veroordeelt Insel Air in de kosten van deze procedure aan de zijde van [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 2], tot op heden begroot op nihil;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt Alas c.s. hoofdelijk in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Insel Air begroot op: Afl. 4.900,00;
- verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 juni 2011 in aanwezigheid van de griffier.