ECLI:NL:OGEAA:2011:BU6195

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
K.G. no. 2114/2011
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over rectificatie en proceskosten in kort geding tussen eiser en Amigoe Aruba N.V.

In deze zaak, die op 21 september 2011 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Duijneveld, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Amigoe Aruba N.V., vertegenwoordigd door mr. A.M.M.C. Verblackt. Eiser vorderde dat Amigoe zou worden veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie in de krant, met een dwangsom voor elke dag dat Amigoe in gebreke zou blijven. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 7 september 2011 werd ingediend, gevolgd door een openbare zitting op 15 september 2011. Tijdens deze zitting bereikten partijen overeenstemming over de tekst die Amigoe op 16 september 2011 in de krant zou plaatsen, maar zij konden geen overeenstemming bereiken over de proceskosten.

De rechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de kosten van de procedure gecompenseerd worden, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit besluit was gebaseerd op de overweging dat de vordering van eiser om Amigoe in de proceskosten te veroordelen niet kon worden beoordeeld, omdat de hoofdvordering (de rectificatie) al was opgelost. De rechter merkte op dat het niet vast te stellen was of de procedure nodeloos was aangespannen, en dat de omstandigheden rondom de communicatie tussen partijen een rol speelden in de beslissing over de proceskosten.

Het vonnis benadrukt het belang van goede communicatie tussen partijen in juridische geschillen en hoe dit invloed kan hebben op de kostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. J.F. Haeck en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 21 september 2011
K.G. no. 2114 van 2011
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Vonnis in kort geding tussen:
[eiser], wonende te Aruba,
EISER, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. E. Duijneveld,
en
de naamloze vennootschap AMIGOE ARUBA N.V., gevestigd te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: Amigoe,
gemachtigde: de advocaat mr. A.M.M.C. Verblackt.
1. DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 7 september 2011;
- het proces-verbaal van behandeling ter openbare terechtzitting op 15 september 2011, waar de gemachtigden van partijen het woord hebben gevoerd aan de hand van de overgelegde pleitnotities en waar zij op elkaars stellingen hebben gereageerd. Door partijen zijn daarbij stukken overgelegd welke merendeels op voorhand reeds waren toegezonden. Bij die stukken zit een incidentele vordering van Amigoe tot bevel overlegging bescheiden zijdens eiser ex artikel 141 Rv. De bescheiden waarvan overlegging werd gevraagd door Amigoe zijn ter behandeling in het geding zijn gebracht, waarop de incidentele vordering is ingetrokken. Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt over een door Amigoe op 16 september 2011 in de krant Amigoe te plaatsen tekst. De vaststellingsovereenkomst dienaangaande is vastgelegd in het proces-verbaal van de zitting en door (de gemachtigden van) partijen ondertekend. Partijen konden geen overeenstemming bereiken over de proceskosten en hebben op dat punt vervolgens vonnis verzocht.
2. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
2.1 [eiser] vordert dat het gerecht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, Amigoe – kort gezegd – zal veroordelen tot het plaatsen van een rectificatie waarvan de tekst nader is omschreven in het verzoekschrift, dan wel een andere rectificatie, binnen 2 dagen na dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 5.000,00 door Amigoe aan [eiser] te betalen voor elke dag of gedeelte van een dag dat Amigoe in gebreke blijft aan dit bevel te voldoen en met veroordeling van Amigoe in de proceskosten van deze procedure.
2.2 Amigoe concludeert dat het gerecht [eiser] niet-ontvankelijk zal verklaren in de vorderingen, althans die vorderingen zal afwijzen, kosten rechtens.
3. DE BEOORDELING
3.1 Gelet op de omstandigheid dat partijen ter zitting overeenstemming hebben bereikt over het plaatsen van een tekst in de krant van 16 september 2011 door Amigoe, ligt nog slechts ter beoordeling voor het verzoek van [eiser] om Amigoe in de proceskosten te veroordelen.
3.2 Amigoe heeft zich tegen een proceskostenveroordeling verzet. Zij voert daartoe aan dat zij van meet af aan bereid is geweest tot het plaatsen van een rectificatie indien de door haar gebruikte zinsnede in het artikel van 27 augustus 2011 onjuist zou blijken te zijn. Om dat vast te kunnen stellen heeft Amigoe [eiser] verzocht het proces-verbaal van verhoor over te leggen, waaruit zulks zou kunnen blijken. De omstandigheid dat [eiser] dat niet heeft gedaan komt voor zijn eigen risico, zodat een kostenveroordeling niet redelijk of billijk zou zijn. [eiser] heeft Amigoe onnodig in rechte betrokken, zodat niet Amigoe, maar [eiser] in de proceskosten moet worden veroordeeld, aldus steeds Amigoe.
3.3 [eiser] stelt daar tegenover dat indien Amigoe direct had gerectificeerd de onderhavige procedure niet nodig was geweest.
3.4 Voor de beoordeling is relevant hetgeen in artikel 63 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba is bepaald. Uit dit artikel volgt (onder meer) dat wie bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld in de kosten wordt verwezen. Uit dit artikel volgt verder dat de rechter de kosten die nodeloos worden gemaakt of veroorzaakt voor rekening kan laten van de partij die ze aanwendde of veroorzaakte. Het gerecht begrijpt dat Amigoe een beroep doet op deze laatste bepaling. In het licht van artikel 63 Rv wordt als volgt overwogen.
3.5 Thans, achteraf, valt niet meer vast te stellen hoe de onderhavige kwestie was verlopen indien Amigoe vóór plaatsing van het artikel van 27 augustus 2011 niet alleen telefonisch had getracht om in contact te komen met de raadsman van [eiser], maar bij hem ook schriftelijk had geïnformeerd naar zijn zienswijze over de tekst van het voorgenomen artikel. Mogelijk had [eiser] dan kenbaar gemaakt hoe het volgens hem wel zat en was de tekst die onderwerp is van dit geschil niet in de Amigoe terecht gekomen. Eveneens valt achteraf niet meer vast te stellen hoe de onderhavige kwestie was verlopen indien de raadsman ná publicatie van het artikel van 27 augustus 2011 desgevraagd te kennen had gegeven wat [eiser] volgens het proces-verbaal van het verhoor bij de politie heeft verklaard. Mogelijk was Amigoe dan (eventueel na raadpleging van haar andere bronnen) vrijwillig overgegaan tot het plaatsen van een correctie of rectificatie. Aldus kan naar het oordeel van het gerecht niet worden vastgesteld of de onderhavige procedure nodeloos is aangespannen, zoals Amigoe betoogt.
3.6 Doordat tijdens de zitting overeenstemming is bereikt over het onderwerp van de hoofdvordering (het plaatsen van een rectificatie), is die vordering door het gerecht niet beoordeeld, zodat ook niet is komen vast te staan wie in het ongelijk zou zijn gesteld.
3.7 In het voorgaande ziet het gerecht aanleiding de kosten te compenseren als hierna vermeld.
4. DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
- compenseert de kosten van deze procedure, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 21 september 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.