ECLI:NL:OGEAA:2011:BV5665

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
12 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG no. 2990 van 2011 ORDEMAATREGEL
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om een ordemaatregel in kort geding

In deze Arubaanse zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 12 december 2011 uitspraak gedaan in een kort geding met betrekking tot een verzoek om een ordemaatregel. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Kock, verzocht de rechter om gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper, te verbieden uitvoering te geven aan een verlof tot ontruiming dat was verleend op basis van een eerder vonnis van 9 november 2011. Eiser stelde dat hij in acute nood verkeerde door de dreigende ontruiming, wat zijn psychische en financiële situatie zou verergeren.

Gedaagde verweerde zich tegen het verzoek en stelde dat er geen grondslag was voor het kort geding en dat haar geduld opraakte, mede door haar slechte gezondheid. De rechter benadrukte dat ordemaatregelen in kort geding slechts in bijzondere gevallen worden verleend, waarbij onomkeerbaar nadeel dreigt en niet gewacht kan worden op de uitkomst van het kort geding. Hoewel de rechter erkende dat een ontruiming ingrijpend zou zijn voor eiser, oordeelde hij dat de situatie niet onomkeerbaar was en dat eiser financieel in staat was om de situatie op te lossen, gezien het aanbod van gedaagde om een bedrag van Afl. 1.500,00 beschikbaar te stellen.

Daarom werd het verzoek om de ordemaatregel afgewezen. De rechter hield iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat er mogelijk nog vervolgprocedures kunnen plaatsvinden. Deze uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de rechter bij het toekennen van ordemaatregelen en de noodzaak voor eiser om zijn situatie te onderbouwen met voldoende bewijs van onomkeerbaar nadeel.

Uitspraak

Beslissing van 12 december 2011
Behorend bij K.G. no. 2990 van 2011
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Beslissing in verzoek om ordemaatregel:
[eiser], wonende te Aruba,
EISER, hierna ook te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen
[GEDAAGDE], wonende te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. M.A. Ellis-Schipper.
1. DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 7 december 2011 met bewijsstukken;
- griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling ter openbare terechtzitting op 12 december 2011. Ten behoeve van de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] op voorhand stukken toegestuurd. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden van partijen en [eiser] het woord gevoerd, waarbij zij in de gelegenheid zijn gesteld over en weer op elkaar te reageren.
2. DE VORDERING
2.1 [eiser] verzoekt bij wijze van ordemaatregel [gedaagde] te verbieden uitvoering te geven aan het verlof tot ontruiming op de voet van het vonnis van 9 november 2011 met kenmerk KG 2486/2011, totdat in kort geding is beslist.
2.2 [gedaagde] heeft zich verweerd tegen de ordemaatregel door - samengevat - aan te voeren dat er voor het door [eiser] aangespannen executie kort geding geen enkele grondslag is en dat haar geduld inmiddels aan zijn einde komt, mede gelet op haar slechte gezondheidstoestand. Ook de ordemaatregel moet om die reden worden afgewezen, aldus [gedaagde].
3. DE BEOORDELING
3.1 Voorop wordt gesteld dat het gerecht terughoudendheid betracht ter zake van het geven van een ordemaatregel gedurende een kort geding. Zo’n maatregel wordt slechts gegeven in bijzondere en bijzonder spoedeisende gevallen, waarin (1) onomkeerbaar - niet in schadevergoeding compenseerbaar - nadeel dreigt en (2) niet gewacht kan worden op de uitslag van het geëntameerde kort geding. [eiser] heeft aangevoerd dat voor hem bij ontruiming een acute noodtoestand ontstaat, gelet op zijn psychische en financiële toestand.
3.2 Hoewel een ontruiming ingrijpend zal zijn, zeker gelet op de psychische toestand van [eiser], is naar het oordeel van het gerecht met een ontruiming geen sprake van een onomkeerbare situatie die niet in schadevergoeding compenseerbaar is. [eiser] heeft ook gewezen op zijn financiële situatie, maar die weegt bij deze beoordeling niet mee omdat [gedaagde] bij brief van 10 november 2011, en daarna nog eens op 23 november 2011, erop heeft gewezen dat zij Afl. 1.500,00 voor [eiser] beschikbaar heeft. Onder die omstandigheid kan niet worden geoordeeld dat, in ieder geval voor de duur van de periode dat partijen in afwachting zijn van het kort geding vonnis (bepaald op uiterlijk 22 december 2011 en dus maximaal tien dagen), sprake is van situatie die financieel niet oplosbaar is voor [eiser]. Het gerecht is dan ook van oordeel dat voor de gevraagde ordemaatregel geen plaats is. Daarbij tekent het gerecht aan dat, indien het gevraagde executieverbod in kort geding wordt toegewezen, een eventuele ontruiming in de periode voorafgaand aan dat vonnis, voor risico van [gedaagde] komt.
3.3 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
4. DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht, recht doende:
- wijst af de gevraagde ordemaatregel;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op maandag 12 december 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.