Vonnis van 19 september 2012.
KG no. 2500 van 2012.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in KORT GEDING tussen:
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
wonende te Aruba,
EISERES in conventie GEDAAGDE in reconventie, hierna ook te noemen: [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. G.F. Croes,
[gedaagde, eiseres in reconventie],
wonende te Aruba,
GEDAAGDE in conventie, EISERES in reconventie, hierna ook te noemen: [gedaagde, eiseres in reconventie],
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Steward.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft op 21 augustus 2012 een verzoekschrift ingediend ter griffie van dit gerecht. [gedaagde, eiseres in reconventie] heeft op 4 september 2012 per fax een eis in reconventie toegezonden, welke ter terechtzitting van 6 september 2012 is ingediend. Op 5 september 2012 hebben partijen per fax stukken toegezonden welke eveneens ter terechtzitting zijn ingediend. Ter terechtzitting van 6 september 2012 zijn de eis in conventie en de eis in reconventie behandeld aan de hand van door partijen overgelegde pleitnotities. Ook zijn partijen in de gelegenheid gesteld over en weer op elkaars stellingen te reageren. Ten slotte is vonnis verzocht.
2. DE VASTSTAANDE FEITEN:
2.1 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft op 1 november 1996 bij akte van scheiding en deling het recht van vruchtgebruik verworven op onder meer een perceel met daarop een woning, plaatselijk bekend als [ ] (de woning). In dezelfde akte is onder andere dit perceel, belast met het vruchtgebruik van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], toebedeeld aan een van de zonen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie], de heer [x].
2.2 [x] is gehuwd met [gedaagde, eiseres in reconventie]. [gedaagde, eiseres in reconventie] woonde sindsdien samen met haar man, kinderen en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de woning. [x] is in september 2011 overleden.
3. DE VORDERING IN CONVENTIE:
3.1 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vordert dat het gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd, [gedaagde, eiseres in reconventie] zal bevelen het woonhuis te ontruimen, met nevenvorderingen, en met veroordeling in de proceskosten.
3.2 [gedaagde, eiseres in reconventie] voert tegen het gevorderde verweer, strekkende tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de kosten van de procedure.
4. DE VORDERING IN RECONVENTIE
4.1 [gedaagde, eiseres in reconventie] vordert dat het gerecht, voor het geval dat de vordering in conventie wordt afgewezen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te bevelen de elektriciteit en andere diensten van nutsbedrijven ongestoord en ononderbroken toe te laten tot het woonhuis en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te verbieden het woongenot van [y] te belemmeren, met nevenvorderingen en met veroordeling van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de kosten van de procedure.
4.2 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voert verweer tegen het gevorderde, strekkende tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [gedaagde, eiseres in reconventie] in de kosten van de procedure.
<b><u>In conventie</u></b>
5.1 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde, eiseres in reconventie] inbreuk maakt op het recht van vruchtgebruik van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] door, zo begrijpt het gerecht, tegen de zin van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in het woonhuis te verblijven. Daarmee is volgens haar ook het spoedeisend belang gegeven. Hoewel inbreuk op een recht van vruchtgebruik een spoedeisend belang kan opleveren, is dat in dit geval niet zo. Onweersproken heeft [gedaagde, eiseres in reconventie] gesteld dat zij al circa 16 jaar met (onder andere) [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in het woonhuis woont, terwijl [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] al die tijd ook al het vruchtgebruik van het woonhuis heeft. Gelet daarop is de omstandigheid dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] nu niet langer wil dat [gedaagde, eiseres in reconventie] en haar kinderen bij haar in huis wonen en dat zij ongestoord van haar vruchtgebruik wil genieten onvoldoende om thans (nog)spoedeisend belang aan te nemen. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft echter ook aangevoerd dat [gedaagde, eiseres in reconventie] zich jegens haar misdraagt, waardoor zij niet langer in de woning te handhaven is. Daarmee is het spoedeisend belang naar het oordeel van het gerecht gegeven.
5.2 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft aangevoerd dat zij niet langer met [gedaagde, eiseres in reconventie] en haar kinderen wenst samen te wonen omdat de verhoudingen sinds het overlijden van haar zoon dusdanig zijn verslechterd dat thans een onleefbare situatie is ontstaan. Ter onderbouwing daarvan voert zij aan dat [gedaagde, eiseres in reconventie] zich tegenover haar misdraagt. De misdragingen zouden eruit bestaan dat [gedaagde, eiseres in reconventie] een ruit van een appartement op het terrein zou hebben vernield en dat zij, om te pesten, steeds al haar lampen en andere elektrische apparatuur laat branden zonder voor de elektriciteit te betalen. [gedaagde, eiseres in reconventie] heeft ter zitting erkend dat zij de elektriciteit die zij gebruikt moet betalen en dat zij dat niet heeft gedaan. Uit de stellingen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] blijkt echter niet hoe groot het bedrag is dat met de achterstallige elektriciteitsbetalingen is gemoeid, waardoor nu niet kan worden beoordeeld of op grond hiervan de verwachting gerechtvaardigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een vordering van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] tot ontruiming van de woonruimte zal worden toegewezen. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft daarvoor dus onvoldoende gesteld. Dat een keer een ruzie heeft plaatsgevonden waarbij een ruit van een appartement is gesneuveld, zoals [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ook nog heeft aangevoerd (ter zitting is overigens gebleken dat hierbij niet [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] was betrokken, maar een van haar zoons) lijdt niet tot een ander voorlopig oordeel. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft nog aangevoerd dat [gedaagde, eiseres in reconventie] steeds meer beslag neemt van de woning waardoor [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] nog maar weinig woonoppervlak heeft. Dit is echter betwist met de stelling dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de loop der jaren vrijwillig in overleg met haar inmiddels overleden zoon op een kleiner oppervlak is gaan wonen. Nu voor bewijslevering in deze procedure geen plaats is, is ook deze stelling van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] thans onvoldoende aannemelijk om tot toewijzing van de ontruiming te kunnen leiden. Dat anderszins sprake is van misdragingen is wel gesteld, maar in het geheel niet geconcretiseerd en onderbouwd en dit is betwist door [gedaagde, eiseres in reconventie].
5.3 Wel heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] nog aangevoerd dat [gedaagde, eiseres in reconventie] de woning en de appartementen op het perceel niet heeft onderhouden, maar [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft ook gesteld dat deze onderhoudsplicht samenhing met de afspraak die zij had met haar zoon dat hij daarvoor de huurpenningen mocht incasseren en dat deze afspraak niet geldt tussen haar en [gedaagde, eiseres in reconventie]. Hieruit volgt dat van een onderhoudsverplichting voor [gedaagde, eiseres in reconventie] derhalve geen sprake is. Weliswaar resteert aldus een geschil tussen partijen met betrekking tot het incasseren van de huurpenningen van de appartementen, maar niet valt in te zien dat zit zou moeten leiden tot ontruiming, nu het hier een geschil betreft over andere appartementen dan het woonhuis.
5.4 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft aangevoerd dat zij inmiddels op hoge leeftijd is en dat zij door de spanningen ten gevolgen van de verslechterde verhoudingen niet meer ongestoord van de woning kan genieten. [gedaagde, eiseres in reconventie] heeft aangevoerd dat zij al 16 jaar in de woning woont, waarvan het grootste deel samen met haar inmiddels overleden man en dat haar twee kinderen ook bij haar wonen, waarvan één een verstandelijke beperking heeft. Zij voert verder aan dat het op stel en sprong moeten verhuizen ten gevolge van een gedwongen ontruiming een grote ontwrichtende werking op haar gezin zal hebben, met name op haar verstandelijk beperkte kind. Het gerecht is van oordeel dat ook een afweging van belangen niet tot het oordeel leidt dat de ontruimingsvordering moet worden toegewezen.
5.5 De slotsom van het voorgaande is dat de gevraagde ontruiming zal worden afgewezen.
<b><u>In reconventie</u></b>
5.6 Ter zitting is erkend dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de stroom voor de Airco’s heeft afgesloten, omdat [gedaagde, eiseres in reconventie] niet betaalde voor de elektriciteit. Hoewel [gedaagde, eiseres in reconventie] heeft erkend niet te hebben betaald voor de elektriciteit ondanks haar – ook erkende – verplichting daartoe en hoewel de stroom daags voor de zitting weer is aangesloten, ziet het gerecht hierin aanleiding de reconventionele vordering toe te wijzen voor zover die betrekking heeft op het de elektriciteit en andere diensten van nutsbedrijven. De vordering zal voor het overige worden afgewezen daar voor toewijzing onvoldoende is gesteld. De dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd, nu de redelijkheid dit bepaaldelijk vordert.
<b><u>In conventie en in reconventie</u></b>
5.7 In de omstandigheid dat partijen (schoon)familie van elkaar zijn ziet het gerecht aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.
De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
<b><u>In conventie en in reconventie</u></b>
- beveelt [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] om binnen vierentwintig uur na betekening van dit vonnis de elektriciteit en andere diensten van nutsbedrijven ongestoord en ononderbroken toe te laten tot de woning;
- veroordeelt [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] tot betaling van een dwangsom aan [gedaagde, eiseres in reconventie] ten bedrage van Afl. 100,00 voor iedere keer dat zij in strijd mocht handelen met voornoemd bevel, met bepaling dat aan dwangsommen maximaal Afl. 5.000,00 kan worden verbeurd;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Haeck, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op woensdag 19 september 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.