Uitspraak
1.De procedure
13 september 2013, waar de gemachtigden van partijen het woord hebben gevoerd aan de hand van de overgelegde pleitnotities en waar zij op elkaars stellingen hebben gereageerd.
2.De vaststaande feiten
de arbeidsdeskundige [eiser] niet meer geschikt acht voor zijn functie van anesthesist. Er zijn geen passende functies te duiden en het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt gesteld op 100%.
Afl. 58.309,80, is er per saldo Afl. 196.300,00 te veel betaald. De stichting verzoekt [eiser] om binnen 14 dagen met een concreet voorstel te komen ter zake de terugbetaling van het netto te veel ontvangen salaris.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
( per 8 maart 2010) volledig arbeidsongeschikt werd geacht voor zijn eigen werk. Met deze bevinding werd [eiser] op 6 februari 2012 onverwacht geconfronteerd. Hoewel [eiser] geen bezwaar heeft tegen het feit dat hij volledig arbeidsongeschikt wordt geacht, heeft hij wel op 13 april 2012 schriftelijk en bij monde van zijn toenmalige gemachtigde bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum 8 maart 2010 ( vide productie 3 bij verzoekschrift in KG). Dit bezwaar is begrijpelijk nu [eiser] er niet op bedacht hoefde te zijn dat hij met terugwerkende kracht per 8 maart 2010 volledig en doorlopend arbeidsongeschikt zou worden geacht.
Ook uit het ‘dayreport’ van 15 september 2010 (productie 8 aan de zijde van de stichting) volgt dat de betreffende bedrijfsarts niet van oordeel is dat [eiser] doorlopend arbeidsongeschikt is. Hierin is te lezen: “ Due to his cardiovasculair condition, mr. [eiser] continue to work according his contract function, but he is not able to work night shift”.
13 mei 2011 doorlopend en volledig arbeidsongeschiktwerd geacht. De verklaring van de betreffende bedrijfsarts dat [eiser] sinds 8 maart 2010 nimmer de normale werkzaamheden behorende bij zijn functie heeft kunnen uitoefenen en daarom sindsdien doorlopend en volledig arbeidsongeschikt is, in het licht van de hiervoor vermelde ‘dayreports’ dan ook onbegrijpelijk.
voorshandsvanuit gegaan dat de bodemrechter de opzegging kennelijk onredelijk zal achten op grond van het gevolgencriterium. Dit heeft tot gevolg dat de stichting, die de dienstbetrekking kennelijk onredelijk heeft opgezegd, in beginsel schadeplichtig is.
5.De beslissing
AWG 100.000,00
Afl. 1.500,00 voor salaris gemachtigde;