In deze rolbeslissing van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 6 november 2013, wordt de procedure tussen New India Assurance Representative N.V. en House of Japan @ South Beach N.V. behandeld. De zaak betreft een verklaring in het kader van een executieprocedure waarbij de derde beslagene, [x], betrokken is. De rolrechter constateert dat er geen uitstel is overeengekomen voor het nemen van de conclusie van repliek door New India, wat leidt tot de beslissing om akte van niet-dienen te verlenen. New India had verzocht om pleidooi, maar de rolrechter oordeelt dat er geen recht op pleidooi bestaat in deze fase van de procedure, aangezien het Arubaans procesrecht geen expliciet recht op pleidooi in eerste aanleg kent. De rolrechter verwijst naar de relevante artikelen in het Arubaans Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het EVRM, en concludeert dat de behandeling van de zaak mondeling kan plaatsvinden, maar dat dit niet automatisch leidt tot een recht op pleidooi. De rolbeslissing benadrukt dat de geëxecuteerde als derde partij is verschenen in de hoofdzaak en dat New India dient te repliceren op het antwoord van [x]. De uitspraak houdt in dat de akte van niet-dienen voor repliek aan New India ten aanzien van [x] wordt gehandhaafd, en dat verdere beslissingen ten aanzien van [x] worden aangehouden totdat de zaak tussen New India en House of Japan in staat van wijzen is.