Uitspraak
- het inleidende verzoekschrift;
- de incidentele conclusie tot zekerheidstelling;
- de conclusie tot referte in het incident.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een incident tot zekerheidstelling in een geschil tussen de rechtspersoon naar vreemd recht Arevenca Aktm S.A., gevestigd in Spanje, en de vennootschappen Marisol V.O.F., Hilant-Lagoen N.V. en Hilant-Lagoen III N.V., allen gevestigd in Aruba. Arevenca vorderde in de hoofdzaak de terugbetaling van een door haar betaalde waarborgsom, met veroordeling van Marisol c.s. tot betaling van de proceskosten. Marisol c.s. stelden dat Arevenca vreemdelinge is in de zin van artikel 122 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) en vroegen om zekerheidstelling voor de betaling van kosten, schade en intresten. De rechter oordeelde dat de vraag of Arevenca rechtspersoonlijkheid bezit die naar Arubaans recht nodig is om in rechte te kunnen optreden, in de hoofdzaak moet worden beoordeeld. Het Gerecht oordeelde dat het EEX-Verdrag, waar Aruba en Spanje partij bij zijn, van toepassing is en dat er geen verplichting tot zekerheidstelling bestaat, omdat een veroordeling tot betaling van proceskosten en schadevergoeding op grond van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden of een verdrag ten uitvoer kan worden gelegd ter plaatse waar Arevenca woonplaats heeft. De vordering tot zekerheidstelling werd afgewezen en Marisol c.s. werden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Arevenca in dit incident. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven.