ECLI:NL:OGEAA:2013:5

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 augustus 2013
Publicatiedatum
1 oktober 2013
Zaaknummer
A.R. no. 385 en 1450 van 2011
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekering aansprakelijkheid motorvoertuigen en de gevolgen van het ontbreken van een rijbewijs bij een aanrijding

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, ging het om een aanrijding veroorzaakt door een bestuurder zonder rijbewijs. De verzekerde, eigenaar van de auto, vorderde schadevergoeding van de verzekeraar, New India Assurance Representative N.V., op basis van de verzekeringsovereenkomst. De verzekeraar verweerde zich door te stellen dat de verzekerde niet voldoende maatregelen had genomen om te voorkomen dat de auto door onbevoegden werd bestuurd. De rechter oordeelde dat de verzekerde, [x], niet in gebreke was gebleven, omdat zij niet had kunnen voorzien dat de bestuurder, [y], zonder haar toestemming en zonder rijbewijs met de auto zou rijden. De rechter concludeerde dat de verzekerde had voldaan aan haar verplichtingen onder de polisvoorwaarden, en dat de vordering van New India op [x] moest worden afgewezen. In de zaak in vrijwaring werd [y] veroordeeld tot betaling aan New India, omdat hij geen verweer had gevoerd. De rechter wees de vordering van New India in de gevoegde zaak met nummer A.R. 1450 van 2011 af, omdat [x] niet aansprakelijk was voor de schade die door [y] was veroorzaakt. De proceskosten werden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

Vonnis van 28 augustus 2013.
Behorend bij A.R. no. 385 en 1450 van 2011.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de gevoegde hoofdzaken en de zaken in vrijwaring:
met nummer A.R. 385 van 2011 van
[x],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [x],
gemachtigde: de advocaat mr.G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
NEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: New India,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp
en in de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 385 van 2011 van
de naamloze vennootschap
NEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: New India,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp
tegen
[y]
te Geldermalsen, Nederland
hierna ook te noemen: [y],
gemachtigde: (voorheen mr. A. de Bie, thans) in persoon procederend,
en in de gevoegde zaak met nummer A.R. 1450 van 2011 van
de naamloze vennootschap
NEW INDIA ASSURANCE REPRESENTATIVE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: New India,
gemachtigde: (thans) de advocaat mr. M.D. Tromp
tegen

1.[X],

te Aruba,
hierna ook te noemen: [x],
gemachtigde: de advocaat mr.G. de Hoogd
en

2.[Y]

te Geldermalsen, Nederland
hierna ook te noemen: [y],
gemachtigde: (voorheen mr. A. de Bie, thans) in persoon procederend,,
en in de zaak in vrijwaring van met nummer A.R. 1450 van 2011 van
[X],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [x],
gemachtigde: de advocaat mr.G. de Hoogd,
tegen
[Y]
te Geldermalsen, Nederland
hierna ook te noemen: [y],
gemachtigde: (voorheen mr. A. de Bie, thans) in persoon procederend,
1.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure in de zaak met nummer A.R. 385 van 2011 blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de incidentele conclusie tot vrijwaring van New India;
- de antwoordconclusie in het incident van [x];
- het vonnis in het incident tot vrijwaring van 22 juni 2011;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011;
- de conclusie van repliek in de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011;
- de conclusie van dupliek in de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011;
- de conclusie van dupliek in de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011;
- de conclusie van eis in de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 385 van 2011;
Het verloop van de procedure in de zaak met nummer A.R. 1450 van 2011 blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de incidentele conclusie tot vrijwaring van [x];
- de conclusie van antwoord in het incident van New India;
- de akte uitlating producties in het incident van [x];
- het vonnis in het incident tot vrijwaring van 22 augustus 2012;
- de incidentele conclusie tot voeging met de zaak met nummer A.R. 1450 van 2011 van New India;
- de conclusie van antwoord in het incident van [x]:
- het vonnis in het incident tot voeging van 22 augustus 2012;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011;
- de conclusie van repliek in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011;
- de conclusie van dupliek in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011;
- de conclusie van dupliek in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011;
- de akte uitlating productie zijdens New India in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011;
- de conclusie van eis in de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 1450 van 2011.
2.
DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1 [
[x] is rechthebbende krachtens een huurkoopovereenkomst op een Chevrolet Avalanche gekentekend A-29906, verder: de auto.
2.2
De auto is door New India verzekerd op basis van de “Smart Car” polisvoorwaarden die kort gezegd inhouden, dat de auto zowel verzekerd is tegen wettelijke aansprakelijkheid als voor eigen schade.
2.3
Artikel 4 van de polisvoorwaarden bepaalt:
1) The insured is obligated, in so far it is in his power, to ensure that a) the motor vehicle is not driven otherwise then by persons who have been authorized by him to do so; b) (…)
2) Indemnity for damages sustained while driving can only be claimed by the Insured if the driver was holding a valid legal driving-license, (…) if the driver did not fulfill conditions the insured is nevertheless entitled to indemnity if it can be assumed that the vehicle was being driven without the knowledge and approval of the insured or the person in whose charge he had entrusted the motor vehicle.
2.4
Artikel 8 van de polisvoorwaarden luidt:
The Insured will not be entitled to indemnity for damage if he has failed to observe any obligations resting on him according to the general and special conditions of this contract.
2.7
Op 3 oktober 2010 heeft [y] met de auto een ongeluk veroorzaakt. De auto is daardoor beschadigd. Tevens is schade aan derden berokkend. [y] had ten tijde van het ongeval geen rijbewijs.
2.8
New India heeft een bedrag van AWG. 14.429,08 aan schade aan derden uitgekeerd.
3.
DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
3.1 [
[x] vordert in de zaak met nummer A.R. 385 van 2011 veroordeling van New India - uitvoerbaar bij voorraad – tot betaling van AWG. 20.000, met wettelijke rente vanaf 2 oktober 2010, met veroordeling van New India in de proceskosten.
3.2
New India voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van [x] in de proceskosten.
3.3
New India vordert in het geding tot vrijwaring – naar het gerecht begrijpt – veroordeling van [y] tot betaling aan New India van hetgeen waartoe zij in de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011 zal worden veroordeeld.
3.4 [
[y] is verschenen in het geding in vrijwaring in de zaak met nummer A.R. 385 van 2011 maar heeft geen verweer gevoerd.
3.5
New India vordert in de zaak met nummer A.R. 1450 van 2011 hoofdelijke veroordeling van [x] en [y] - uitvoerbaar bij voorraad - tot betaling van AWG. 14.429,08 met wettelijke rente, met veroordeling van [x] en [y] in de proceskosten.
3.6 [
[x] voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van New India in de proceskosten. [y] is verschenen in het geding in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011 maar heeft geen verweer gevoerd.
3.7 [
[x] vordert in het geding tot vrijwaring veroordeling van [y] - uitvoerbaar bij voorraad - tot betaling aan [x] van hetgeen waartoe zij in de hoofdzaak met nummer A.R. 1450 van 2011 zal worden veroordeeld, met veroordeling van [y] in de proceskosten.
3.8 [
[y] is verschenen in het geding in vrijwaring in de zaak met nummer A.R. 1450 van 2011 maar heeft geen verweer gevoerd.
4.
DE BEOORDELING
4.1
In de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011vordert [x] nakoming van de verzekeringsovereenkomst.
4.2
Volgens New India hadden [x] en [y] een affectieve relatie en wist [x] dat [y] een ex-drugsverslaafde was die een aantal maanden ‘clean’ was. Beiden waren in de vroege ochtenduren van 3 oktober thuis gekomen na te zijn uit geweest. [y] zou hebben gedronken en vier voorafgaande dagen xtc-pillen gebruikt hebben en voorheen drugs in zijn bezit hebben gehad. [y] heeft de autosleutels van [x], buiten haar aanwezigheid, uit haar tas gehaald. Toen [x] merkte dat [y] met de auto was weggegaan heeft zij eerst [y] zelf opgebeld, toen hij meteen ophing heeft zij eerst vriend van [y] gebeld en daarna achtereenvolgens de vader van [y] en een familielid alsmede de (verslaving)begeleider van [y]. Nadien heeft zij de politie gebeld maar geen aangifte gedaan van diefstal; [x] zei tegen de dienstdoende centralist dat zij wilde wachten om te kijken of [y] ondertussen met de auto thuis zou komen.
4.3
New India leidt hieruit af dat [x] bezwaar had tegen het lenen van de auto zonder haar toestemming maar niet tegen het besturen daarvan door [y] zonder rijbewijs. Als het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden zou [x] geen aangifte hebben gedaan. [y] heeft voor het ongeval vaker de auto van [x] bestuurd. [x] had, aldus New India, gezien de hierboven gerelateerde omstandigheden extra maatregelen moeten nemen om er voor te zorgen dat [y] niet met de auto zou gaan rijden. Primair heeft zij daarom niet al het mogelijke gedaan om te voorkomen dat de auto bestuurd werd door iemand zonder haar toestemming en nog wel zonder rijbewijs (artikel 4 lid 1 in verbinding met artikel 8). Subsidiair wijst New India erop dat niet gebleken is dat [y] de auto zonder wetenschap en goedkeuring van [x] bestuurde (artikel 4 lid 2).
4.4
Aangenomen dat [y] vier dagen xtc-pillen gebruikte – hetgeen [x] ontkent – is niet voldoende gemotiveerd gesteld of gebleken dat [x] zich daarvan bewust was, laat staan dat zij zich daarvan op de desbetreffende ochtend bewust was. Het algemene betoog van New India omtrent het effect van xtc-pillen legt in dit verband onvoldoende gewicht in de schaal. Dat [x] juist geen drugsgebruik tolereerde blijkt uit de eigen stelling van New India dat zij drugs van [y] had afgenomen. Dat [x] haar autosleutels die ochtend in haar tas, die zij mee in de woning maar niet mee in de slaapkamer nam, had laten zitten, brengt naar oordeel van het gerecht niet met zich mee, dat [x] niet heeft voldaan aan haar verplichting datgene te doen dat in haar macht ligt om te voorkomen dat iemand zonder haar toestemming de auto bestuurt. Gegeven de stelling van New India dat sprake was van een affectieve relatie tussen [x] en [y] gaat het te ver om van de verzekerde partner te verlangen dat deze – kort gezegd – de autosleutels te allen tijde voor de andere partner onbereikbaar houdt. Dat [x] de autosleutels aan een bos met de huisdeur- en andere sleutels bewaarde, legt in dit verband onvoldoende gewicht in de schaal omdat niet voldoende gemotiveerd gesteld is, dat [y] niet met de auto zou zijn gaan rijden als dat niet het geval was geweest. [y] heeft bewust ook een camera en geld weggenomen, zodat niet aannemelijk is dat hij alleen op het idee kwam om met de auto te gaan rijden omdat hij de autosleutels samen met de huisdeursleutels trof toen hij naar buiten ging om een sigaret te roken.
Aan het voorgaande doet niet af dat [x] gezien haar functie mogelijk bekend was met drugsverslaving en ook met het drugsverleden van [y] en de partnerrelatie tussen beiden “pril” zou zijn geweest. Of [y] de auto eerder bestuurde is niet relevant; gesteld noch gebleken is dat [x] hiervan kennis droeg of dat dit met haar toestemming gebeurde.
Het gerecht overweegt ten slotte nog, dat de zin die partijen bij deze verzekeringsovereenkomst in de gegeven omstandigheden aan de zinsnede “in so far as it is in his power” redelijkerwijs mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, meebrengt dat van [x] niet kan worden verlangd, dat zij zich onder alle omstandigheden zodanig gedraagt, dat haar in het geheel niet kan worden toegerekend dat de auto wordt bestuurd door iemand zonder rijbewijs. De “power” tot foutloos handelen is geen mens gegeven; het contract dient aldus te worden uitgelegd dat het gaat om hetgeen in dit verband redelijkerwijs van [x] mocht worden verwacht. En daaraan heeft zij voldaan.
4.5
Met betrekking tot het subsidiaire verweer staat vast dat [y] geen rijbewijs had, maar volgens de tweede zinsnede van het tweede lid van artikel 4 bestaat toch recht op dekking, als kan worden verondersteld (“assumed”) dat het voertuig werd bestuurd zonder kennis (“knowledge”) en toestemming (“approval”) van de verzekerde. Uit de bewoording “assumed” vloeit voort dat aan de op [x] rustende stelplicht met betrekking tot het ontbreken van kennis en toestemming geen hoge eisen mogen worden gesteld.
In de onderhavige zaak is het gerecht van oordeel, dat kan worden verondersteld dat door [x] in de ochtend van 3 oktober geen toestemming aan [y] werd verleend om haar auto te besturen. De omstandigheden op grond waarvan New India betoogt dat die veronderstelling onjuist is kunnen het verweer niet dragen. Dat [x], alvorens de politie te bellen, eerst (maar vergeefs) met [y] zelf heeft gebeld en vervolgens met zijn vader, zijn vriend, een ander familielid en tenslotte zijn begeleider doen juist veronderstellen dat [y] die toestemming niet had. Dat [x] tegen de centralist van de politie zei dat zij vooralsnog geen aangifte van diefstal tegen [y] wilde doen, omdat zij wilde wachten of hij misschien intussen, waarmee naar het gerecht begrijpt wordt bedoeld: eigener beweging thuis zou komen, impliceert, nog los van het feit dat die mededeling niet [y] maar slechts de centralist heeft bereikt, niet dat [x] alsnog toestemming aan [y] verleende om de auto te besturen. De betekenis van deze opmerking is dat [x], ondanks het ontbreken van haar toestemming, de zaak niet strafrechtelijk wilde oplossen, niet dat zij alsnog toestemming verleende.
Dat [x] op het moment dat zij [y] belde – maar overigens kennelijk geen gesprek tot stand kwam – kennis droeg van het feit dat hij de auto bestuurde en dat zij er kennis van droeg dat hij dat deed zonder rijbewijs is in het licht van het bepaalde in artikel 4 tweede lid, tweede volzin, niet relevant. Het gerecht komt aan bewijslevering niet meer toe.
4.6
Tegen de hoogte van de vordering, inclusief de wettelijke rente, is geen verweer gevoerd zodat deze voor toewijzing in aanmerking komt. Als de in het ongelijk te stellen partij zal New India de proceskosten van [x] moeten vergoeden.
4.7
In de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 385 van 2011is geen verweer gevoerd zodat de vordering van New India jegens [y] voor toewijzing in aanmerking komt.
4.8
In de onderhavige zaak doet zich niet voor een geval zoals beslist in Hoge Raad 28 oktober 2011 [1] waarin werd teruggekomen op vaste rechtspraak dat de proceskosten waarin de gedaagde in de hoofdzaak tevens eiser in de vrijwaringszaak wordt veroordeeld, worden 'doorgeschoven' naar de eiser in de hoofdzaak in geval diens vordering wordt afgewezen, omdat niet langer gezegd kon worden dat de billijkheid het doorschuiven van de kosten eist. In de onderhavige zaak wordt de eis in de hoofdzaak immers toegewezen en heeft New India terecht [y] in vrijwaring in de zaak betrokken. De proceskosten tot vergoeding waarvan New India in de hoofdzaak zal worden veroordeeld jegens [x] zullen dus door [y] in de zaak in vrijwaring moeten worden gedragen. Nu New India in de hoofdzaak inhoudelijk verweer heeft gevoerd brengt de billijkheid evenwel niet mee dat haar eigen kosten in de hoofdzaak ten laste van [y] moeten komen.
4.9
In de gevoegde (hoofd)zaak met nummer A.R. 1450 van 2011vordert New India vergoeding door [x] en [y] van schade die zij op grond van de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (verder: LAM) aan derden heeft vergoed.
4.1
New India baseert de vordering ten aanzien van [x] op artikel 10 lid 2 LAM, artikel 19 Landsverordening wegverkeer en de hierboven genoemde artikelen 4 en 8 van de polisvoorwaarden. [x] is als eigenaresse van de auto aansprakelijk voor de schade die daarmee is veroorzaakt en die door New India ingevolge artikel 10 lid 1 LAM aan de derden is vergoed. New India kan op grond van het tweede lid van artikel 10 LAM verhaal op haar nemen. Door het handelen in strijd met het bepaalde in artikel 4 lid 1 in samenhang met artikel 8 van de polisvoorwaarden bestaat vervolgens geen dekking onder de polis voor die schade, waardoor New India de door haar aan derden vergoede schade op [x] kan verhalen.
4.11
Zoals voortvloeit uit hetgeen in de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011 is overwogen onder 4.4 en 4.5, welke rechtsoverwegingen in deze zaak als ingelast dienen te worden beschouwd, doet zich niet het geval voor dat [x] niet heeft voldaan aan haar verplichting datgene te doen dat in haar macht ligt om te voorkomen dat onbevoegden met de auto gaan rijden (artikel 8 in samenhang met artikel 4 lid 1). Daarenboven kan [x] aanspraak maken op dekking omdat kan worden verondersteld dat de auto door [y] werd bestuurd zonder kennis en toestemming van [x].
4.12
Voorgaande brengt mee dat de verhaalsvordering van New India op [x] moet worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal New India de proceskosten van [x] moeten vergoeden. In deze zaak doet zich wel voor een geval zoals beslist in Hoge Raad 28 oktober 2011. New India zal dus de kosten waarin [x] in de zaak in vrijwaring wordt veroordeeld aan haar niet hoeven te vergoeden, noch de eigen kosten van [x].
4.13 [
[y] heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering van New India zodat de vordering, inclusief proceskosten, jegens hem toewijsbaar is.
4.14
In de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 1450 van 2011dient de vordering te worden afgewezen nu [x] niet tot vergoeding van schade jegens New India veroordeeld wordt. [x] dient de proceskosten van [y] te vergoeden. Deze bedragen evenwel nihil omdat de toenmalige advocaat van [y] geen andere werkzaamheden heeft verricht dan zich te stellen. [x] dient ook haar eigen proceskosten in deze zaak te dragen.
5.
DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht, recht doende:
In de hoofdzaak met nummer A.R. 385 van 2011
veroordeelt New India tot betaling aan [x] van een bedrag ad AWG. 20.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2010 over de alsdan uitstaande som;
veroordeelt New India in de kosten van de procedure, welke kosten tot op heden aan de zijde van [x] worden begroot op AWG. 750, aan griffierecht, AWG. 189, aan explootkosten en AWG.  2.250, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
In de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 385 van 2011
veroordeelt [y] tot betaling aan New India van een bedrag ad AWG. 20.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2010 over de alsdan uitstaande som;
veroordeelt [y] tot betaling aan New India van een bedrag ter hoogte van de proceskosten waarin New India in de hoofdzaak jegens [x] is veroordeeld;
veroordeelt [y] in de kosten van de procedure in vrijwaring, welke kosten tot op heden aan de zijde van New India worden begroot op nihil aan griffierecht, AWG. 194, aan explootkosten en AWG. 750, aan salaris van de gemachtigde;
In de gevoegde (hoofd)zaak met nummer A.R. 1450 van 2011
wijst de vordering op [x] af;
veroordeelt New India in de kosten van de procedure, welke kosten tot op heden aan de zijde van [x] worden begroot op nihil aan griffierecht, nihil aan explootkosten en AWG. 2.250, aan salaris van de gemachtigde;
veroordeelt [y] tot betaling aan New India van een bedrag ad AWG. 14.429,08 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectievelijke betaaldata zoals die blijken uit de door New India overgelegde productie 3 bij het inleidend verzoekschrift getiteld “Record of Payments Effected” 2 oktober 2010 over de alsdan uitstaande som;
veroordeelt [y] in de kosten van de procedure, welke kosten tot op heden aan de zijde van New India worden begroot op AWG. 750, aan griffierecht, AWG. 192, aan explootkosten en AWG. 750, aan salaris van de gemachtigde;
wijst het meer of anders gevorderde af;
In de zaak in vrijwaring met nummer A.R. 1450 van 2011
wijst de vordering af;
veroordeelt [x] in de kosten van de procedure in vrijwaring, welke kosten tot op heden aan de zijde van [y] worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 28 augustus 2013 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.ECLI:NL:HR:2011:BQ6079, NJ 2012, 213