ECLI:NL:OGEAA:2014:20
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Verplichting van de Minister van Justitie tot vaststelling van alimentatie-indexering
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, stond de onrechtmatige overheidsdaad centraal, specifiek met betrekking tot alimentatie. De eiser, [x], had een vordering ingesteld tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba, vertegenwoordigd door de Minister van Justitie. De zaak volgde op een eerdere beschikking van 11 oktober 2010, waarin de heer [y] was veroordeeld tot het betalen van alimentatie aan [x]. De Minister had echter nagelaten een percentage vast te stellen voor de jaarlijkse indexering van deze alimentatie, zoals vereist door artikel 1:402a lid 1 BW. Dit leidde tot de vordering van [x] om het Land te verplichten om met ingang van 1 januari 2011 jaarlijks het percentage vast te stellen, op straffe van een dwangsom.
De Minister had in een ministeriële beschikking van 31 maart 2014 een percentage van 12,1% vastgesteld voor de aanpassing van alimentatie, maar het gerecht oordeelde dat dit niet voldeed aan de verplichtingen voor de jaren 2011 tot en met 2014. Het gerecht stelde vast dat de Minister niet tijdig de indexeringspercentages had vastgesteld, wat het Land aansprakelijk maakte voor het nalaten van de Minister. De rechter benadrukte dat de wettelijke regeling rond de indexering bedoeld is om te voorkomen dat alimentatiegerechtigden jaarlijks naar de rechter moeten stappen voor aanpassing van de alimentatie.
De zaak werd verwezen naar de rol van 20 augustus 2014 voor verdere uitlating door het Land. Het gerecht hield iedere verdere beslissing aan, en de rechter merkte op dat persoonlijke aanvallen op de advocaat van [x] beneden de waardigheid van de procesgemachtigde van het Land zouden moeten zijn. Dit vonnis werd uitgesproken op 18 juni 2014 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht.