ECLI:NL:OGEAA:2014:28

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 september 2014
Publicatiedatum
30 oktober 2014
Zaaknummer
A.R. 1622 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot termijnverlenging in civiele procedure met betrekking tot verstekvonnis en spoedeisende bodemzaak

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 24 september 2014 een vonnis gewezen in een incident tot termijnverlenging. De zaak betreft een verzoek van Medicas B.V. om een nieuwe termijn voor het instellen van verzet tegen een verstekvonnis. Medicas stelde dat het verstekvonnis pas op 30 juni 2014 was ontvangen door haar directeur, die na zijn vakantie op 7 juli 2014 contact opnam met een Arubaanse raadsman. Medicas verzocht tevens om behandeling van de zaak als spoedeisende bodemzaak, wat door de rechter werd afgewezen.

De rechter oordeelde dat Medicas ontvankelijk was in haar verzet, maar dat er geen aanleiding was om de termijnverlenging toe te staan. Het verzoek om pleidooi van de tegenpartij, aangeduid als [X], werd eveneens afgewezen, omdat de zaak niet als spoedeisend werd behandeld. De rechter verwees de zaak naar de rol voor conclusie van antwoord in oppositie en stelde Medicas in de kosten van het incident, die aan de zijde van [X] werden begroot op Afl. 900 voor het salaris van de gemachtigde.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om tijdig rechtsmiddelen aan te wenden en bevestigt dat de rechter geen aanleiding zag om terug te komen op eerdere beslissingen met betrekking tot de spoedeisendheid van de zaak. Het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, wat de transparantie van de procedure waarborgt.

Uitspraak

Vonnis van 24 september 2014
Behorend bij A.R. 1622 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot termijn verlenging als bedoeld in artikel 16 Haags betekeningsverdrag, tevens bezwaar tegen behandeling van de zaak als spoedeisende bodemprocedure als bedoeld in artikel 41 Procesreglement voor civiele zaken.
[x]
te Aruba,
hierna ook te noemen: [X],
gemachtigde: de advocaat mr. G.W. Rep,
tegen:
de rechtspersoon naar vreemd recht
MEDICAS B.V.,
te Breda, Nederland,
hierna ook te noemen: Medicas,
gemachtigde: de advocaat mr. D.W. Ormel,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot verzet tegen een verstekvonnis, tevens incidenteel verzoek tot termijnverlenging ex artikel 16 Haags betekeningsverdrag, tevens bezwaar tegen behandeling van de zaak als spoedeisende bodemzaak;
- de contra-akte, tevens verzoek dagbepaling pleidooi van [X].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.HET VERZOEK

2.1
Medicas verzoekt op voet van artikel 16 Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken om een nieuwe termijn voor het instellen van verzet.
2.2
Medicas grondt het verzoek erop dat het verstekvonnis haar directeur pas in de week van 30 juni 2014 heeft bereikt via aangetekende postbezorging en de directeur, die van vakantie terugkwam, eerst 7 juli daaropvolgend met een Arubaanse raadsman contact kreeg. De zaak leent zich wegens de complexiteit overigens niet voor behandeling als spoedeisende bodemzaak.
2.3
Het verzoek om pleidooi zijdens [X] is kennelijk gebaseerd op artikel 6 EVRM in verbinding met artikel 34 en 41 Procesreglement.

3.DE BEOORDELING

3.1.
Het verzoek om termijnverlenging zal worden afgewezen. Partijen zijn het erover eens dat Medicas ontvankelijk is in haar verzet. Uit het incidenteel verzoek, dat tevens inhoudelijk ingaat op de inleidende vordering, blijkt niet dat Medicas niet tijdig de gelegenheid had om een rechtsmiddel aan te wenden.
3.2
Uit het griffiedossier met zaaknummer AR 3322 van 2013 waarin verstekvonnis werd gewezen blijkt, dat de (rol)rechter reeds ambtshalve het verzoek tot behandeling van de zaak als spoedeisende bodemzaak had afgewezen. De rolrechter ziet thans geen aanleiding daarop terug te komen.
3.3
Het verzoek om datumbepaling pleidooi van [X] is kennelijk gedaan in de veronderstelling dat de zaak als spoedeisende bodemzaak wordt behandeld. Nu dat niet het geval is zal de zaak naar de rol worden verwezen voor conclusie van antwoord in oppositie.
3.4
Als de in het ongelijk te stellen partij zal Medicas de kosten van dit incident moeten vergoeden aan [X].

4.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het incidentele verzoek af;
veroordeelt Medicas in de kosten van dit incident, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [X] worden begroot op Afl. 900, aan salaris van de gemachtigde;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 22 oktober 2014 voor conclusie van antwoord in oppositie;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 september 2014 in aanwezigheid van de griffier.