ECLI:NL:OGEAA:2014:33

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 november 2014
Publicatiedatum
28 mei 2015
Zaaknummer
174 van 2014, P-2013/16580
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens witwassen en verdovende middelen

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder witwassen en het bezit van verdovende middelen. De zittingen vonden plaats op 29 oktober, 30 oktober, 31 oktober en 5 november 2014. De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, eiste een gevangenisstraf van twee jaar, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.G. Illes, verweer voerde. De tenlastelegging omvatte onder andere het verbergen van luxe goederen en het bezit van cocaïne en vuurwapens in Nederland en Aruba. Het gerecht oordeelde dat het gerecht bevoegd was om kennis te nemen van de feiten, ondanks de verdediging die dit betwistte. De Vuurwapenverordening heeft geen extraterritoriale werking, wat leidde tot vrijspraak voor de tenlasteleggingen met betrekking tot vuurwapenbezit en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan het medeplegen van witwassen en het opzettelijk handelen in strijd met de Landsverordening verdovende middelen. De rechter legde een gevangenisstraf van twaalf maanden op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Daarnaast werden enkele inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd verklaard en andere aan de verdachte teruggegeven.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 in de [geboorteplaats],
wonende in Nederland,
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 29 oktober 2014, 30 oktober 2014, 31 oktober 2014 en 5 november 2014. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D.G. Illes.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de aan hem tenlastegelegde feiten te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van voorarrest.
voorwerpen, zoals voorkomende op de door de officier van justitie overgelegde beslaglijst.
De raadsman heeft verweer gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
1. dat hij in of omstreeks de periode van 20 november 2013 tot en met 6 december 2013 in Aruba en/of in Nederland en/of in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
a. a) van een voorwerp, te weten een of meerdere diamant(en) en/of edelste(e)n(en) en/of siera(a)d(en) en/of horloge(s), althans een of meer luxe goed(eren), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) was/waren op genoemd(e) voorwerp(en) en/of genoemd(e) voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
b) een (of meerdere) diamant(en) en/of edelste(e)n(en) en/of siera(a)d(en) en/of horloge(s), althans een of meer luxe goed(eren), en/of een hoeveelheid geld ten bedrage van (ongeveer) Awg. 9144,20 (Awg. 4780, 61 + Awg. 4363,59), althans een hoeveelheid geld, althans een (of meer) voorwerp(en) heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van dit/deze voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
zulks (telkens) terwijl hij, verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) wist(en) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat genoemd(e) voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2. dat hij op of omstreeks 6 december 2013 in Aruba en/of in Nederland al dan niet opzettelijk een hoeveelheid (ruwe) cocaïne (van ongeveer 205,22 gram (bruto) en 13,41 gram netto)), zijnde (ruwe) cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen althans enige bereiding van (ruwe) cocaïne als vorenbedoeld, in bezit of aanwezig heeft gehad;
3. dat hij op of omstreeks 6 december 2013 in Aruba en/of in Nederland een of meer vuurwapen(s) (te weten een revolver merk, model 85 en/of een pistool merk Tanfoglio, model GT28) en/of munitie, in elk geval een vuurwapen en/of munitie als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Vuurwapenverordening voorhanden heeft gehad;
4. dat hij in of omstreeks de periode van 20 november 2013 tot en met 6 december 2013 in Aruba en/of in Nederland deel heeft genomen aan een organisatie die gevormd werd door hem, verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of (een) ander(e) perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
  • het (mede)plegen van diefstal met geweld als bedoeld in artikel 325 Wetboek van Strafrecht (oud) en/of
  • het (mede)plegen van afpersing met geweld of bedreiging met geweld als bedoeld in artikel 330 Wetboek van Strafrecht (oud) en/of
  • het (mede)plegen van (gewoonte)witwassen en/of schuldwitwassen als bedoeld in de artikelen 430b, 430c en 430d Wetboek van Strafrecht (oud).

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
De verdediging heeft - zakelijk weergegeven - bepleit dat het gerecht niet bevoegd is om van het tenlastegelegde onder 2 en 3 (in Nederland gepleegde feiten) kennis te nemen. Het gerecht verwerpt dit verweer en overweegt als volgt.
Krachtens artikel 1:6 eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafrecht is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde onder 2 en 3 kennis te nemen. In voornoemd artikel is onder meer bepaald dat de strafwet van Aruba van toepassing is op de Nederlander die zich buiten Aruba schuldig maakt aan een feit hetwelk door de strafwet van Aruba als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld. Verdachte is Nederlander.
Bij de beoordeling van de op grond van voornoemd artikel vereiste dubbele strafbaarheid dient ten aanzien van feit 3 onderzocht te worden of de Arubaanse strafwet (in casu de Vuurwapenverordening) in dit geval extraterritoriale werking toekomt. De Vuurwapenverordening kan naar inhoud en strekking slechts territoriale werking hebben. De Hoge Raad heeft reeds geoordeeld dat de toenmalige Vuurwapenwet 1919 van Nederland - onder meer vanwege het stelsel van door lokale autoriteiten te verlenen machtigingen - uitsluitend ziet op gedragingen in Nederland. Er bestaat geen reden ten aanzien van de Vuurwapenverordening tot een ander oordeel te komen (het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft ook reeds zo geoordeeld), zodat ervan uit dient te worden gegaan dat de Vuurwapenverordening van Aruba alleen ziet op gedragingen in Aruba.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit (in bezit en aanwezig hebben van cocaïne in Nederland) geldt dat de Arubaanse wet in dit geval (het gaat om de Landsverordening verdovende middelen) extraterritoriale werking toekomt.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

A.
Vrijspraak
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte de onder 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken. Ter toelichting daarvan dient het volgende.
Feit 3
Nu het tenlastegelegde feit onder 3 bezwaarlijk anders kan worden uitgelegd dan in die zin dat daarin wordt gedoeld op in Nederland gepleegde overtreding van de Vuurwapenverordening en verdachte in Aruba niet de Vuurwapenverordening heeft overtreden, zal (mede gelet op het feit dat de Vuurwapenverordening geen extraterritoriale werking toekomt) ten aanzien van dit feit vrijspraak dienen te volgen.
Feit 4
De rechter acht niet wettig en overtuigend bewezen dat het handelen van verdachte zoals uit het dossier en het onderzoek ter zitting blijkt het tenlastegelegde onder 4 oplevert.
B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde onder 1 en 2 heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1. dat hij in
of omstreeksde periode van 20 november 2013 tot en met 6 december 2013 in Aruba en
/ofin Nederland
en/of in België, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
a.
a) van een voorwerp, te weten een of meerdere diamant(en) en/of edelste(e)n(en) en/of siera(a)d(en) en/of horloge(s), althans een of meer luxe goed(eren), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) was/waren op genoemd(e) voorwerp(en) en/of genoemd(e) voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
b)
een (ofmeerdere
)diamant
(en
) en/of edelste(e)n(en) en/of siera(a)d(en) en/of horloge(s), althans een of meer luxe goed(eren),en
/ofeen hoeveelheid geld
ten bedrage van (ongeveer) Awg. 9144,20 (Awg. 4780, 61 + Awg. 4363,59), althans een hoeveelheid geld, althans een (of meer) voorwerp(en)heeft
verworven en/ofvoorhanden gehad en
/ofovergedragen en
/ofomgezet
en/of van dit/deze voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
zulks
(telkens)terwijl hij, verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s
)(telkens) wist
(en
) dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoedendat genoemd
(e
)voorwerp
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
2. dat hij op
of omstreeks6 december 2013 in
Aruba en/of inNederland
al dan nietopzettelijk een hoeveelheid
(ruwe)cocaïne
(van
ongeveer 205,22 gram (bruto) en13,41 gram netto
)),
zijnde (ruwe) cocaïne een stof als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Landsverordening verdovende middelen althans enige bereiding van (ruwe) cocaïne als vorenbedoeld,in bezit
ofenaanwezig heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Voor zover in de telastlegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen zullen in geval van hoger beroep in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Op 15 februari 2014 is een nieuw Wetboek van Strafrecht van Aruba (AB 2012 no. 24, gewijzigd bij AB 2014 no. 11) in werking getreden. Bij de invoering is niet voorzien in overgangsrechtelijke bepalingen, zodat de daarin neergelegde voorschriften onmiddellijk van toepassing zijn geworden. Voor zover de in de tenlastelegging beschreven feiten zijn begaan vóór deze datum, geldt evenwel het navolgende.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, van dit wetboek is geen feit strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. In het tweede lid van dit artikel is voorts bepaald dat bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, de voor de verdachte gunstigste bepalingen worden toegepast. Deze artikelleden, in onderlinge samenhang bezien, brengen mee dat, voor zover de bepalingen van dit wetboek omtrent de strafwaardigheid van een delict of de zwaarte van de daarop bedreigde sanctie niet gunstiger zijn dan die, welke golden ten tijde van het tijdstip of de periode waarop de aan de verdachte verweten feiten volgens de tenlastelegging zijn gepleegd, de op dat moment geldende bepalingen dienen te worden toegepast. Indien zich naar het oordeel van het gerecht een dergelijk geval voordoet zal dit in dit vonnis, voor zover relevant en niet uitdrukkelijk nader gemotiveerd, tot uitdrukking komen in de kwalificatiebeslissing en de vermelding van de bij de oplegging van een straf of maatregel toegepaste wettelijke voorschriften.
Het bewezenverklaarde levert op:
1. Medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 430b, eerste lid aanhef en onder a en b, jo. artikel 49 van het Wetboek van Strafrecht (oud).
2. Opzettelijk handelen in strijd met artikel 3, eerste lid, onder C, van de Landsverordening verdovende middelen,
strafbaar gesteld bij artikel 11 van deze Landsverordening.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft samen met anderen voorwerpen afkomstig uit misdrijf witgewassen. Verdachte heeft door zijn handelen er aan bijgedragen dat opbrengsten van enig misdrijf aan het zicht van de justitie werden onttrokken en daaraan een schijnbare legale herkomst wordt verschaft. Door dergelijke witwaspraktijken wordt het plegen van criminele activiteiten vergemakkelijkt, bevorderd en in stand gehouden. Daarnaast vormt het witwassen een bedreiging van de legale economie en een aantasting van de integriteit en de transparantie van het financiële en economische verkeer.
De verdachte had tevens een hoeveelheid cocaïne in bezit en aanwezig. Cocaïne is een voor de gezondheid van gebruikers schadelijke stof, met alle gevolgen voor de gebruikers en voor de maatschappij van dien. Het gebruik van verdovende middelen houdt bovendien de handel daarvan in stand. Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten nadele van verdachte geldt dat hij in Nederland eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerpen

A.
Verbeurdverklaring
De navolgende onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen - zoals voorkomende op de door de officier van justitie overgelegde beslaglijst - zullen verbeurd worden verklaard, omdat het voorwerpen betreft met betrekking tot welke het bewezen feit onder 1 is begaan of met behulp waarvan dit feit is begaan of voorbereid of die tot het begaan van het feit waren bestemd en deze aan de verdachte toebehoren. Niet is kunnen worden vastgesteld dat de inbeslaggenomen diamanten aan “Time Square” toebehoren.
 Beslag in voertuig [verdachte] ([merk auto], 90-XJ-TR)
IBN-CODE
OMSCHRIJVING GOEDEREN
90XJT.01.001
stripzakje met 2 gekleurde op diamanten lijkende steentjes
90XJT.01.001.001
1 gekleurd op diamant lijkend steentje kleur blauw uit stripzakje met 2 gekleurde op diamanten lijke
90XJT.01.001.002
1 gekleurd op diamant lijkend steentje kleur zwart uit stripzakje met 2 gekleurde op diamanten lijke
90XJT.02.001.004.001
zwarte tas met inhoud; adresboek; inhoudende notitieblaadje Ziggo over diamanten
 Beslag uit woning Jacob Schorerlaan 220, Den Haag, Nederland (woning Russel)
IBN-CODE
OMSCHRIJVING GOEDEREN
JA220.01.03.002
Kaart Diamantair
[naam Diamantair] inkoop en verkoop
[telefoonnummer]
[mobiel telefoonnummer]
Peli
JA220.01.04.007.011
zwarte tas met inhoud; Beschreven folder van Coster Diamonds. Beschreven papiertjes.
JA220.01.04.007.012
zwarte tas met inhoud; Rode etui met loep.
JA220.01.04.007.013
zwarte tas met inhoud; Presidium Diamond A te-A
B.
Teruggave
De teruggave zal worden gelast van het in beslag genomen geldbedrag van 250 euro met [IBN-code] aan de rechthebbende, zijnde [naam beslagene].
De teruggave zal worden gelast van de overige (op de overgelegde beslaglijst vermeld) onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen aan de verdachte, nu deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring dan wel onttrekking aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:67, 1:68 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek 4A omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf (12) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurdde in rubriek 9A genoemde voorwerpen;
gelast de teruggaveaan [naam beslagene] van het in rubriek 9B genoemde voorwerp;
gelast de teruggaveaan de verdachte van de overige onder hem inbeslaggenomen voorwerpen die op de overgelegde beslaglijst staan vermeld.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. E.M.D. Angela en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 21 november 2014, in tegenwoordigheid van de griffier.