ECLI:NL:OGEAA:2014:6

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 februari 2014
Publicatiedatum
5 maart 2014
Zaaknummer
Behorend bij A.R. no. 491 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij verkeersongeval met meervoudige causaliteit

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verkeersongeval dat plaatsvond op 16 juli 2011. De eiser, aangeduid als [x], was passagier op een motorfiets die bestuurd werd door de heer [bestuurder motorfiets]. Tijdens een uitwijkmanoeuvre kwamen de motorfiets en zijn berijders ten val. Terwijl de bestuurder van de motorfiets, die later om het leven kwam, [x] hielp om op te staan, werden zij aangereden door een pick-up, bestuurd door de gedaagde, [y]. Kort daarna werd [x] ook aangereden door een onbekend busje. Door het ongeval heeft [x] ernstige verwondingen opgelopen.

De eiser vorderde schadevergoeding van de gedaagde, [y], die eerder strafrechtelijk was veroordeeld voor zijn rol in het ongeval. [y] voerde verweer en stelde dat de schade ook het gevolg kon zijn van de aanrijding door het onbekende busje, waardoor niet vastgesteld kon worden welk deel van de schade aan hem moest worden toegerekend. De rechter oordeelde dat, hoewel er sprake was van meerdere gebeurtenissen, de gedaagde niet had aangetoond dat de schade niet het gevolg was van zijn eigen handelen. Volgens artikel 6:99 van het Burgerlijk Wetboek rust de verplichting tot schadevergoeding op iedere persoon die aansprakelijk is voor de schade, tenzij hij kan bewijzen dat deze niet het gevolg is van zijn eigen handelen.

De rechter concludeerde dat [y] aansprakelijk was voor de volledige schade die [x] had geleden, omdat hij niet had bewezen dat de schade niet het gevolg was van het door hem veroorzaakte ongeval. De vordering van [x] werd toegewezen, en [y] werd veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, op te maken bij staat, en tot vergoeding van de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 19 februari 2014 door mr. W.J. Noordhuizen.

Uitspraak

Vonnis van 19 februari 2014
Behorend bij A.R. no. 491 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
[x],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [x],
gemachtigde: de advocaat mr. E. Duijneveld,
tegen:
[y],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [y],
gemachtigde: de advocaat mr. C. Lejuez

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 juni 2012;
- de aantekeningen ter comparitie,
- de akte overlegging stukken van [x];
- de contra-akte van [y].
Om organisatorische redenen wordt dit vonnis gewezen door een andere rechter dan de rechter ten overstaan van wie is gecompareerd.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
In de avonduren van 16 juli 2011 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij [x] en [y] betrokken waren. [x] bevond zich als passagier op een motorfiets. De bestuurder van die motorfiets, de heer [bestuurder motorfiets], moest op de Kamerlingh Onnestraat ter hoogte van het restaurant Four Season een uitwijkmanoeuvre maken waardoor de motor met beide berijders op de rijbaan ten val kwamen. Op het moment dat de heer [bestuurder motorfiets] aanstalten maakte om [x] de helpende hand te bieden om op te staan, werden beiden aangereden door een pick-up, bestuurd door [y]. Nagenoeg onmiddellijk daarna werd [x] ook aangereden door een verder onbekend gebleven busje.
2.2
De bestuurder van de motorfiets is om het leven gekomen. [x] is (zeer) ernstig gewond geraakt door het ongeval.
2.3 [
y] is tot vijftien maanden gevangenisstraf veroordeeld in verband met het ongeval.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
x] vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [y] tot betaling van schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, met veroordeling van [y] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
x] grondt de vordering erop dat [y] aansprakelijk is voor de gevolgen van het door hem veroorzaakte ongeval.
3.3 [
y] voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van [x] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
y] erkent dat hij strafrechtelijk veroordeeld is in verband met het hiervoor beschreven verkeersongeval. Hij wijst erop dat [x] ook door een onbekend gebleven motorrijtuig is aangereden, zodat niet vaststaat welk deel van de schade aan hem moet worden toegerekend. Verder voert [y] aan dat uit een beschikking van de Svb blijkt dat [x] haar genezing al dan niet bewust tegenwerkt.
4.2
Door [y] wordt niet gemotiveerd betwist dat de door [x] geleden schade het gevolg kan zijn van het door hem veroorzaakte (eerste) ongeval. Kan de schade een gevolg zijn van twee of meer gebeurtenissen voor elk waarvan een andere persoon aansprakelijk is, en staat vast dat de schade door ten minste één van deze gebeurtenissen is ontstaan, dan rust de verplichting om de schade te vergoeden op ieder van deze personen, tenzij hij bewijst dat deze niet het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor hijzelf aansprakelijk is (art. 6:99 BW). Dat geval doet zich hier voor. Het bewijs van het tegendeel is door [y] niet aangeboden zodat hij aansprakelijk is voor de volledige door [x] geleden schade.
4.3
In zoverre [y] bij antwoord-akte een beroep op eigen schuld van [x] doet kan dat aan de orde komen in de schadestaatprocedure.
4.4
De vordering zal dus worden toegewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [y] de proceskosten van [x] moeten betalen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende:
veroordeelt [y] om aan [x] te vergoeden, alle door [x] ten gevolge de van het door [y] op 16 juli 2011 veroorzaakte ongeval geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
veroordeelt [y] in de kosten van de procedure, welke kosten tot op heden aan de zijde van [x] worden begroot op AWG. 450, aan griffierecht, AWG 193, aan explootkosten en AWG 2.250, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 februari 2014 in aanwezigheid van de griffier.