ECLI:NL:OGEAA:2014:7
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding in belastingprocedure en proceskostenvergoeding conform Antilliaans Besluit
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, ging het om een geschil tussen de naamloze vennootschap Island Foods and Distributors N.V. en het Land Aruba. De procedure betrof de hoogte van de schadevergoeding in verband met juridische bijstand in een belastingprocedure. Het gerecht had eerder een tussenvonnis uitgesproken waarin werd gesteld dat de kosten van juridische bijstand moesten worden becijferd conform het Antilliaanse Besluit proceskosten bestuursrecht. Het Land Aruba stemde in met dit oordeel en gaf aan dat er plannen waren om een vergelijkbare regeling in te voeren in de Arubaanse wetgeving.
Island Food betwistte echter de toepassing van het besluit en verwees naar de LAR, die volgens hen geen forfaitaire proceskostenvergoeding biedt. Het gerecht oordeelde dat, ondanks de argumenten van Island Food, de bestuursrechter in eerste aanleg een forfaitaire vergoeding kan toekennen en dat het gerecht zich bij de berekening van de redelijke kosten zou aansluiten bij het besluit. Het gerecht concludeerde dat er in de belastingprocedure sprake was van vier aanslagen, die leidden tot bezwaar en beroepschriften, en dat de kosten voor juridische bijstand op basis van het besluit werden vastgesteld op AWG 10.500.
In de uitspraak werd het Land Aruba veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan Island Food, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 augustus 2012. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken op 19 februari 2014 door rechter W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.