ECLI:NL:OGEAA:2015:100
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Arbeidsrechtelijke geschil over onbetaald loon en ontslag
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster A een verzoek ingediend tegen gerekwestreerde B met betrekking tot onbetaald loon en een ontslag dat plaatsvond op 17 november 2011. De procedure volgde na een eerdere beschikking van 18 juni 2013, waarin A de bewijslast kreeg opgelegd voor haar stellingen. A stelde dat zij gedwongen was om buiten het huis van B te wonen, dat zij niet te eten kreeg op de dagen dat zij voor B werkte, en dat zij door B was ontslagen. Tijdens de enquête zijn twee getuigen gehoord door A en twee getuigen door B. De verklaringen van de getuigen waren echter onvoldoende om de stellingen van A te onderbouwen. De eerste getuige verklaarde dat zij niet aanwezig was bij het ontslag en dat A niet bij B woonde, terwijl de tweede getuige, buurman van B, ook geen bewijs kon leveren voor de claims van A. De rechter concludeerde dat A niet geslaagd was in haar bewijsopdracht, wat leidde tot de afwijzing van haar verzoeken die gebaseerd waren op deze stellingen. Desondanks werd B veroordeeld om A het salaris over de periode van 1 tot en met 17 november 2011 te betalen, evenals de vergoeding voor vijftien vakantiedagen, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. De beschikking werd uitgesproken op 16 juni 2015 door mr. H. Mol.