ECLI:NL:OGEAA:2015:110

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 juni 2015
Publicatiedatum
26 juni 2015
Zaaknummer
E.J. nr. 421 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van verklaring omtrent het gedrag in het kader van een sollicitatie voor beveiligingsbeambte

In deze zaak heeft klager, wonende in Aruba, een klaagschrift ingediend tegen de afwijzing van de aangewezen ambtenaar justitiële documentatie, die op 3 februari 2015 een verklaring omtrent het gedrag heeft geweigerd. Klager had deze verklaring nodig voor een (vaste) baan als beveiligingsbeambte. De weigering was gebaseerd op een eerdere veroordeling tot een gevangenisstraf van vijf jaren wegens een diefstaldelict in 2010. Het klaagschrift is op 12 februari 2015 ingediend, binnen de wettelijk voorgeschreven termijn, en werd ontvankelijk verklaard.

Tijdens de mondelinge behandeling op 12 mei 2015, waar verweerder bij mr. J. Klamer aanwezig was, is het belang van klager bij de gevraagde verklaring voldoende aannemelijk gemaakt. Klager heeft de verklaring nodig voor zijn sollicitatie, maar het gerecht heeft ook de belangen van de verweerder en de personen aan wie de verklaring moet worden overgelegd in overweging genomen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor klager is veroordeeld ernstig zijn en dat er sprake is van herhaaldelijk delictgedrag.

Na een belangenafweging heeft het gerecht geconcludeerd dat de belangen van klager niet zwaarder wegen dan de bezwaren tegen de afgifte van de verklaring omtrent het gedrag. De klacht van klager is ongegrond verklaard. De beschikking is gegeven door mr. H. Mol en openbaar uitgesproken op 23 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 23 juni 2015
Behorende bij E.J. nr. 421 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het klaagschrift van:
[klager],
wonende in Aruba,
KLAGER,
procederend in persoon,
gericht tegen de afwijzende beslissing van:
DE AANGEWEZEN AMBTENAAR JUSTITIËLE DOCUMENTATIE,
in Aruba,
VERWEERDER,
vertegenwoordigd.
Belanghebbende: het
OPENBAAR MINISTERIE.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het klaagschrift, ingediend op 12 februari 2015;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 12 mei 2015, waaruit blijkt dat verweerder bij mr. J. Klamer is verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
Klager heeft op 2 februari 2015 de weigering van de verklaring omtrent het gedrag d.d. 3 februari 2015 ontvangen. Het klaagschrift is dan ook binnen de wettelijk voorgeschreven termijn ingediend. Het klaagschrift is (in zoverre) ontvankelijk.
2.2
Voor het verkrijgen van een (vaste) baan als beveiligingsbeambte bij de [plaats] dient klager een verklaring omtrent het gedrag in te dienen. Die verklaring is bij beslissing van 3 februari 2015 geweigerd, omdat klager veroordeeld is tot een gevangenisstraf van vijf jaren met aftrek van voorlopige hechtenis vanwege een diefstaldelict in 2010.
2.3
Bij de beoordeling of er, gelet op het doel waarvoor een verklaring omtrent het gedrag wordt verzocht, sprake is van bezwaren tegen de afgifte van een dergelijke verklaring, dient een belangenafweging plaats te vinden waarbij rekening dient te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval.
2.4
Ter zitting is het belang van klager bij de gevraagde verklaring omtrent het gedrag voldoende aannemelijk geworden. Klager heeft de gevraagde verklaring nodig ter verkrijging van een (vaste) baan bij [plaats]. Aan de andere kant is er het belang van verweerder en degenen aan wie de verklaring omtrent het gedrag moet worden overgelegd.
2.5
Het gerecht overweegt in dit verband dat de feiten waarvan klager wordt verdacht, op zichzelf ernstig zijn. Verweerder heeft aangegeven dat het hier niet gaat om een eenmalig delict, maar dat klager zich meermaals schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Tevens wijst verweerder erop dat een functie als beveiligingsbeambte bij de [plaats] een zekere mate van betrouwbaarheid vereist terwijl het strafbare feit waarvoor klager is gedagvaard niet voor zijn betrouwbaarheid pleit. Gelet op het een en ander is het gerecht, alles afwegende, van oordeel dat in dit geval de belangen van de klager bij afgifte van de verklaring omtrent het gedrag niet zwaarder wegen dan de bezwaren tegen die afgifte. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.

3.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
verklaart de klacht ongegrond.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Mol, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken op dinsdag, 23 juni 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.