ECLI:NL:OGEAA:2015:113

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 juni 2015
Publicatiedatum
26 juni 2015
Zaaknummer
E.J. 76 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk onredelijk ontslag en schadevergoeding in arbeidsovereenkomst

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een verzoeker die op 4 oktober 1999 in dienst trad bij Valero Marketing Supply-Aruba N.V. als 'fueler'. Op 17 oktober 2014 werd hij op staande voet ontslagen na een verkeersongeval waarbij hij onder invloed van alcohol was. De verzoeker betwistte de dringende reden voor zijn ontslag en vroeg om schadevergoeding. Valero voerde aan dat het ontslag gerechtvaardigd was vanwege het verlies van vertrouwen door het gedrag van de verzoeker. De rechter oordeelde dat Valero onvoldoende bewijs had geleverd voor de dringende reden en dat het ontslag kennelijk onredelijk was. De rechter kende de verzoeker een schadevergoeding van AWG 30.000,00 toe, rekening houdend met zijn lange dienstverband van 15 jaar en de gevolgen van het ontslag voor zijn financiële situatie. Valero werd ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Beschikking van 23 juni 2015
Behorend bij E.J. 76 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te Aruba,
verzoeker, hierna ook te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: de advocaat mr. C.R. Foy,
tegen:
de naamloze vennootschap
VALERO MARKETING SUPPLY-ARUBA N.V.
gevestigd te Aruba,
verweerster, hierna ook te noemen: Valero,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de behandeling ter zitting van 12 mei 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Verzoeker] is op 4 oktober 1999 bij Valero in dienst getreden als ‘fueler’ op het vliegveld.
Zijn laatst genoten salaris bedraagt Afl. 2.218,40 bruto per quincena.
2.2 [
Verzoeker] is op 17 oktober 2014 op staande voet ontslagen, omdat hij op 21 september 2014 omstreeks 22.45 uur, onder invloed van alcohol betrokken was geraakt bij een verkeersongeval en zijn rijbewijs voor een periode van 9 maanden - tot 21 juni 2015 - is ingevorderd.
2.3
In de ontslagbrief is onder meer het volgende vermeld:
‘[…]
Still, you have violated the policy once more on or around September 21, 2014, when according to your statement you caused a traffic accident while you were under the influence of alcohol. You informed us that your driver’s license has been suspended for 9 months. This means that you are not able to perform your job anymore for this period, since your job is driving a vehicle to, on and from the tarmac in order to perform your work as a Fueler. This is, individually and jointly, a serious violation of the Company’s rules and regulations and of your duties as an employee.
During your suspension, the company has met with you and afterwards discussed this matter internally. This investigation has now been finalized and the company has decided to terminate your employment as per immediate.
The events on or around September 21, 2014 as described as well as the fact that you have lost your driver’s license for a period of time. All individually and jointly, in itself but also in connection to the previous incident of November 10th, 2008, as mentioned above, have caused the Company to lose all trust in you and have established an urgent reason to immediate terminate your employment as per today, October 17th, 2014.
2.3
Binnen Valero geldt het volgende alcoholbeleid:

Employees are prohibited from consuming alcohol at work and from reporting to work with alcohol in their systems. This prohibition includes the use of medication with contain alcohol, except by prescription. Alcohol use off the job which impairs performance on the job is prohibited.’

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoeker] verzoekt bij beschikking - uitvoerbaar bij voorraad - primair veroordeling van Valero tot betaling van AWG 2.218,40 bruto per quincena, vanaf de laatste loonbetaling tot de dag dat [verzoeker] een passende werkkring heeft gevonden, zulks gedurende maximaal 18 maanden, subsidiair een schadevergoeding van Afl. 60.000,00 netto, met veroordeling van Valero tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Aan dit verzoek legt [verzoeker] - kort weergegeven - het volgende ten grondslag.
[verzoeker] betwist dat er sprake was van een dringende reden en voor zo ver deze al bestaat, dan is die niet onverwijld meegedeeld. Het ontslag is onregelmatig, maar daar legt [verzoeker] zich bij neer, omdat hij zijn werkzaamheden zonder rijbewijs niet kan uitvoeren. Het ontslag is echter wel kennelijk onredelijk, omdat Valero onvoldoende rekening heeft gehouden met de ernstige gevolgen van het ontslag voor [verzoeker]. [verzoeker] is 15 jaar in dienst geweest en heeft - uitgezonderd het voorval van 2008 - een goede staat van dienst.
3.3
Valero voert - samengevat - het volgende verweer.
Het ontslag is niet kennelijk onredelijk, nu er sprake is van een dringende reden. Door het gedrag van [verzoeker] is Valero het noodzakelijke vertrouwen in [verzoeker] kwijtgeraakt. Bovendien kan [verzoeker] zijn werkzaamheden niet verrichten zolang hij zijn rijbewijs niet heeft. Valero heeft geen ander werk voor hem.

4.DE BEOORDELING

4.1
Indien een der partijen de dienstbetrekking al of niet met inachtneming van de voor de beëindiging geldende bepalingen kennelijk onredelijk doet eindigen, kan de rechter ingevolge artikel 7A:1615s BWA aan de wederpartij naar billijkheid een schadevergoeding toekennen. Beëindiging van de dienstbetrekking door de werkgever zal onder andere kennelijk onredelijk geacht kunnen worden wanneer deze geschiedt zonder opgave van redenen of onder opgave van een valse reden en wanneer, mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de beëindiging voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij die beëindiging.
4.2
Ter beantwoording van de vraag of het ontslag op de voet van art. 7A:1615s BW kennelijk onredelijk is, dienen alle omstandigheden ten tijde van het ontslag in aanmerking te worden genomen. De enkele omstandigheid dat de werknemer zonder toekenning van een vergoeding is ontslagen, levert in het algemeen geen grond op voor een vordering als bedoeld in art. 7A:1615 lid 1 BWA. In een dergelijk geval moet voor het aannemen van kennelijke onredelijkheid sprake zijn van bijzondere omstandigheden, die meebrengen dat de nadelige gevolgen van de beëindiging geheel of ten dele voor rekening van de werkgever dienen te komen.
4.3
Vast staat dat [verzoeker] op 17 oktober 2014 op staande voet is ontslagen.
Indien [verzoeker] Valero een dringende reden heeft gegeven kan het ontslag niet kennelijk onredelijk zijn. Beoordeeld dient dan ook te worden of [verzoeker] Valero een dringende reden heeft gegeven, doordat hij op 21 september 2014 buiten werktijd onder invloed van alcohol betrokken was bij een aanrijding en zijn rijbewijs vervolgens voor 9 maanden is ingevorderd.
4.4
Op grond van het alcoholbeleid van Valero mag een werknemer tijdens zijn werkzaamheden geen alcohol gebruiken of gevolgen ondervinden van het gebruik van alcohol voorafgaande aan het werk. Volgens Valero diende [verzoeker] de dag na de aanrijding weer vroeg te beginnen en dient te worden aangenomen dat [verzoeker] dan nog steeds onder invloed zou zijn geweest van het alcoholgebruik de avond daarvoor.
4.5
Deze stelling wordt als onvoldoende onderbouwd verworpen. Hiertoe wordt als volgt overwogen. Valero heeft geen stukken overgelegd waaruit volgt dat [verzoeker] de volgende dag de vroege shift had. Bovendien heeft [verzoeker] gesteld dat hij de vroege dienst met een collega had geruild, zodat hij pas in de middag hoefde te beginnen. Echter, zelfs indien er veronderstellenderwijs vanuit wordt gegaan dat [verzoeker] op 22 september 2014 in de ochtend diende te beginnen, is niet komen vast te staan dat [verzoeker] dan nog onder invloed van alcohol zou zijn geweest. De aanrijding vond plaats om 22.45 uur, zodat aangenomen wordt dat het nuttigen van alcohol daaraan voorafgaand heeft plaats gevonden. De afbraak van alcohol is afhankelijk van gewicht, geslacht, spiermassa, gemoedstoestand, maagvulling en hormonen. Nu ten aanzien van deze specifieke omstandigheden met betrekking tot [verzoeker] niets bekend is, is onduidelijk hoe snel [verzoeker] in staat was om de alcohol in zijn lichaam af te breken. Aldus is niet komen vast te staan dat [verzoeker] de volgende ochtend nog immer onder invloed van alcohol zou zijn geweest. De conclusie van Valero dat [verzoeker] de volgende ochtend nog onder invloed zou zijn geweest berust dan ook louter op aannames. Voor zo ver de dringende reden gebaseerd is op het onder invloed van alcohol op het werk verschijnen, wordt deze dan ook als zijnde onvoldoende feitelijk onderbouwd verworpen.
4.6
Ook het feit dat het rijbewijs van [verzoeker] gedurende 9 maanden is ingevorderd ten gevolge waarvan hij zijn werk niet kan doen, levert, afzonderlijk noch in onderlinge samenhang beschouwd, evenmin een dringende reden voor een ontslag op staande voet op. Immers, een werknemer die door feiten en omstandigheden die voor zijn rekening en risico komen de bedongen werkzaamheden niet kan verrichten, heeft geen recht op loon op basis van de hoofdregel: Geen werk, geen loon. Valero had derhalve kunnen volstaan met een schorsing zonder behoud van loon gedurende de periode dat [verzoeker] niet in staat was zijn reguliere werkzaamheden te verrichten. Voor zo ver van Valero naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet gevergd kon worden om het dienstverband gedurende deze periode te handhaven, had zij de arbeidsovereenkomst op reguliere wijze kunnen beëindigen door een ontslagvergunning aan te vragen en vervolgens op te zeggen, dan wel een ontbindingsverzoek in te dienen.
4.7
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Valero zich expliciet beroepen op het in Hyatt/Dirks (HR 14-9-2007, JAR 2007, 250) ontwikkelde criterium. Dit beroep wordt verworpen, omdat de dringende reden in deze Arubaanse zaak gevormd werd door de combinatie van een positieve drugstest en het weigeren door betrokken werkneemster om aan een rehabprogramma deel te nemen. Bovendien stond het in deze zaak vast dat betrokkene onder werktijd drugs in haar systeem had, terwijl dat in de onderhavige zaak niet is komen vast te staan.
4.8
Uit het voorgaande volgt dat de dringende reden ontbreekt, zodat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Vanzelfsprekend heeft Valero er belang bij dat haar werknemers zich strikt houden aan het vigerende alcohol beleid, doch bij overtreding van dit beleid zal Valero feiten dienen te stellen en zo nodig te bewijzen waaruit blijkt dat betrokken persoon daadwerkelijk de regels heeft overtreden. Het enkele nuttigen van alcohol buiten werktijd is - zonder nadere toelichting, die evenwel ontbreekt - geen grond voor een ontslag op staande voet, ook niet als hierdoor een verkeersongeval is veroorzaakt.
4.9 [
verzoeker] berust evenwel in het ontslag maar maakt aanspraak op schadevergoeding wegens kennelijk onredelijkheid en beroept zich op het gevolgen criterium. Hiertoe stelt [verzoeker] dat er sprake is van een lang dienstverband en een ongunstige arbeidsmarkt, waardoor het moeilijk zal zijn om een andere baan te vinden met een vergelijkbaar inkomen en de bijzondere benefits, zoals tandarts- en oogartsvergoeding, levensverzekering, begrafenisverzekering etc. Valero betwist dat het moeilijk is om een andere baan te vinden, maar weerspreekt niet althans onvoldoende dat een baan met vergelijkbare gunstige arbeidsvoorwaarden niet eenvoudig te vinden is. Dit heeft tot gevolg dat ervan uit dient te worden gegaan dat het onterechte ontslag onevenredig zware financiële consequenties heeft voor [verzoeker], waarvoor Valero aansprakelijk is.
4.1
De schadevergoeding, als bedoeld in art. 7A:1615s lid 1 BW, dient ertoe de benadeelde een zekere mate van genoegdoening te verschaffen, in overeenstemming met aard en ernst van de tekortkoming van de wederpartij. De hoogte van deze vergoeding houdt nauw verband met de omstandigheden die hebben geleid tot het oordeel over de kennelijke onredelijkheid van het ontslag. Het aantal dienstjaren en de leeftijd van de benadeelde zijn factoren waarmee de rechter bij de begroting van de schade rekening kan houden. In hoeverre de lengte van het dienstverband en de hoogte van de leeftijd van de benadeelde een rol spelen, zal afhangen van de omstandigheden van het concrete geval die tot het oordeel hebben geleid dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Dit betekent dat zij individueel moeten worden meegewogen. Dat de rechter daarbij in het algemeen meer gewicht aan deze factoren toekent naarmate het dienstverband langer heeft geduurd en de leeftijd van de betrokkene hoger is, is in overeenstemming met de aard van de aansprakelijkheid en van de schade.
4.11 [
verzoeker] heeft een dienstverband van ruim 15 jaar. Met zijn leeftijd kan het gerecht geen rekening houden, omdat deze onbekend is. Ter zitting werd duidelijk dat [verzoeker] een schadevergoeding vordert gelijk aan 18 maanden salaris, dan wel een bedrag van Afl. 60.000,00 bruto. Met Valero is het gerecht van oordeel dat [verzoeker] deze vordering onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd. Op grond van het bepaalde in artikel 7A:1615s BWA kan de rechter een schadevergoeding naar
billijkheidtoewijzen. Nu [verzoeker] als gewaarschuwd mens wist dat hij voorzichtig moest zijn met het nuttigen van alcohol voorafgaande aan het werk en desalniettemin het risico heeft gelopen om de volgende dag nog onder invloed te zijn - hoewel dit in rechte niet is vastgesteld - acht het gerecht een vergoeding van AWG 30.000,00 bruto in casu billijk.
4.12
Valero wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt Valero tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag van AWG 30.000,00 ten titel van schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag,
5.2
veroordeelt Valero in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van worden begroot op Afl. 50,00 aan griffierecht en Afl. 2.200,00 aan salaris van de gemachtigde,
5.3
verklaart de veroordelingen in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.4
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 23 juni 2015 in aanwezigheid van de griffier.