ECLI:NL:OGEAA:2015:135

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juli 2015
Publicatiedatum
3 juli 2015
Zaaknummer
K.G. 1304 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding tussen A c.s. en Aruba Bank over proceskosten en intrekking van vordering

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de partijen A c.s. en Aruba Bank een kort geding aanhangig gemaakt. De procedure begon met een verzoekschrift en omvatte onder andere een pleitnota van Aruba Bank en aantekeningen van de mondelinge behandeling op 9 juni 2014. Tijdens deze zitting hebben partijen een gedeeltelijke overeenstemming bereikt, maar de proceskosten bleven een punt van geschil. Aruba Bank verzet zich tegen de intrekking van de vordering door A c.s. zonder vergoeding van de proceskosten. De rechter oordeelt dat A c.s. hun vordering hebben ingetrokken, wat betekent dat zij afzien van hun vordering. Dit leidt tot de afwijzing van hun vordering en de veroordeling van A c.s. tot betaling van de proceskosten aan Aruba Bank, die zijn begroot op Afl. 1.500, conform het liquidatietarief.

De uitspraak werd gedaan op 1 juli 2015 door mr. W.J. Noordhuizen, die de zaak behandelde in aanwezigheid van de griffier. De rechter verklaarde de veroordelingen in het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Aruba Bank de proceskosten kan vorderen, ongeacht een eventuele hoger beroep door A c.s. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, waarin de rechten en plichten van partijen in kort geding worden belicht, met name met betrekking tot proceskosten en de mogelijkheid om een vordering in te trekken.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 1 juli 2015
Behorend bij K.G. 1304 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
AenB,
te Aruba,
hierna ook te noemen: A c.s.,
gemachtigde: (voorheen) de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
de naamloze vennootschap
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. J.L. Peterson.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Aruba Bank;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 9 juni 2014;
- de aantekening op de (rol)zitting van 28 januari 2015 dat de zaak wordt ingetrokken;
- de faxbrief van Aruba Bank van 28 januari 2015 met verzoek om vonnis.
Aan partijen is te kennen gegeven dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE BEOORDELING

2.1
Ter zitting van 9 juni 2015 hebben partijen een gedeeltelijke overeenstemming bereikt. Daartoe behoorden niet de proceskosten.
2.2
Aruba Bank verzet zich tegen intrekken van de vordering door A c.s. zonder dat haar proceskosten worden vergoed.
2.3
Nu Aruba Bank ter zitting zijn verschenen en daar verweer hebben gevoerd kan de zaak zonder haar toestemming niet worden ingetrokken zolang niet wordt aangeboden de proceskosten van Aruba Bank te vergoeden. Deze bedragen conform het liquidatietarief Afl. 1.500,.
2.4
Nu A c.s. hun vordering hebben ingetrokken dient ervan te worden uitgegaan dat zij afzien van hun vordering. Dat betekent dat hun vordering wordt afgewezen en zij tot betaling van de proceskosten zullen worden veroordeeld.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt A c.s. in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Aruba Bank worden begroot op Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juli 2015 in aanwezigheid van de griffier.