ECLI:NL:OGEAA:2015:135
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding tussen A c.s. en Aruba Bank over proceskosten en intrekking van vordering
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de partijen A c.s. en Aruba Bank een kort geding aanhangig gemaakt. De procedure begon met een verzoekschrift en omvatte onder andere een pleitnota van Aruba Bank en aantekeningen van de mondelinge behandeling op 9 juni 2014. Tijdens deze zitting hebben partijen een gedeeltelijke overeenstemming bereikt, maar de proceskosten bleven een punt van geschil. Aruba Bank verzet zich tegen de intrekking van de vordering door A c.s. zonder vergoeding van de proceskosten. De rechter oordeelt dat A c.s. hun vordering hebben ingetrokken, wat betekent dat zij afzien van hun vordering. Dit leidt tot de afwijzing van hun vordering en de veroordeling van A c.s. tot betaling van de proceskosten aan Aruba Bank, die zijn begroot op Afl. 1.500, conform het liquidatietarief.
De uitspraak werd gedaan op 1 juli 2015 door mr. W.J. Noordhuizen, die de zaak behandelde in aanwezigheid van de griffier. De rechter verklaarde de veroordelingen in het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Aruba Bank de proceskosten kan vorderen, ongeacht een eventuele hoger beroep door A c.s. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, waarin de rechten en plichten van partijen in kort geding worden belicht, met name met betrekking tot proceskosten en de mogelijkheid om een vordering in te trekken.