ECLI:NL:OGEAA:2015:14

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 mei 2015
Publicatiedatum
12 mei 2015
Zaaknummer
K.G. 646-2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurd appartement na huurachterstand

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde eiser A dat gedaagde B het door haar gehuurde appartement zou ontruimen wegens een huurachterstand van meer dan zes maanden. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 27 maart 2015 werd ingediend, gevolgd door een pleitnota van de gemachtigde van A, mr. M.G.A. Baiz. De zitting vond plaats op 6 mei 2015, waarbij het vonnis op dezelfde dag werd gewezen. B erkende de huurachterstand, maar gaf aan dat zij door arbeidsongeschiktheid niet in staat was geweest om tijdig te betalen. De rechter oordeelde dat de huurachterstand voldoende was om de ontruiming toe te wijzen, aangezien de huurovereenkomst ontbonden kan worden bij een achterstand van drie maanden of meer. A werd gemachtigd om de deurwaarder in te schakelen voor de ontruiming, zonder dat een rechterlijke machtiging nodig was. Het vonnis veroordeelde B om binnen veertien dagen het appartement te ontruimen en de kosten van de procedure te vergoeden, die in totaal AWG 1.689,25 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 6 mei 2015
behorend bij K.G. 646-2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
A
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: A
gemachtigde: mr. M.G.A. Baiz
tegen:
B
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: B,
procederend in persoon

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 27 maart 2015;
- de pleitnota van mr. Baiz.
Aan partijen is meegedeeld dat op 7 mei 2015 vonnis zou worden gewezen. Dit blijkt echter geen woensdag te zijn, vandaar dat het vonnis op 6 mei 2015 is gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
B huurt sinds 8 januari 2014 van A een appartement aan het [adres], tegen een huurprijs van Afl. 1.200,00 per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2
Er is een huurachterstand ontstaan die ten tijde van de behandeling van dit kort geding tenminste 6 maanden bedroeg.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
A vordert - samengevat - B te veroordelen het gehuurde te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen welke niet aan het woonhuis toebehoren en/of eigendom zijn van A en de sleutels aan hem af te geven, voor zo ver noodzakelijk met machtiging aan A om de ontruiming desnoods met de sterke arm te bewerkstelligen, onder verbeurte van een dwangsom van Afl. 500,00 per dag voor elke dag of iedere dag dat gedaagde nalatig is om aan de veroordeling te voldoen, kosten rechtens.
3.2
B erkent dat er sprake is van een huurachterstand. Zij is lange tijd arbeidsongeschikt geweest. Zij heeft steeds iets betaald, zodra dit mogelijk was.

4.DE BEOORDELING

4.1
Kern van het geschil betreft de vraag of de verzochte ontruiming, vooruitlopende op het oordeel van de bodemrechter kan worden toegewezen.
4.2
Beleid bij dit gerecht en overigens ook bij de rechtbanken in Nederland is dat een huurovereenkomst ontbonden wordt bij een huurachterstand van tenminste drie maanden. De huur achterstand bedraagt in casu meer dan zes maanden. Dit heeft tot gevolg dat de verzochte ontruiming toegewezen kan worden, nu met voldoende mate van zekerheid geoordeeld kan worden dat de bodemrechter de huurovereenkomst bij deze huurachterstand zal ontbinden.
4.3
Uit het eerste lid van artikel 556 Rv. volgt dat A de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. A heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als B niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft A dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan B wordt betekend, en dat aan haar overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen drie dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien B medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van voorgaande heeft A dan ook geen belang bij de verzochte machtiging.
4.4
Nu B geen inhoudelijk verweer voert en de vorderingen niet ongegrond of onredelijk zijn, worden deze toegewezen zoals verzocht. B wordt nu zij grotendeels in het ongelijk is gesteld, in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

5.1
veroordeelt B om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het appartement aan de [adres] te Aruba te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van A zijn, en de sleutels af te geven aan A;
5.2
veroordeelt B in de kosten van de procedure, aan de zijde van A begroot AWG. 450,00 aan griffierecht en AWG 239,25 aan explootkosten en
AWG 1.000,00 voor salaris gemachtigde, in totaal AWG 1.689,25;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 mei 2015 in aanwezigheid van de griffier.