ECLI:NL:OGEAA:2015:151
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake schadevergoeding en proceskosten tussen A en B
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een geschil tussen A en B, beide gevestigd in Aruba. A, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.O. Lopez, heeft een vordering ingesteld tegen B, vertegenwoordigd door advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 21 januari 2015, waarin A werd verzocht om zich uit te laten over zijn recht om een hogere schadevergoeding te vorderen van de verzekeraar van B. A heeft een document, de 'release', overgelegd, maar het gerecht oordeelt dat hieruit niet blijkt dat A zijn recht op een hogere schadevergoeding heeft voorbehouden. De rechter concludeert dat de vordering van A niet kan worden toegewezen, omdat de 'release' niet relevant is voor de betrokkenheid van B in deze zaak. A wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten van B, die zijn begroot op Afl. 8.100. Het vonnis is uitgesproken op 1 juli 2015, tijdens een openbare terechtzitting, door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, in aanwezigheid van de griffier.