ECLI:NL:OGEAA:2015:163
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en verjaring in civiele procedure tussen La Linda N.V. en G*
In de zaak tussen La Linda N.V. en G*, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 juli 2015 uitspraak gedaan. La Linda N.V., oorspronkelijk eiseres, vorderde een bedrag van Afl. 1.245,31 van G* wegens levering van goederen, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. G* voerde verweer en stelde dat de vordering was verjaard. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 oktober 2013 was ingediend, gevolgd door een betalingsbevel op 7 mei 2014. G* ontkende de ontvangst van herinneringsbrieven van La Linda, gedateerd op 21 februari 2008 en 11 december 2008. La Linda bood aan dit te bewijzen door getuigen, maar het gerecht verwierp dit aanbod. Het gerecht oordeelde dat de kans dat G* de brieven niet had ontvangen, niet kon worden uitgesloten, wat leidde tot de conclusie dat de vordering was verjaard. Het gerecht vernietigde de eerdere beschikking en wees de vordering van La Linda af, waarbij zij werd veroordeeld in de kosten van de verzet-procedure aan de zijde van G*.
De uitspraak werd gedaan door mr. P.A.H. Lemaire en vond plaats tijdens een openbare terechtzitting. Dit vonnis is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, waarbij de verjaring van vorderingen en de bewijsvoering in geschillen over betalingsverplichtingen centraal staan.