ECLI:NL:OGEAA:2015:170

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 juli 2015
Publicatiedatum
9 juli 2015
Zaaknummer
K.G. 1179 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde trailer en bevoegdheid tot vordering

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft verzoekster, wonende te Aruba, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, eveneens wonende te Aruba, met als doel de ontruiming van een trailer die door gedaagde gehuurd werd. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 1 juni 2015 werd ingediend, gevolgd door een brief van 25 juni 2015 en een mondelinge behandeling op 26 juni 2015. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Rosenstand, stelde dat zij het gehuurde dringend nodig had voor eigen gebruik en vorderde dat gedaagde binnen drie dagen na het vonnis het gehuurde zou ontruimen.

De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.G.A. Baiz, voerde verweer tegen de vordering. De rechter oordeelde dat voor toewijzing van de vordering in kort geding vereist is dat de vordering met grote waarschijnlijkheid door de bodemrechter zal worden toegewezen. De rechter onderzocht de bevoegdheid van verzoekster om de ontruiming te vorderen en concludeerde dat verzoekster geen eigenaar was van het perceel, omdat de levering van het onroerend goed aan haar niet was voltooid. Dit werd bevestigd door een uittreksel uit het kadaster, waaruit bleek dat de oorspronkelijke verhuurder nog steeds geregistreerd stond als eigenaar.

Daarom werd de vordering van verzoekster afgewezen, en werd zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van gedaagde werden begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken op 8 juli 2015 door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 8 juli 2015 (bij vervroeging)
Behorend bij K.G. 1179 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[VERZOEKSTER],
wonende te Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de heer advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
[GEDAAGDE],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de heer advocaat mr. M.G.A. Baiz.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 1 juni 2015;
- de brief van 25 juni 2015 met producties aan de zijde van [gedaagde];
- de pleitnota van mr. Baiz;
- de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 26 juni 2015.
Aan partijen is meegedeeld dat op 17 juli 2015 of zo veel eerder als mogelijk vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
gedaagde] is een aantal jaren geleden een huurovereenkomst aangegaan met de heer [verhuurder] met betrekking tot een trailer op het perceel [adres].
2.2
Omstreeks 5 januari 2013 heeft [verhuurder] het perceel grond waar het gehuurde deel vanuit maakt, verkocht aan [koper 1] en [verzoekster]. De akte van levering is opgemaakt op 18 december 2014.
2.3
Op 25 augustus 2014 heeft [verzoekster] zich tot de huurcommissie van Aruba gewend, met het verzoek de huurovereenkomst van [gedaagde] te mogen opzeggen wegens dringend eigen gebruik. Op 8 december 2014 heeft de Huurcommissie de gevraagde toestemming verleend.
2.4
Op 16 januari 2015 heeft [verzoekster] per aangetekende post de huurovereenkomst per 1 mei 2015 opgezegd.
2.5
Op 18 en 26 mei 2015 heeft [verzoekster] de opzegging tevens per deurwaardersexploit laten betekenen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
verzoekster] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te bevelen om binnen drie dagen na dit vonnis het gehuurde te ontruimen en hem te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2 [
verzoekster] grondt de vordering erop dat zij het door [gedaagde] gehuurde appartement dringend nodig heeft voor eigen gebruik.
3.3 [
gedaagde] voert hiertegen verweer dat zo nodig bij de beoordeling wordt betrokken.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voor toewijzing van een vordering in kort geding is vereist dat vastgesteld kan worden dat deze met grote mate van waarschijnlijkheid door de bodemrechter zal worden toegewezen.
4.2
Het meest verstrekkende verweer heeft betrekking op de bevoegdheid van [verzoekster] om de ontruiming te vorderen. Ingevolge het bepaalde in artikel 3:89 BWA geschiedt de voor overdracht van onroerend goed vereiste levering door een daartoe bestemde tussen partijen opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers. In casu is de notariële akte wel opgemaakt, maar uit het door [gedaagde] overgelegde uittreksel uit het kadaster d.d. 27 mei 2015 volgt dat [verhuurder] nog immer is geregistreerd als eigenaar van het betreffende perceel. Dit heeft tot gevolg dat de levering aan [verzoekster] nimmer is voltooid en zij derhalve nog niet eigenaar is geworden. Nu voorts gesteld noch gebleken dat [verzoekster] partij is geworden bij de huurovereenkomst tussen [gedaagde] en [verhuurder], heeft [verzoekster] vooralsnog geen titel om de ontruiming te vorderen.
4.3
Uit het voorgaande volgt dat de vordering op deze grond afgewezen dient te worden. Alle overige stellingen en weren kunnen erder onbesproken blijven.
4.4 [
verzoekster] wordt nu zij in het ongelijk is gesteld in de kosten van de procedure veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het gevorderde af;
5.2
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 juli 2015 in aanwezigheid van de griffier.