ECLI:NL:OGEAA:2015:184

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 juli 2015
Publicatiedatum
22 juli 2015
Zaaknummer
K.G. no. 1501 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vertrek naar Nederland met minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, een 26-jarige moeder, verzocht om vervangende toestemming om met haar minderjarige kind naar Nederland te verhuizen. De moeder heeft plannen om in Nederland te studeren en heeft tijdelijke huisvesting geregeld. De vader van het kind, gedaagde, verzet zich tegen de verhuizing en stelt dat de moeder onvoldoende voorbereid is en dat de verhuizing negatieve gevolgen zal hebben voor de minderjarige. Tijdens de zitting is gebleken dat de moeder zich goed heeft voorbereid, met onder andere een studie en school voor het kind in het vooruitzicht. De rechter heeft de belangen van beide ouders en het kind afgewogen. De rechter concludeert dat de moeder haar keuze voldoende heeft doordacht en dat de risico's van de verhuizing niet onoverkomelijk zijn. De rechter verleent daarom de gevraagde toestemming aan de moeder om met het kind naar Nederland te reizen en daar te wonen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

Vonnis van 21 juli 2015 (bij vervroeging)
K.G. no. 1501 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Vonnis in kort geding tussen:
E*,
wonende te Aruba,
eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn
en
G*,
wonende te Aruba,
gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart.

1.De procedureHet verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift;
- een brief met productie van 15 juli 2015 van de zijde van eiseres;
- een brief met producties van 16 juli 2015 van de zijde van gedaagde;
- de ter openbare terechtzitting op 17 juli 2015 overgelegde pleitnotities, die zijn voorgedragen.
Het vonnis is bepaald op heden.

2.De vordering en het verweer2.1 Eiser vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:

  • haar gratis admissie te verlenen;
  • haar toe te staan met het minderjarig kind van partijen, geboren op –datum- naar Nederland te mogen reizen; dan wel
  • aan haar vervangende toestemming te verlenen met het kind naar Nederland te verhuizen; althans
  • enige andere beslissing te nemen die de rechter in goede justitie meent te moeten nemen;
  • met compensatie van de proceskosten.
2.2
Aan haar verzoek legt eiseres ten grondslag dat zij in Nederland wil studeren. Zij wil werken aan haar toekomst en heeft nog net de leeftijd om studiefinanciering te krijgen. Zij heeft zich ter dege voorbereid, heeft een MBO-studie in Arnhem op het oog, heeft bij een zeer goede vriendin in Arnhem tijdelijke, geschikte huisvesting voor haar en het kind geregeld en ook een school voor het kind heeft zij op het oog. Inschrijving kan pas wanneer zij in Nederland staat ingeschreven en een Burgerservicenummer heeft. Zij geeft aan dat zij alle medewerking zal verlenen om de omgang tussen de minderjarige en gedaagde, De vader van de minderjarige, gestalte te geven, met behulp van Skype contact en tweejaarlijkse vakanties naar Aruba. Gedaagde weigert medewerking. Beide partijen hebben het gezag over de minderjarige. Omdat de tickets zijn geboekt voor 29 juli a.s. stelt eiseres een spoedeisend belang te hebben.
2.3
Gedaagde voert gemotiveerd verweer. Enerzijds voert hij aan dat eiseres onvoldoende voorbereid naar Nederland vertrekt. Zij heeft daar nooit gewoond en kent de samenleving niet. De tijdelijke huisvesting is niet geschikt. Bovendien heeft zij in Nederland geen netwerk waarop zij kan terugvallen. De hele familie woont op Aruba. Anderzijds voert hij aan dat hij zich zijn leven zonder de minderjarige niet kan voorstellen. Voor de minderjarige betekent het dat hij zijn vader nauwelijks meer zal zien, terwijl vader een belangrijke rol speelt in het leven van de minderjarige.
2.4
Ter zitting was tevens aanwezig een vertegenwoordiger van de Voogdijraad. De Voogdijraad is niet bekend met de casus. Op basis van informatie vergaard tijdens de behandeling, geeft de vertegenwoordiger aan dat zij de indruk heeft dat de minderjarige volledig op Aruba is ingebed. Nader onderzoek is nodig voor een gedegen advies.

3.De beoordeling

3.1
Voorop gesteld zij dat hier sprake is van verschillende, op zichzelf te respecteren belangen. Dat van eiseres, die 26 jaar is, om zich verder te ontwikkelen. Die van vader om zo veel mogelijk omgang met zijn zoon te hebben, van hem te genieten, hem te zien opgroeien en ontwikkelen en het recht van de 7-jarige de minderjarige om met beide ouders en verdere familieleden op goede voet te staan en dikwijls contact met hen te hebben.
3.2
Ook is duidelijk dat moeder een ingrijpende stap wil zetten, waaraan een aantal risico’s is verbonden. Een verhuizing naar een ander land heeft grote impact. Er moet veel geregeld worden, er moet ingeburgerd worden, huisvesting gezocht, het kost veel geld, fietsen en kleding e.d. moeten worden gekocht, de woning moet worden geschilderd en ingericht, de vaardigheid in het Nederlands bij moeder en zoon moet worden opgebouwd, enzovoort. De risico’s zijn dat het met de studie van moeder niet vlot, de studiefinanciering op de tocht komt te staan, er geen geschikte vaste huisvesting wordt gevonden, dat de minderjarige niet op school went, zijn familie mist, enzovoort. Verder is het goed te begrijpen dat vader erg opziet tegen het vertrek van zijn zoon.
3.3
De vraag die vanzelf rijst, is dan ook of deze stap gezet moet worden, of deze nú gezet moet worden en of deze in het belang van de minderjarige is. Ter zitting heeft de rechter aan moeder vragen gesteld om erachter te komen hoe goed zij zich heeft voorbereid. Moeder is kort geleden voor drie weken ter voorbereiding naar Nederland geweest. Zij heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij (de inschrijving voor) haar studie, studiefinanciering en de school voor de minderjarige heeft voorbereid. Zij heeft een verklaring overgelegd van haar vriendin in Arnhem dat zij daar tijdelijk kan komen wonen. Zij heeft geld gespaard (naar eigen zeggen zo’n Afl. 10.000,--) om de extra kosten te bestrijden. Zij heeft vliegtickets gekocht voor de reis. Zij geeft aan dat de minderjarige goed bevriend is met het zoontje van haar vriendin en bij hem op school zal zitten. Wat betreft de timing geeft zij aan dat haar baan op Aruba binnenkort eindigt.
3.4
Een regeling in der minne is ter zitting niet gelukt. Er zal dus uit hoofde van artikel 1: 253a van het Burgerlijk Wetboek uitspraak moeten worden gedaan in dit geschil tussen ouders, die beiden gezag uitoefenen.
3.5
De kort geding rechter merkt op dat moeder, bij wie de minderjarige sinds zijn geboorte woont, in beginsel de vrijheid toekomt te kiezen om te gaan studeren, daarvoor een andere woonplaats te zoeken voor haar en de minderjarige en dat te doen op een wijze die haar in de gegeven omstandigheden het beste uit komt. De keuze die zij voor ogen heeft, is niet zonder enig risico, zoals hiervoor geschetst, en kan ook niet gepaard gaan zonder van de minderjarige aanpassingen te vragen die hij niet altijd gemakkelijk of leuk zal vinden. Haar keuze heeft ook gevolgen voor vader, die de minderjarige veel minder zal zien. De rechter heeft dan ook afgewogen of haar keuze voldoende verantwoord is en of er naar verwachting sprake van is dat de belangen van de minderjarige en zijn vader nodeloos in de waagschaal worden gesteld.
De kort geding rechter is van oordeel dat eiseres haar keuze voldoende heeft doordacht en voorbereid. Zij komt gemotiveerd en gedreven over. Ter terechtzitting is gebleken dat niet ter discussie staat dat eiseres een goede, liefhebbende moeder is. Verder heeft moeder tot nu toe goed meegewerkt om de omgangsregeling tussen vader en de minderjarige uit te voeren. Ook de timing is begrijpelijk: ze kan in Nederland nu nog
aanspraak maken op studiefinanciering en haar baan op Aruba loopt af. Uitstel heeft ook als bezwaar dat eiseres op Aruba werkloos zal worden en dat zij haar gespaarde geld zal moeten opmaken. Van uitstel zou dus maar zo afstel kunnen komen. Mede om die reden en omdat van bijzondere problemen rond de minderjarige voorshands niet is gebleken, ziet de rechter geen reden nader advies van de Voogdijraad te vragen. De bezwaren die tegen de verhuizing zijn aangevoerd, zijn te overzien. De risico’s kunnen zich verwezenlijken, maar in wezen zijn deze niet anders dan bij vele andere Arubaanse gezinnen het geval is wanneer een ouder of kind naar Nederland vertrekt voor studie of werk. Het gaat bovendien om een verhuizing binnen het koninkrijk. De verbindingen zijn goed en redelijk betaalbaar en moeder biedt aan dat de minderjarige tweemaal per jaar naar Aruba komt voor vakantie bij zijn vader en de verdere familie, naast regelmatig skype-contact. Moeder geeft aan die contacten ook belangrijk te vinden en tot nu toe houdt zij zich goed aan de omgangsregeling. Arnhem is een rustige en veilige provinciestad en de beoogde tijdelijke woonruimte is dicht bij studie en school. Met de minderjarige gaat het op school goed. Bijzondere problemen zijn ook op dat vlak niet gebleken. Mocht het allemaal niet lopen zoals gepland, dan kan eiseres ook gemakkelijk weer terug komen naar Aruba. Zij heeft aangegeven dat haar ouders bereid zijn haar te steunen, eventueel ook financieel. Voor de minderjarige zal de verhuizing, naast de spanningen waarmee verhuizingen gewoonlijk gepaard gaan, ook voordeel kunnen opleveren. Vele andere Arubaanse kinderen zijn hem voorgegaan. Tot slot merkt de kort gedingrechter nog het volgende op. Door vader is aangevoerd dat er in de woning van de vriendin van de moeder geen plaats zou zijn voor de minderjarige en haar en dat daar niet meer dan vier personen mogen wonen. Die vriendin zou inmiddels een tweede kind hebben. Dit argument wordt gepasseerd. Een tijdelijke inwoning voor een paar maanden zal voor de huisbaas geen reden zijn de huur op te zeggen. En tijdelijk enig improviseren in een drie-kamer-appartement, zal overkomelijk zijn.
3.6
Alles voorshands afwegende, ziet de kort geding rechter aanleiding eiseres vervangende toestemming te verlenen om met de minderjarige naar Nederland te reizen en daar te wonen.
3.7
Gelet op de familieverhoudingen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

4.De beslissing

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
Verleent eiseres toestemming kosteloos te procederen;
Verleent eiseres toestemming om met de minderjarige, geboren te Aruba op –datum-, naar Nederland te reizen en in Nederland te wonen;
Compenseert de proceskosten en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op dinsdag 21 juli 2015 in tegenwoordigheid van de griffier.