Op 18 augustus 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2005 in Suriname. De Voogdijraad had op 7 april 2015 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor de duur van zes maanden. De mondelinge behandeling vond plaats op 26 mei 2015, waarbij de verzoeker vertegenwoordigd was door mevrouw S.M. Maduro, M. Ras en drs. M. Fingal, terwijl de moeder, ondanks behoorlijke oproeping, niet verscheen.
De feiten van de zaak tonen aan dat de minderjarige niet erkend is en dat de moeder van rechtswege het gezag uitoefent. De Voogdijraad heeft in haar rapport aangegeven dat de minderjarige met zedelijke en lichamelijke ondergang wordt bedreigd. Het gerecht heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om de minderjarige onder toezicht te stellen en dat het in het belang van zijn verzorging en opvoeding is dat hij wordt opgenomen in het kindertehuis Imeldahof.
In de beslissing heeft het gerecht de minderjarige onder toezicht gesteld voor de duur van zes maanden, benoemd een medewerker van Fundacion Guia Mi tot gezinsvoogd en bevolen de plaatsing van de minderjarige in het kindertehuis Imeldahof. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.