ECLI:NL:OGEAA:2015:209

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 augustus 2015
Publicatiedatum
24 augustus 2015
Zaaknummer
A.R. 962 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een vordering tot betaling van schuld in een familierelatie met betrekking tot onroerend goed

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres A, wonende in de Verenigde Staten, een vordering ingesteld tegen gedaagden B en C, wonende te Aruba, met betrekking tot de betaling van een schuld. De zaak betreft een lening die door eiseres is verstrekt aan gedaagden voor de aankoop van een huis, dat uiteindelijk aan hun kinderen is overgedragen. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 14 mei 2014, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 23 juni 2014.

De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden rondom de overdracht van het huis en de lening. Gedaagden hebben het huis met een hypotheek belast, wat volgens eiseres in strijd zou zijn met de afspraken tussen partijen. Echter, het gerecht oordeelt dat de lening is verstrekt in een familiale context, en dat de kinderen van gedaagden de dupe zouden worden van een eventuele beslaglegging op het huis. De rechter concludeert dat de vordering van eiseres niet kan worden toegewezen, omdat de omstandigheden niet rechtvaardigen dat de lening opeisbaar wordt verklaard.

Uiteindelijk wijst de rechter de vordering af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 19 augustus 2015 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 19 augustus 2015
Behorend bij A.R. 962 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
A,
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. M.S. Cabenda,
tegen:
B, en
C,
wonende te Aruba,
gedaagden,
gemachtigde: de advocaat mr. Chris F.K.J. Lejuez.

1.DE PROCEDURE

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar het tussenvonnis d.d. 14 mei 2014. Ingevolge dat vonnis heeft op 23 juni 2014 een comparitie van partijen plaatsgevonden. De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Tijdens deze procedure is het huis, overeenkomstig de bedoeling van partijen als neergelegd in het document getiteld “to whom it may concern” d.d. 10 juli 2009, binnen 60 dagen na hun meerderjarigheid (de kinderen zijn geboren op 11 januari 1996), bij notariële akte van schenking d.d. 14 februari 2014, aan de kinderen van gedaagden overgedragen.
2.2
Gedaagden hebben het woonhuis met een hypotheek belast. Voor zover dit in strijd zou moeten worden geacht met de geest van de overeenkomst tussen partijen (omdat partijen de ongeschreven bedoeling zouden hebben gehad dat het onroerend goed onbezwaard op naam van de kinderen zou komen), levert dit naar het oordeel van het gerecht een tekortkoming op die het door eiseres bedoelde gevolg – het opeisbaar worden van de lening van eiseres aan gedaagden ter fine van aankoop van het huis, ten behoeve van de kinderen - in redelijkheid niet rechtvaardigt. De opbrengst van de hypothecaire geldlening is immers volledig in huis en inboedel gestoken, waarmee de kinderen zijn gebaat. De schuld is bovendien aangegaan door gedaagden en dezen lossen daarop af. In de schenkingsakte is nog eens bevestigd dat gedaagden de lening zullen aflossen.
2.3
De omstandigheid dat het huis in de tussentijd op naam stond van één van de ouders in plaats van op beider naam (het document zegt: “registered on their parent’s name”) legt eveneens onvoldoende gewicht in de schaal. In het midden latend of eiseres hiermee van meet af aan op de hoogte was, zoals gedaagden stellen, oordeelt het gerecht dat uit deze tenaamstelling geen consequenties zijn voortgevloeid die strijdig zijn met de letter of geest van de in het document neergelegde afspraak en gedaagden bovendien in gemeenschap van goederen zijn gehuwd.
2.4
Bij de afweging van de hiervoor bedoelde omstandigheden speelt voor het gerecht een belangrijke rol dat de lening is verstrekt in familieverhoudingen – door partijen in het document een ‘soft loan’ genoemd – ten behoeve van de kinderen, die louter last zullen ondervinden bij het in financiële problemen geraken van hun ouders als gevolg van het opeisen van de lening en de beslaglegging op het huis (waardoor de kinderen het huis met twee titels belast verkregen).
2.5
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering zal worden afgewezen. Omdat de zaak speelt in familiekring, zullen de proceskosten worden gecompenseerd en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
Wijst de vordering af;
Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 19 augustus 2015 in aanwezigheid van de griffier.