ECLI:NL:OGEAA:2015:209
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een vordering tot betaling van schuld in een familierelatie met betrekking tot onroerend goed
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres A, wonende in de Verenigde Staten, een vordering ingesteld tegen gedaagden B en C, wonende te Aruba, met betrekking tot de betaling van een schuld. De zaak betreft een lening die door eiseres is verstrekt aan gedaagden voor de aankoop van een huis, dat uiteindelijk aan hun kinderen is overgedragen. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 14 mei 2014, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 23 juni 2014.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de omstandigheden rondom de overdracht van het huis en de lening. Gedaagden hebben het huis met een hypotheek belast, wat volgens eiseres in strijd zou zijn met de afspraken tussen partijen. Echter, het gerecht oordeelt dat de lening is verstrekt in een familiale context, en dat de kinderen van gedaagden de dupe zouden worden van een eventuele beslaglegging op het huis. De rechter concludeert dat de vordering van eiseres niet kan worden toegewezen, omdat de omstandigheden niet rechtvaardigen dat de lening opeisbaar wordt verklaard.
Uiteindelijk wijst de rechter de vordering af en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 19 augustus 2015 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.