In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Manor Beach Resort N.V. (hierna: Manor Beach) een vordering ingesteld tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Het Land Aruba (hierna: Land Aruba). De procedure begon met een verzoekschrift van Manor Beach, waarin zij verzocht om een perceel domeingrond in erfpacht te verkrijgen. Dit verzoek werd door de Minister van Integratie, Infrastructuur en Milieu afgewezen, wat Manor Beach ertoe bracht om juridische stappen te ondernemen.
Manor Beach vorderde dat Land Aruba werd veroordeeld om haar een optie op het recht van erfpacht te verlenen, of in ieder geval het perceel aan haar in huur af te staan. De vordering was gebaseerd op de stelling dat Land Aruba in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur handelde en daarmee onrechtmatig was. Land Aruba voerde verweer en vorderde op haar beurt dat Manor Beach in de proceskosten werd veroordeeld.
De rechter heeft de vordering van Manor Beach beoordeeld en geconcludeerd dat de vordering niet voldoende gemotiveerd was. De rechter stelde vast dat Manor Beach niet duidelijk had gemaakt wat de inhoud van het te vestigen erfpachtrecht of de huurovereenkomst zou zijn, en dat er geen verzoek was gedaan om een huurovereenkomst te sluiten. Hierdoor stuitte de vordering af.
In de uitspraak heeft de rechter het gevorderde afgewezen en Manor Beach veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot omdat Land Aruba via haar eigen juridische dienst heeft geprocedeerd. Dit vonnis is uitgesproken op 19 augustus 2015.